Engels Unit 3 Flashcards
proberen
aim
kapot
broken
neuzen
browse
kassa
checkout
afgeleid
distracted
schenken
donate
onderzoeken
exmine
defect
faulty
financieel
financial
meubilair
furniture
dankbaar
grateful
ophangen - hing(en) op
hang (to) - hung
ten behoeve van
in aid of
van toepassing zijn
apply
handel, zaken
business
invullen
complete
momenteel
currently
verdienen
earn
vrouwelijk
female
vermogen
fortune
geslacht
gender
verantwoordelijk voor
in charge of
mannelijk
male
betekenen - betekende(n)
mean (to) - meant
krantenwijk
paper round
bankrekening
bank account
blut
broke
bankpasje
cashpoint card
munt
coin
deelnemen aan
enter
verstoppen - verstopte(n)
hide (to) - hid
op een rij
in a row
baantje
job
luxe
luxury
bij elkaar passen
match
prijzig
pricey
irritant
irritating
baan
job
heel veel
loads
winst maken
make a profit
specefiek
particular
doorgeven
pass on
aankoop
purchase
redden
rescue
moeite hebben
struggle
troep, rommel
stuff
steunen
support
zorgen voor
take care of
vrijwilliger
volunteer
zakgeld
pocket money
de voorkeur geven
prefer
op zichzelf
private