Do - Farmacotherapie angst Flashcards

1
Q

Welk onderdeel heeft een centrale rol in het angstcircuit?

A

Amygdala

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Prefrontale cortex (remt/stimuleert) amygdala

A

Remt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

SNRI’s werken (niet/wel) bij OCD, fobieeën, PTSD, paniekstoornissen.

A

Niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

5HT effecten zijn (niet/wel) van belang bij OCD, fobieeën, PTSD, paniekstoornissen.

A

Wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor soort medicatie is valium (diazepam)?

A

Benzodiazepine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het werkingsmechanisme van benzodiazepinen? Leg uit (4)

A

Benzo verhoogt de kans op activatie door GABA omdat benzodiazepinen binden op het raakvlak van de alpha en gamma subunit, waardoor de vorm van de recepto verandert, de frequentie van de opening van het receptor kanaal toeneemt en het effect van GABA wordt gepotentieerd.
Benzos stabiliseren de conformatie an de recepor met een hoge GABA gevoeligheid (anxiolytisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

GABA A is (ionotroop/metabotroop)

A

Ionotroop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

GABA B is (ionotroop/metabotroop)

A

Metabotroop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel subunits heeft GABA-A?

A

5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benzodiazepines zijn (hydrofiel/lipofiel)

A

Lipofiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar worden benzos gemetaboliseerd? Hoe worden benzodiazepines uitgescheden? (2)

A

Worden in lever gemetaboliseerd en als glucuroniden uitgescheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de halfwaardetijd van midazolam?

A

2 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de halfwaardetijd van diazepam in nordazepam?

A

60 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waardoor heeft diazepam in nordazepam een langdurige werking?

A

Doordat eht enzymatisch omgezet wordt in actieve metabolieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waardoor komen de bijwerkingen bij benzodiazepinen?

A

Verhoogde GABA neurotransmissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waardoor komen de volgende bijwerkingen bij benzodiazepinen: dufheid, moeheid, moeite met complexe taken (mag niet rijden)

A

Sedatie

17
Q

Waardoor komen de volgende bijwerkingen bij benzodiazepinen: vallen, heupfracturen

A

Spierrelaxatie

18
Q

Wat is ataxie?

A

Spierrelaxatie

19
Q

Waardoor komen de volgende bijwerkingen bij benzodiazepinen: depressie

A

Afvlakking psychisch functioneren

20
Q

Wat voor soort medicatie is buspirone?

A

Partiele serotonine 5HT1A receptor agonist

21
Q

Buspirone is (niet/wel) effectief bij paniekstoornissen en ernstige angst

A

Niet

22
Q

Buspirone is (niet/wel) effectief bij milde angststoornissen

A

Wel

23
Q

Wat voor soort medicatie voor te schrijven bij iemand die plankenkoorts of examenstress heeft? Specifieke medicatie ook noemen.

A

Beta-adrenoceptor agonist, propanolol

24
Q

Waardoor werken beta-adrenoceptor agonisten (propanolol)?

A

Blokkade van sympatische responsen

25
Q

Wat voor soort medicatie is penobarbital?

A

Barbituaten

26
Q

Waardoor worden barbituaten niet meer gebruikt?

A

Door ernstige bijwerkingen

27
Q

Wat voor soort medicatie is een beta carboline?

A

Inverse GABA agonist

28
Q

Een inverse GABA agonist is (anxiolytisch/anxiogeen)

A

Anxiogeen

29
Q

Wat doen inverse GABA agonisten?

A

Stabiliseren de conformatie van de receptor met een lage GABA gevoeligheid

30
Q

Wat te geven bij benzo overdosis?

A

Flumazenil

31
Q

Wat voor soort medicatie is flumazenil?

A

Competitieve GABA antagonist

32
Q

Competitieve GABA antagonisten (blokkeren/stimuleren) de effecten van agonisten en inverse agonisten

A

Blokkeren

33
Q

In welke gebieden is er met name een verminderde dichtheid van benzodiazepine bindingsplaatsen bij een paniekstoornis? (2)

A

Prefrontale gebieden, insula

34
Q
A