2019 2 Flashcards
Een 50-jarige vrouw met een psychose eet niet meer omdat zij bang is vergiftigd te worden. Zij verbreekt in de loop van een aantal maanden alle
contacten met familie en vrienden en komt haar huis nauwelijks nog uit. Zij is 15 kg vermagerd maar drinkt nog wel. Zij wil geen behandeling meer
en wijst de sociaal psychiatrisch verpleegkundige de deur. De psychiater acht behandeling in een GGZ-instelling noodzakelijk.
Welke maatregel en wet zijn hier van toepassing?
Opname in een accommodatie vindt plaats via een zorgmachtiging/crisismaatregelen volgens de Wet verplichte ggz (Wvggz)/Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) .
Zorgmachtiging, wet verplichte ggz (Wvggz)
Wat wordt hier beschreven: motorisch tic symptoom met onzedelijke bewegingen bijv naar genitalia
Copropraxie
Wat wordt hier beschreven: schelden, tic
Coprolalie
Wat wordt hier beschreven: eigen woorden herhalen
Paralilalia
Wat wordt hier beschreven: snel wisselende stemmingen
Labiel
Wat wordt hier beschreven: bewegingen en handelingen van anderen herhalen
Echopraxie
Wat wordt hier beschreven:
Dwaze of vreemde bewegingen die een doel hebben (kastjes opendoen, rare karikatuur van normale activiteiten)
Maniërismen
Wat wordt hier beschreven: voortdurend nutteloos herhalen van bepaalde therma’s, zinnen of handelingen, kan zowel verbaal als motorisch (vb bij schrijven van de naam een letter steeds herhalen, aftellen van een jaar)
Perseveratie
Wat wordt hier beschreven: overdreven meewerken; bij lichte druk beweegt patiënt de arm al mee, ook als gevraagd wordt dat niet te doen; moet herhaalbaar zijn
Mitmachen
Wat wordt hier beschreven: als de onderzoeker de arm van de patiënt wil bewegen geeft deze evenveel weerstand als de kracht die de arts gebruikt
Gegenhalten
Wat wordt hier beschreven: patiënt lijkt motorisch gevangen in een besluiteloze, twijfelende beweging, bijvoorbeeld telkens gaan zitten en gelijk weer opstaan
Ambitendentie
Wat wordt hier beschreven: zonder duidelijk motief opdrachten weigeren
Negativisme
Wat wordt hier beschreven: patient spreekt niet
Stupor
De heer P., 28 jaar en afkomstig uit Suriname, is 4 dagen geleden voor het eerst gestart met haloperidol 5mg per dag. De verpleging meldt u dat hij
zich ziek voelt. U overweegt het Maligne Neuroleptica Syndroom (MNS).
Welke drie kenmerken treft u zeker bij hem aan als dit het geval is?
A
hyperemesis, ECG-afwijkingen en hypoxie
B
diffuse intravasale stolling, epistaxis, hoofdpijn
C
spierstijfheid, verhoogde CK-spiegels, hyperthermie
D
nierfalen, perifeer oedeem, decompensatio cordis
C
spierstijfheid, verhoogde CK-spiegels, hyperthermie
Een 29-jarige man is goed ingesteld op escitalopram vanwege een depressieve stemmingsstoornis. Hij heeft last van anorgasmie en wil switchen
naar een ander middel.
Welk middel is een logische keuze?
A
sertraline
B
nortryptiline
C
mirtazapine
D
Venlafaxine
C
mirtazapine
Mirtazapine is een antidepressivum met een hoge affiniteit voor H1 histamine receptoren, maar nagenoeg geen affiniteit voor muscarine
receptoren.
Welke bijwerking zal het MEEST voorkomen bij mirtazapine?
A
galactorroe
B
gewichtstoename
C
jeuk
D
Obstipatie
B
gewichtstoename
Hoeveel mensen in Nederland plegen per jaar suïcide?
1900
Wat is op basis van het NEMESIS-onderzoek de geschatte lifetime prevalentie van bipolaire stoornissen in de Nederlandse bevolking tussen de 18
en 64 jaar? x-x
1-2%
Welke van de onderstaande (groep) medicijnen kan manische symptomen veroorzaken?
A
anticonvulsiva
B
glucocorticoïden
C
antipsychotica
D
Antihypertensiva
B
glucocorticoïden
Waarvoor wordt de volgende therapie gebruikt: cognitive behavioral analysis system of psychotherapy (CBASP)
Chronische depressie
cognitive behavioral analysis system of psychotherapy (CBASP) is een combinatie van verschillende psychoterhapie technieken: onjuist/juist?
Juist
Mevrouw Y. is een 32-jarige vrouw met een verdenking paniekstoornis en cluster C persoonlijkheidsstoornis.
Bij het uitvragen van de voorgeschiedenis vertelt zij dat zij zich als kind snel zorgen maakte om lichamelijke verschijnselen, die gepaard gingen met
angstklachten.
Welke term wordt voor hiervoor gebruikt?
A
angstgevoeligheid of angstsensitiviteit
B
gedragsinhibitie
C
dysfunctionele cognitie
D
selectieve aandacht
A
angstgevoeligheid of angstsensitiviteit
Purgeren wordt zowel bij anorexia nervosa als bij boulimia nervosa gezien. Onjuist/juist
Juist
Patiënten met anorexia nervosa van het restrictieve type hebben vaker trekken van een cluster B persoonlijkheidsstoornis. Onjuist/juist
Onjuist