2018 1 Flashcards

1
Q

Bij een dwangstoornis tobben/piekeren mensen vaak over problemen

A

Onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij een dwangstoornis is de reality tresting van mensen gestoord

A

Onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alois van 10 jaar doet het niet lekker op de basisschool. Hij kan het getal pi tot 20 cijfers achter de komma opzeggen en de moeilijkste sommen uit
zijn hoofd uitrekenen, maar redactiesommen en taal gaan slecht. Met zijn klasgenoten wil hij alleen maar over getallen praten en als zij daar geen
zin in hebben, wordt Alois vreselijk kwaad.
Welk diagnostisch onderzoek gaat u als eerste uitvoeren?
A
intelligentie onderzoek
B
neuropsychologisch onderzoek
C
ontwikkelings-anamnestisch onderzoek
D
genetisch onderzoek
E MRI

A

C
ontwikkelings-anamnestisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Juist of onjuist bij een kind van een anderstalige patiënt die gaat tolken:
Kinderen kunnen de gezinssituatie goed inschatten

A

Juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dina, 21 jaar en student gezondheidswetenschappen, is een hardwerkende, perfectionistische student. Zij is erg onzeker over haar uiterlijk. Ze
gaat 3 tot 4 keer per week naar de sportschool en kan soms uren voor de spiegel staan. Haar gewicht is normaal. Sinds een half jaar is het uit met
haar vriend. Sindsdien eet zij onregelmatig: soms een dag geheel niet, soms normaal voedsel, afgewisseld met eetbuien waarbij zij grote
hoeveelheden chocolade eet. Zij heeft het gevoel de controle dan kwijt te raken en voelt zich achteraf schuldig.
Van welke drie van onderstaande factoren is bekend dat ze een eetbui kunnen uitlokken?
A
verveling
B
afwijken van een gepland dieet
C
slanke mensen zien in de media
D
het zien van lekker eten
E
negatieve gedachten over het eigen lichaam

A

A
verveling
B
afwijken van een gepland dieet
D
het zien van lekker eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De 68-jarige mevrouw D. heeft sinds enkele maanden een nieuwe vriendin - voor het eerst sinds het overlijden van haar partner drie jaar geleden.
Ze is vanaf haar 20e seksueel actief en heeft daar altijd veel plezier aan beleefd. Zij is gezond afgezien van een lang bestaande, goed
gecontroleerde essentiële hypertensie en wat ouderdomsklachten. Wel heeft zij het de afgelopen jaren zwaar gehad met het verlies van haar
vorige partner en heeft daarvoor psychische hulp gezocht. Zij meldt zich nu omdat ze moeite heeft opgewonden te raken en soms pijn heeft bij de
seks.
Welke twee behandelingen zijn aangewezen?
A
psycho-educatie
B
relatietherapie
C
masturbatietraining
D
verwerking van negatieve seksuele ervaringen
E
hormoontherapie
F
cognitieve gedragstherapie voor patiënt

A

A
psycho-educatie
B
relatietherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de grootste voorspellers voor het optreden van een peri-partumdepressie?
Twee alternatieven zijn correct.
A
neuroticisme bij de moeder
B
ongewenste zwangerschap
C
een eerste kind
D
depressie bij de vader
E
Slaapgebrek

A

A
neuroticisme bij de moeder
B
ongewenste zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Luc, 26 jaar, is door de huisarts verwezen naar de polikliniek stemmingsstoornissen vanwege depressieve klachten. Er blijkt geen sprake te zijn
geweest van eerdere (hypo)manische episoden.
Welke factor in de verdere anamnese kan een aanwijzing zijn dat zich in de toekomst wel een bipolaire stemmingsstoornis gaat ontwikkelen?
A
rusteloosheid
B
prikkelbaarheid
C
insomnia
D
suïcidaliteit
E
eerdere korte depressieve episoden (< 2 weken)

A

E
eerdere korte depressieve episoden (< 2 weken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De heer M. wordt behandeld in verband met een ernstige depressie met psychotische kenmerken. Zowel TCAs als toevoeging van
lithiumcarbonaat zijn onvoldoende effectief.
Wat is de volgende stap in de behandeling?
A
combinatiebehandeling met CGT
B
diepe hersenstimulatie
C
electroconvulsietherapie
D
schildklierhormoon T3 additie

A

C
electroconvulsietherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Psychofarmaca hebben specifieke bijwerkingen.
Welke combinatie is juist?
A
benzodiazepine – urineretentie
B
SSRI – agitatie
C
TCA – hypothyreoidie
D
lithium – afhankelijkheid

A

B
SSRI – agitatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mike, 43 jaar, is een alleenstaande Ghanese man die werkt in de beveiliging. Hij heeft regelmatig nachtdiensten. Hij is momenteel ernstig
depressief. Ook heeft hij in het afgelopen jaar twee manische episoden gehad. Hij gebruikt geen medicatie, maar wel regelmatig cocaïne.
Waaruit bestaat de initiële behandeling?
A
nalexon
B
antidepressivum
C
lichttherapie
D
staken van nachtdiensten

A

D
staken van nachtdiensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Allerlei somatische aandoeningen en (genees)middelen kunnen manische symptomen veroorzaken.
Welke van onderstaande aandoeningen en middelen heeft dit risico?
A
ALS
B
hypothyreoïdie
C
vitamine B12 suppletie
D
anabole steroïden

A

D
anabole steroïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke behandelinterventies zijn zinvol bij de behandeling of preventie van suïcidaal gedrag?
A
een non-suïcide-contract of een SSRI
B
een non-suïcide-contract of ketamine
C
cognitieve therapie, SSRI of ketamine
D
cognitieve therapie of een non-suïcide contract

A

C
cognitieve therapie, SSRI of ketamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij een nieuwe experimentele benadering om fobieën te behandelen, wordt gebruik gemaakt van het feit dat angstgeheugen nadat het is
opgeroepen, gemanipuleerd en zelfs gewist kan worden.
De werking van het middel dat in een dergelijke interventie wordt gebruikt, berust op blokkade van welke receptoren?

A

β-adrenoreceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij extinctie wordt een nieuwe, ongeconditioneerde respons (UCR) gekoppeld aan de geconditioneerde stimulus (CS): onjuist/juist?

A

Juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij exposuretherapie wordt de oude connectie tussen geconditioneerde stimulus en de geconditioneerde respons (CS-CR koppeling) doorbroken: onjuist/juist?

A

Onjuist

17
Q

Welke stelling is correct als het gaat over de diagnose conversiestoornis?
Om deze diagnose te kunnen stellen
A
is in veel gevallen de klinische presentatie voldoende.
B
moet je aanvullend onderzoek (CT-scan, MRI-scan of EEG) verrichten, om een neurologische aandoening uit te sluiten.
C
moet je aanvullend onderzoek (CT-scan, MRI-scan of EEG) verrichten, om een somatische aandoening uit te sluiten

A

A
is in veel gevallen de klinische presentatie voldoende.

18
Q

Wat is een conversiestoornis?

A

Wanneer iemand woede of stress niet goed kan verwerken en hierdoor neurologische symptomen krijgt

19
Q

Bij een afwezigheid van depressie symptomen is er sprake van een (slechte/goede) associatie met een relatief gunstig beloop van schizofrenie

A

Slechte

20
Q

Bij de behandeling van schizofrenie met eerste generatie antipsychotica kunnen als bijwerkingen respectievelijk tardieve dyskinesie en verergering
van negatieve symptomen plaatsvinden.
Deze ongewenste effecten zijn het gevolg van blokkade van: (dopamine/muscarine) (D-2/M-2) receptoren in, respectievelijk, het nigrostriataal en mesocorticaal systeem

A

Dopamine, D-2

21
Q

Wat is flexibilitas cerea?

A

Wanneer er bij een katatonische patiënt ledematen worden verplaatst en vervolgens die ledematen zo blijven voor urenlang

22
Q

Waar in het putamen ontspringen de dopaminerge vezels uit cellichamen?

A

in de substantia nigra

23
Q

Mensen die het effect van methylfenydaat als zeer plezierig ervaren, hebben in het striatum een (lagere/hogere) beschikbaarheid van (dopamine/serotonine) receptoren

A

Lagere, dopamine

24
Q

Welke neurologische aandoeningen gaan vaak gepaard met dwangklachten?
A
chorea van Huntington
B
chorea van Sydenham
C
Alzheimerdementie
D
frontotemporale dementie

A

A
chorea van Huntington
B
chorea van Sydenham

25
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen: dwangklachten, vader had het ook, autosomaal dominant

A

Chorea van Huntington

26
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen: na infectie met een streptokok bewegingsonrust (chorea)

A

Chorea van Sydenham

27
Q

Wat is chorea?

A

Bewegingsonrust

28
Q

Persoonlijkheidsstoornissen predisponeren voor andere psychiatrische stoornissen.
Voor welke onderstaande stoornis geldt dit?
A
norm-overschrijdende gedragsstoornis
B
ticstoornis
C
posttraumatische stressstoornis
D
autismespectrumstoornis

A

C
posttraumatische stressstoornis

29
Q

Voor welke drie van de volgende stoornissen in middelengebruik zijn farmacotherapeutische interventies beschikbaar?
A
cannabis
B
alcohol
C
tabak
D
cocaïne
E
Heroïne

A

B
alcohol
C
tabak
E
Heroïne

30
Q

Zet de volgende diagnoses op volgorde op basis van hun prevalentie in een algemeen ziekenhuis: depressieve stoornis, somatische symptoomstoornis, afhankelijkheid van een middel

A

1
afhankelijkheid van een middel
2
depressieve stoornis
3
somatische symptoomstoornis

31
Q
A