Dermacotherapie en WC PROVOKE en efflorescenties Flashcards
3 basis elementen die vehiculum (drager/basis van therapie) kunnen vormen
Vloeistof (water/alcohol), vaste stof (poeder) of vet
Tussenproducten voor medicatie
Lotion: combi vloeistof met vaste stof.
Pasta: combi vaste stof en vet
Zalf: beetje vaste stof, maar vooral vettig.
Vloeistof en vet: zalf-> als meer o.b.v. vet en crème-> als meer o.b.v. vloeistof
Emulsie: verdunde crème
In welke situatie (van dermatose) doe je welk vehiculum
Als droog/erg droog: zalf. Als weinig nattend of droog: crème. En schudmengsel (lotion met vaste stof) bij nattend.
Lokalisatie: op behaarde gebieden-> lotion, in gezicht-> liefste crème.
Zalf voor en nadelen
Voor: gaat droogheid huid tegen, vermindert jeuk vaak
Na: cosmetisch storend door glimmende eigenschap, vette kleding en soms juist irritatie toename
Crème voor en nadelen
Voor: smeert prettig en cosmetisch plezierende
Na: soms uitdrogend, werkt niet op zeer droge dermatosen
Waar is effect lokale corticosteroïden afhankelijk van
Klasse corticosteroïd
Penetratie huid: toestand van huid, lokalisatie (op rug dikkere huid dan op gelaat), occlusie (opstapeling in plooien) en penetratie bevorderende middelen
Lokale bijwerkingen corticosteroïden
Dermatitis perioralis, huidatrofie, plaatselijke haargroei in gelaat, verhoogde infectiegevoeligheid, gestoorde wondgenezing en acne, rosacea.
Keratinolytica
Verminderen hoorn- en eeltvorming. Worden gebruikt bij acne vulgaris met veel blackheads, chronisch handeczeem met veel hyperkeratose en kan soms bij wratten worden gebruikt.
PROVOKE
Plaats (en symmetrie), Rangschikking, Omgang (aantal en grootte), Vorm, Omtrek, Kleur en Efflorescenties.
Rangschikking
Onderlinge samenhang tussen laesies. Welk deel van huid is aangedaan en hoe liggen plekken t.o.v. elkaar. Zoals: gegroepeerd, gedissimineerd (min/meer gelijkmatig verdeeld over lichaam), diffuus (geen duidelijk patroon), discreet (van elkaar gescheiden, geen duidelijk patroon), reticulair (kippengaas), folliculair (gebonden aan haarfollikels) en segmentaal (1 dermatoom)
Herpetiform: in groepjes dicht bij elkaar/bouquet en corymbiform: moederlaesoe met sattelietlaesies eromheen.
Omvang
Kijken naar aantal laesies en dan de grootte. Miliair (puntgrootte), lenticulair (druppel), nummulair (munt), kinderhandpalm (3-5cm) en handpalmgrootte (5-10cm)
Vorm
Rond, ovaal, lineair, polycyclisch, annulair, dendritisch (vertakt), polygonaal (veel hoekig). Als 3D vorm, ook dat benoemen; bolrond, vlak, spits, stomp, gesteeld of hobbelig
Omtrek
Scherp, matig scherp of onscherp begrensd.
Efflorescenties
Is het soort huidafwijking.
Verhevenheid zonder inhoud: papel (ligt meer op huid<1cm), plaque (vlakke verhevenheid>1cm), nodulus (ligt meer in huid<1cm) en nodus (solide massa>1cm)
Verhevenheid met inhoud: vesicula (helder vocht<1cm), bulla/blaar (>1cm), pustula (troebel vocht <1cm) en cyste (dieper dan pustula en voelt stevig.
Acne vulgaris
Verhoogde talgproductie, aflsuiting van mond talgklierfollikel door hyperkeratose en bacteriële kolonisatie (Propionibacterium acnes). Komt vooral voor op huiddelen met veel talgklierfollikels. Diagnose op klinisch beeld en comedonen (mee-eters) zijn vereiste.
Behandeling: benzoylperoxide, mogelijk in combi met lokaal/oraal antibioticum. Anders: isotretinoïde (vitamine A zuur)
Verwijzen dermatoloog als: geen reactie op therapie, behandeling isotretinoïne, behandeling littekens en post-inflammatoire hyperpigemntatie en acne fulminans.