Anatomie mondbodem en pharynx Flashcards
Pharynx
Bestaat uit naso-, oro- en laryngopharynx. Spierbuis bestaat uit m. constrictor pharyngis superior, medius en inferior. Bevat lucht.
Ring van Waldeyer bestaat uit lymfoïd weefsel
- Tonsilla pharyngea (adenoïd/neusamandel): helemaal achter in dak van nasopharynx
- Tonsilla palatina: tussen beide gehemeltebogen (m. palatoglossus en m. palatopharyngeus)
- Tonsilla lingualis: achter op tong, onregelmatig oppervlak door vele lymfefollikels
- Tonsilla tubaria
Mondholte
Begrensd door palatum, mondbodem, wangen, lippen en keelgat. En bevat o.a. tong en gebit. Zacht verhemelte (palatum molle) zit achterin met uvula in midden en durum voorin. Palatum durum bestaat uit os palatinum en maxilla Iprocessus palatinus). Helemaal achteraan liggen voorste en achterste gehemelteboog (arcus palatoglossus (met m. palatoglossus) en palatopharyngeus (met . palatopharyngeus)) mat daartussen tonsilla palatina.
Intrinsieke tongspieren
Innervatie door n. hypoglossus (XII) en hebben origo en insertie in de tong zelf en kunnen tong alleen van vorm laten veranderen
Extrinsieke tongspieren
- M. genioglossus (n. XII, ontspringt van mandibula): functie uitsteken van tong bij contractie en protursie (bij contractie gaat tong naar contralaterale zijde, dus bij uitval naar aangedane zijde uitsteken)
- M. hyoglossus (n. XII ontspringt van os hyoideum): functie is depressie
- M. styloglossus (n. XII, ontspringt van processus styloideus): functie retractie en elevatie
- M. palatoglossus (n. X, ontspringt van palatum molle): elevatie achterzijde tong en depressie zacht gehemelte
Sensibiliteit en smaak van tong
Voorste 2/3 deel komt sensibiliteit door n. lingualis (V3) en smaak door chorda tympani (uit n. VII). Achterste 1/3 komt smaak en sensibiliteit door n. glossopharyngeus (IX)
Slikken
- Orale fase: voedsel wordt eerst tussen kiezen geduwd door m. buccinator (innervatie n. VII) in wang. M. temporalis, masseter, pterygoideus medialis en lateralis bewegen mandibula (innervatie door n. V3). M. orbicularis oris sluit de mond, tong duwt dan inhoud richting pharynx. Dan volgende fase:
- Pharyngeale fase: nasopharynx wordt afgesloten door palatum molle en larynx afgesloten door epiglottis. Pharynxspieren contraheren en voedsel wordt naar oesophagus geduwd.
Speekselklieren in hoofd-halsgebied
Gl. Parotidea aan voorzijde van oor. Onder mandibula de gl. Submandibularis en gl. Sublingualis.
Mondbodem, begrenzing van de driehoeken
Os hyoideum, mandibula en m. digastricus venter anterior en posterior.
Oppervlakkige structuren mondbodem
Platysma met vet, gl. Submandibularis, a. en v. facialis, a. en v. submandibularis, n. mylohyoideus (motorische tak V3), lymfeklieren, m. digastricus venter anterior (V3) en posterior (VII), m. hyoglossus (n. XII), m. mylohyoideus(n. V3) en m. stylohyoideus (n. VII)
Diepe structuren mondbodem
Craniale deel gl. Submandibularis met ductus submandibularis, gl. Sublingualis, n. hypoglossus, n. lingualis en ganglion submandibularis
Pharynx
Bestaat uit naso-, oro- en laryngopharynx. Overgang naar oesophagus zit rond 6e halswervel. Toegang naar pharynx door lymfoïdweefsel en is gerangschikt in een cirkel; de cring van Waldeyer
Tonsillen
- Adenoïd (tonsilla pharyngea/neusamandel) ligt hoog in nasopharynx op posterieure wand
- Tonsillae palatinae liggen op overgang mondholte en keelholte tussen gehemeltebogen
- Tonsilla lingualis is bij tongbasis. Dat tongdeel is heel onregelmatig door voorkomen vele lymfefollikels.
Slikken
Hyoidale spieren trekken het os hyoideum en larynx omhoog en naar voren. Pharynx wordt wijder en luchtweg afgesloten. Na slikken weer naar beneden door infrahyoidale spieren
Extrinsieke tongspieren
- M. genioglossus: ontspringt van de mandubla
- M. hypoglossus: ontspring van os hypideum
- M. palatoglossus: ontspringt van palatum molle
- M. styloglossus: ontspringt van processus styloideus.
- Innervatie door n. hypoglossus, behalve m. palatoglossus, die door n. vagus.
n. lingualis doet sensibele voorste 2/3 tong, en achterste 1/3 door n. glossopharyngeus