College 3: Psychoneuroimmunology Flashcards
Immuun respons bestaat uit
Herkennen van pathogeen vs eigen cellen en elimineren van pathogeen
IR bestaat uit twee onderdelen
- Innate IS: non-specifieke afweer
- Adaptive IS: specifieke afweer (uniek voor dieren met een ruggengraat)
> Werken niet onafhankelijk van elkaar
Innate IS
Snelle respons (direct na binnenkomst pathogeen) en veranderd niet na herhaalde activatie. Zowel intern als extern.
Adaptive IS
Langzamer (dagen) en sprake van IS geheugen - verbetert na elke blootstelling. Bestaat uit cellulaire IR en humorale IR.
Lymfocyten
B- en T-cellen: complementsysteem, antilichamen en cytokinen
Acute fase eiwitten
Verhogen heel snel na infectie: cytokinen en antilichamen
Externe innate IS
Huid, mucus membraan (mond, longen, geslachtsorganen), pH graad en lysozymen (enzymen die de celwanden beschadigen van bepaalde bacteriën)
Interne innate IS
- Inflammatoire respons: door complementsysteem, mestcellen en histamine > vasodilatatie, zwelling (verhoogde permeabiliteit) weefsel, koorts en pijn
- NK cellen: doden van geïnfecteerde lichaamseigen cellen
- Fagocyten (neutrofielen en macrofagen): eten pathogenen
Functie histamine
Vasodilatatie en verhoogde permeabiliteit (zwelling)
Functie cytotoxische T-cel
Aanzetten van apoptose van geïnfecteerde cellen of tumorcellen
Functie B-cellen
Antilichamen aanmaken en zorgt voor immuungeheugen
Functie macrofagen
Fagocytose en afgeven van cytokinen, zodat immuuncellen naar die plek afkomen. Na fagocytose APC > activatie T-helper cellen
IgE
Antilichaam die zich bindt aan mestcellen, die zorgen voor de afgifte van histamine
Kwetsbaarheidsfactoren voor stress
- Genetische kwetsbaarheid
- Lage SES
- Etniciteit
- Vroege ervaringen als kind
- Weinig controle hebben
Bufferende factoren voor stress
- Sociale steun
- Coping mechanismen
- Optimisme
Chronische eigenschappen voor stress
Persoonlijkheid, financiële problemen.
> Immuun onderdrukking, verhoging van acute fase respons
Episodische eigenschappen voor stress
Werkstress, depressie
> Immuun onderdrukking, verhoging van acute fase respons
Acute stressoren
Boosheid, ineens presentatie moeten geven
> Acute fase respons
Bevindingen Cohen en Tyrrell
Stress gaf 8 voudig risico op het krijgen van een verkoudheid. Belangrijkste voorspellers: het virus ingespoten hebben gekregen en mate waarin het virus actief was, welk virus maakte niet uit.
> Hoe hoger de stress, hoe meer mensen verkouden waren (dus hoe minder IR was)
Innate IR stappen bij pathogeen van buitenaf (8)
- Pathogeen komt wond/weefsel binnen
- Bloedklontering door bloedplaatjes (eerste verdediging: afscheiding van binnen en buiten)
- Vasoconstrictie (bloeding verminderd)
- Vasodilatatie: plasma en immuuncellen kunnen naar beschadiging toe
- Neurofielen geven enzymen af die de pathogeen vernietigen
- Fagocytose van pathogeen door neutrofielen en macrofagen
- Macrofagen geven cytokinen af, waardoor meer immuuncellen naar de plek van verwonding komen
- Inflammatie gaat verder tot alle pathogenen zijn verwijderd en de wond is geheeld.
MHC1
Moleculen die zich bevinden op het celmembraan en die de staat van de cel weergeven, MHC1 moleculen zitten op alle cellen. Bij infectie/verandering in tumorcel: MHC1 verdwijnt van het membraan, waardoor NK cellen/cytotoxische T-cellen deze cel aanzetten tot apoptose.
MHC2
Moleculen op het celmembraan van macrofagen, dendrietcellen en B-cellen - op ‘antigen presenting cells’. Deze cellen gaan componenten (antigenen) van het opgegeten pathogeen op hun eigen celmembraan presenteren (dan zijn ze APC’s) en gaat een binding aan met T-helper cellen, die hierdoor geactiveerd wordt.
Belang MHC1
Verschil tussen gezonde en zieke cellen
Belang MHC2
Doorzetten van immuunrespons door T-cellen te activeren via APC’s.
PAMP’s
Pathogen-associated molecular pattern - PAMP’s gaan op pathogeen zitten, zodat deze herkend worden door Toll-like receptors (TLR’s) op de cellen van het innate IS.
PAMP’s vs antigenen
PAMP’s werken algemeen op pathogenen en antilichamen zijn specifiek gemaakt voor een bepaald pathogeen