College 10: Asthma and psychosocial factors Flashcards
Astma wordt gekenmerkt door
Chronische inflammatie van de luchtwegen
Th1/Th2
Sprake van Th2 hypersensitiviteit (humorale IS, zorgt voor symptomen (eosinofielen voor chronische inflammatie en IgE voor mucus en bronchoconstrictie)
Onset in kinderen
Genen, allergenen (TRIGGER), prenatale omgeving en psychopathologie van verzorgenden
Onset in volwassenen
Allergenen
Oorzaak astma
Inhaleren van allergenen, waardoor er een kettingreactie van biochemische veranderingen en weefselveranderingen in gang wordt gezet
Symptomen (4)
- Bronchiale inflammatie
- Bronchoconstrictie
- Mucus vorming
- Wheezing
Triggers van astma
Allergenen, infecties en andere triggers (mist, stoom?)
Triggers zorgen in de longen voor
Bronchiale hyperresponsiviteit
Twee hoofdkenmerken van astma
Reversibele inflammatie, obstructie van de luchtwegen
Triggers zorgen voor de activatie van
T-helper cellen
Th1 cellen
Tegen intracellulaire pathogenen - CELLULAIRE IS
Th2 cellen
Tegen extracellulaire pathogenen - HUMORALE IS
Th1 en Th2 hebben
Invloed op elkaar
Th2 bestaat uit twee factoren
- Eosinofielen: chronische inflammatie
- IgE: bindt aan mestcel die daardoor histamine gaat afgeven, zorgt voor mucus vorming en bronchoconstrictie
Wat is de invloed van SES bij astma
SES kan worden onderverdeeld in prestige SES (opleiding) en resource SES (geld/schulden).
Prestige SES: gerelateerd aan astma gerelateerde gedragingen
Resource SES: gerelateerd aan cytokinen productie
Wat is de invloed van stress bij astma
Stress, vooral prenatale stress, kan zorgen voor het uitlokken van astma, doordat de HPA-as van het kindje hypergevoelig is. Hierdoor vindt er een Th2 shift plaats, waardoor Th1 onderdrukt wordt en Th2 hyperactief is en waardoor astma kan ontstaan.
Pro-inflammatoire cytokinen geproduceerd bij astma zorgt weer voor de verdere activatie van de HPA-as, waardoor er meer cortisol wordt geproduceerd. Dit kan zorgen voor het eerder ontstaan van depressie (en cytokinen zorgen ook voor depressieve stemming)
Prevalentie oud/jong
Kinderen meer bij meisjes, volwassenen meer bij vrouwen
Omgevingsfactoren die kunnen bijdragen aan astma
Prenatale omgeving, familie functioneren (cohesie) en SES
Bij astma en DM allebei sprake van
Gen x omgeving interactie en ontstaan door trigger
Roken zorgt voor
Bronchoconstrictie, mucus vorming en inflammatie
Bij astma rookt men
Meer dan in de gezonde populatie, SHS is net zo slecht
Comorbiditeit adolescenten
Angst, gedrag en stemming
Comorbiditeit volwassenen
Angst, paniek en depressie
Psychische problematiek zorgt voor
Slechtere QoL, meer medicatiegebruik, meer ziekenhuisopnames, slechte astma controe
Psychische problematiek en astma
Delen biologische mechanismen, waardoor ze elkaar kunnen versterken/verslechteren
Van astma naar depressie
- Ziekteburden
- Medicatie bijwerkingen
- Biologische mechanismen
Medicatie bijwerkingen astma en depressie (2)
- Glucocorticoïden: synthetische cortisol, als je dit vaker slikt geeft het net zo’n reactie als bij chronische stress (systeem wordt ongevoeliger, anti-ontstekingseigenschappen verzwakken, IS omhoog). Door stress is het systeem nog ongevoeliger, waardoor je nog meer moet nemen om een effect te krijgen.
- Albuterol: verhoogd paniekgevoel (overarousal), waardoor paniek en astma moeilijker uit elkaar te houden zijn > bevestiging van cognitie
Factoren die zowel kunnen zorgen voor astma als depressie
- Genen
- Pre/postnatale omgeving
- Gedeelde pathofysiologie
Twee factoren die invloed hebben op bronchiolen
- Inflammatie: door eosinofielen
- IgE: mucusvorming en bronchoconstrictie
- ANS: door ORGAANSPECIFICITEIT zorgt PS voor bronchoconstrictie en SP voor bronchodilatatie (bij stress dus meer SP
PS op de longen
Bronchoconstrictie, muscarine receptoren
SP op de longen
Bronchodilatatie, via beta receptoren
ANS bij astma
Sprake van overgevoelige PS - dus meer bronchoconstrictie!
Th2 shift/biased IR
MEER anti-inflammatoire cytokinen: IL-4, 5, 6, 10, 13 - extracelluaire IS, aanzetten eosinofielen en IgE > SYMPTOMEN
MINDER pro-inflammatoire cytokinen: TNFalfa, INFgamma - doden intracellulaire parasieten en aanzetten tot auto-immuun respons
Komt door
Prenatale stress
Cascasde IgE
Irritant > IgE respons > anti-inflammatoire cytokinen afgifte > bronchoconstrictie en mucusvorming
Waarom albuterol als medicatie gebruik
Is een beta-agonist, dus aanzetting van het SP, dus bronchodilatatie. Maar ook een SP reactie in de rest van het lichaam, dus hartslag omhoog, vasoconstrictie > zenuwachtig gevoel
ANS als link tussen astma en depressie
Vagal bias door prenatale stress - in de prenatale periode worden organen op een verschillende manier ingesteld (ORGAANSPECIFICITEIT), ook HPA-as ingesteld in deze periode. Bij astma is er dus een overgevoelige PS en depressie bij astma is geassocieerd met verandering van de vagale longreactie in vergelijking tot alleen astma.
Aanpassing HPA-as door prenatale stress zorgt voor
- Meer gevoeligheid voor stress
- Minder regulatie van IR: Th2 shift (!!)
Th2 shift in baarmoeder
Cortisol en CRH kunnen bij grotere hoeveelheden door de placenta heen > IgE respons omhoog (Th2) > meer remming Th1 (Th1/Th2 disbalans) > cytokine afgifte > bronchoconstrictie/mucusvorming
Cytokinen: ZIEKTEGEDRAG
Dus door HPA-as
Th2 shift in IS, daardoor meer cytokinen en meer ziektegedrag en door verandering in HPA-as ook gevoeliger voor stress
Twee effecten van prenatale stress zijn dus
- Verandering HPA-as: meer gevoelig voor cortisol, op lange termijn cortisol resistentie daardoor ontstekingen minder goed geremd doordat negatieve feedback loop niet goed werkt
- Verandering humorale IR: Th2 shift
> VERHOOGD RISICO ASTMA EN DEPRESSIE (beide factoren zorgen voor meer cytokinen, dus meer ziektegedrag)
Dyspneu
Subjectieve verschillen, air hunger
Dyspneu kan door drie factoren worden uitgelokt
- Mechanoreceptoren: worden gereguleerd door hersenstam, dyspneu door discrepantie tussen wat de hersenstam en wat de receptoren zeggen
- Receptor functie: stretch en airflow receptoren kunnen overgevoelig worden > verhoogde respons
- Chemoreceptoren: overgevoelig, geven signalen van hypercapnia af.
Brochoprovocatie test
Histamine inhaleren, is een betere voorspeller van dyspneu dan longfunctie zelf
Dyspneu beïnvloed door
Emoties, stemming, angst, anticipatie op dyspneu, verhoogde aandacht op ademhaling
Onderzoek achtbaan
Koude lucht achtbaan zou dyspneu moeten triggeren, maar na achtbaan hadden astmapatiënten even hoge longfunctie als controle groep
> DUS: subjectieve reacties hebben grote invloed op benauwdheid!
Perceptie van dyspneu en activatie in de hersenen
Signaal komt binnen via de insula en in ACC wordt besloten of er emotioneel gereageerd moet worden of niet, OFC matching van affect en fysieke staat
Hersengebieden astma en depressie
Zowel insula als ACC hypergevoelig bij astma en depressie
Cognitieve theorie astma > depressie
- Herhaalde blootstelling van astma zorgt voor koppeling van angst en dyspneu
- Aangeleerde hulpeloosheid door onvoorspelbaarheid van aanvallen
Biologische theorie astma > depressie
Hypoxia en hypercapnia leiden tot hyperreactiviteit van angstcircuits in de hersenen
Van dyspneu naar paniekaanval
Hypercapnia zorgt voor
- LC: NE omhoog > verhoging hartslag
- Ventrale medulla > verhoging ademhaling
Ventrale medulla zorgt ook voor aansturing van het limbische systeem, waardoor een gevoel van angst ontstaat.
Bij CO2 sensitiviteit bij astma: elke keer als CO2 boven een grens komt, wordt deze hele reactie op gang gebracht, zowel fysiologische als emotionele reacties
SES zorgt voor
Verhoging HVZ, autoimmuunziekten, respiratoire ziekten, kanker
Lage SES in volwassenen zorgt voor
- Verhoging adrenaline/noradrenaline
- Cortisol
- Inflammatie
> HVZ / astma