College 1: Introduction Flashcards
Vier basisconcepten psychosomatische geneeskunde
- Gezonde individuen zitten in een staat van dynamische balans (homeostase)
- Ziekte/verwonding zijn nooit 100% fysiek
- Omgeving speelt altijd een rol in de etiologie van een ziekte/verwonding
- Choice of disease: door genen/preneonatale omgeving ben je kwetsbaarder voor de ene ziekte dan voor de andere ziekte
BPS model Engel
Interacties tussen biologische, psychologische en sociale mechanismen bepalen ziekte of gezondheid als uitkomst. Geeft ondersteuning aan stressmodellen.
Psychobiologisch
Genetisch basis van gedrag, psychofysiologie (ANS, PNI, CNS), stress/allostase, psychobiologie van ziekten
Appraisal
Is er een dreiging of niet. Leidt tot actieve coping (fight/flight) of actieve inhibitie (freeze/vigilance)
Actieve coping
ANS activatie (sympatische activatie) en hormonale activatie (HPA-as geactiveerd, cortisol helpt lichaam te reageren op stressor)
Stress is een staat van
Onbalans, stelt organisme in staat om te reageren op psychologische, sociale, omgevings- en fysieke uitdagingen
Respons stereotypie
Ontstaat door genen en preneonatale omgeving.
Hoe verschillende mensen reageren in één situatie (de ene meer geneigd naar fight/flight, de andere meer naar freeze)»_space; gevoeligheid van HPA/IS etc.
Actieve inhibitie
Ook sympatische arousal (want stress), actieve inhibitie van bloed naar de spieren (bloed naar de organen, minder bloeding bij verwonding)
Cannon
Haalde de term stress uit engeneering: stress bij gebogen metaal, kan kapot gaan > als men onder spanning staat gaat hij ook kapot
Fight/flight respons volgens Cannon
Zintuigen staan op scherp, pupillen worden groter, haren overeind, HR omhoog, vasoconstrictie, ademhaling omhoog, bloed gaat naar de benen (want er gaat iets gebeuren), vet/glucose metabolisme, afgifte endorfines (anticipatie op verwonding), remming cognitieve processen
Seyle
General adaptation syndroom - er moet meer gebeuren dan acute stress om ziek te worden
McEwen
Allostase vs. homeostase. Allostatic load: hoe ga je van stabiel niveau naar exhaustion
Acute stress respons
- Afgifte stresshormonen: NA, A, cortisol
- Verhoging en verdeling van energie
- IS activatie (antiviral respons wel onderdrukt door cortisol, immunosuppressive)
- HR omhoog bij actieve coping
- Vasculaire respons bij actieve inhibitie (vigilantie, passieve stress)
Chronische stress respons
- Verhoogde activatie van stresssystemen
- IS: Th2 shift (minder cellulaire immuniteit, meer humorale immuniteit) > verhoging ontstekingsreactie > verhoging cytokinen
- Receptoren ongevoeliger voor cortisol/cortisol resistentie > HPA-as hyperactief > IS geen onderdrukking meer > meer cytokinen
- Verhoging vasculaire response stereotypie
> Cardiovasculaire consequenties
General adaptation syndrome fasen
- Alarm fase: snelle reactie op dreiging (fight/flight)
- Resistance fae: gewenning, IS moet harder werken om te zorgen dat iemand niet ziek wordt, HPA-as neemt SAM-as over (SAM vooral accuut) en HPA-as wordt hyperactief. Deze fase kost veel energie!
- Exhaustion fase: lichaam geeft op, processen, IS/orgaanfuncties raken uit balans > ziekte ontstaat of organisme gaat dood