Class 9

Question 1

Hace viento hoy

Answer 1

Het waait vandaag

Question 2

Hoy es mi cumpleaños

Answer 2

Vandaag is het mijn verjaardag

Question 3

Hoy cumplo años

Answer 3

Vandaag verjaar ik

Question 4

Nevar

Answer 4

Sneeuwen

Question 5

Hace mucho frio hoy

Answer 5

Het vriest vandaag

Question 6

Tienda

Answer 6

winkel

Question 7

Guapo

Answer 7

Knap

Question 8

Feliz

Answer 8

blij, gelukkig

Question 9

Bonito

Answer 9

Mooi

Question 10

I’m 44

Answer 10

Ik ben 44 jaar oud.

Question 11

A menudo

Answer 11

Vaak - Ik ga vaak naar de winkel

Question 12

Avion

Answer 12

vliegtuig (“flijt-tuj”)

Question 13

Aprender

Answer 13

Leren

Question 14

Cosa

Answer 14

dingen

Question 15

Aprendido

Answer 15

geleerd

Question 16

Oracion (gramatica)

Answer 16

Zin

Question 17

Solo (only)

Answer 17

Allen - Ik heb alleen water.

Question 18

Hacer deporte

Answer 18

Ik doe aan sport - Ik speel voetbal

Question 19

Ajedrez

Answer 19

schaak

Question 20

veces

Answer 20

keer - Ik ga twee keer per week naar de sportschool

Question 21

con gusto

Answer 21

Graag - Zij drinkt graag koffie

Question 22

El es Americano

Answer 22

Hij is Amerikaans

Question 23

103

Answer 23

honderd drie (sin en)

Question 24

Numeros (cifras)

Answer 24

Getallen

Question 25

+

Answer 25

plus

Question 26

-

Answer 26

min

Question 27

X (multiply)

Answer 27

mal

Question 28

=

Answer 28

Is

Question 29

Excepciones regla posicion

Answer 29

Eerste, Derde, Achtste

Question 30

Mitad

Answer 30

Helf, halve - La diferencia es que “helft” se refiere a la “mitad” en términos generales, mientras que “halve” se usa cuando hablamos de una fracción o cuando algo está dividido en dos partes iguales.

Question 31

Tijera

Answer 31

Schaar

Question 32

Reglas Welk/Welke

Answer 32

Welk boek is dit? - Welke boeken heb jij gelezen? - Welk: Para sustantivos neutros en singular. Welke: Para sustantivos comunes (de) y sustantivos en plural.