Celdeling Flashcards
celgroei
- toename volume van cel
- door meer anabole producten dan katebole afbraak
- onomkeerbaar - maximun
- bereiken = delen
- diffusie mogelijkheid K
- afstand tot kern = controle centrum
delen van de celcyclus
= groei-duplicatie cyclus
- interfase
- G1-fase = 1e groeifase
- S-fase = synthese fase
- G2-fase = 2e groeifase - M-fase
- mitose
- meiose
-> regulatie door CDC-genen
- cell devision cycle genes
- enzymen
G1-periode
= 1e groeiperiode
= net na deling
= 10u, korter bij sneller ontwikkelende mechanismen
omzetten chromatide
- vorming van chromatine draden
- vorming kern
- histonen rond chromatine wikkelen
S-periode
= syntheseperiode
= verdubbeling DNA
= DNA-replicatie
= 7-8 u
- onwikkelen van dubbele helix structuur = DNA-tropoisomerase
- verbreken purine x pyrimidine binding = DNA-helicase
—> op meerdere plaatsen tegelijk
- binden met RNA-primase om te voorkomen opnieuw te binden = DNA-primase
- primers van DNA afhalen = exonuclease
- verdubbelen van DNA = DNA-polymerase
- DNA werkt in 5’-3’ = leesrichting
- 3’-5’ DNA = leadingstrand = continue aanmaak
- 5’-3’ DNA = laggingstrand ≠ contineu aanmaak
- deeltje in leesrichting maken, achteruit springen, deel maken = okazaki-fragments
- okazaki-fragments aan elkaar hechten door DNA-ligase - 2 nieuwe DNA strengen gevormd
- 1/2 oude streng
- 1/2 nieuwe streng
- semiconservatief
enzymen DNA-replicatie
DNA-polymerase
DNA-helicase
DNA-ligase
DNA-primase
DNA-troposiomerasen
Exonucleasen
DNA-polymerase
enzym
= synhtese DNA-moleculen katalyseren
- desoxyribonucleotide
- werken in paren: dubbele streng
- 40 nucleotiden/sec
desoxyribonucleosidetrifosfaat + DNAn <=> difosfaat + DNAn+1
DNA-helicase
- klasse van enzymen
- 95 niet reductante enzymen
- 64 RNA-helicases
- 31 DNA-helicases - ontbinden van DNA
- motoreiwitten
- bewegen langs nucleïnezuurfosfodiësterskelet
- ATP-hydrolysatie voor energie - voorkomen in processen
- uitpakken genen katalyseren
- DNA-duplicatie
- translatie
- transcriptie
- recombinatie
- DNA-reparatie
- ribosoombiogenese
DNA-ligase
enzym klasse
samenvoegen DNA-stregen katalyseren
= fosfodiësterbinding
processen
- herstellen enkelbreuken
- herstellen dubbelbreuken = DNA-ligase IV
- DNA-replicatie
- DNA-reparatie
- okazaki-fragments aan elkaar binden
DNA-primase
enzym
= primers op enkele streng binden
= kort RNA-segment op DNA binden
= type RNA-polymerase
-> voorkomt dat beide strengen terug aan elkaar binden
DNA-topoisomerasen
klasse enzymen
- isomerase klasse
- topologisch probleem oplossen
- dubbele helix/supercoiling verbreken
- DNA-substraat = DNA-product = behoud van genetische code
- DNA-subtraat
- binden op fosfaatruggengraad van 1 of beide strengen
- breken
- afwikkelen
- binden
- DNA-product
exonucleasen
enzym klasse
- binden aan 3’ of 5’ uitende
- fosfodiësterverbinding hydroleseren = primer verwijderen
- naar binnen toe werken
- spontane binding beide DNA-strengen
G2-periode
= 2e groeiperiode
= 4-5u
- kortere chromatinedraden
- controle van de DNA-replicatie door gespecialiseerde eiwitten
- mismatch repair
- originele keten markeren met methyl groepen
- verschillen controleren - base exicion repair
- 1 base uitknippen & vervangen - nucleotide exicison repair
- hele strook wegknippen
- vervaning door DNA-polymerase
M-fase
- mitose
- diploïde cellen
- delen somatische cellen alle
- 1 cyclus
- 1u - meiose
- haploïde cellen
- gameten, oöcyten, spermatozoa
- 2 cylcussen
celdeling -> diakinese
fases van mitose
interfase
profase
metafase
anafase
telofase
fases van meiose
interfase
1 diploïde cel = kiemcellen
1e meiotischde deling
profase I
- leptoteen
- zygoteen
- pachyteen
- diploteen
- diakinese
prometafase I
metafase I
anafase I
telofase I
2 haploïde cellen
interkinese ≠ interfase
2e meiotische deling
profase II
metafase II
anafase II
telofase II
4 haploïde cellen
verschillen mitose/meiose
mitose
- 2 identieke cellen: homologe chromosomen conjugeren niet
- 1 keer
- van diploïd naar diploïd
meiose
- 2 andere cellen: homologe chromosomen conjugeren
- 2 keer, ertussen gen replicatie
- van diploïd naar haploïd
interfase mitose
1e fase
= G1/S/G2-fase
- celkern = apart organel
- nucleolus/nucleoni zichtbaar = geen chromosomen = verspreid chromatine
- centriolen = buiten kern
- normale processes cel
– respiratie
– eiwitsynthese
– groei
…
profase mitose
2e fase
1. vorming van chromosomen
- verdwijnen van kern
- willekeurig doorheen cel
2. vorming van spoelfiguur
- centriolen naar polen
- tonofilamenten = structuur
- myofilamenten = verbonden met centromeren chromosoom = chromatiden uitelkaar trekken
verschillen in voorkomen erfelijk materiaal
chromatine = in de celkern = uitgevouwen
46 chromatide = de 2 strengen die een chromosoom opbouwen verbonden door een centromeer
23 chromosomen = 2 chromatide strengen
metafase mitose
3e fase
1. verbinding met chromosomen
- myofilamenten x centromeer
- trekken = op equator vlak gaan liggen
-> metafase -> ana fase= moment dat ze loslaten
van 23 chromosomen naar 45 chromatiden
anafase mitose
4e fase
- chromatiden naar polen getrokken
- begin cytokinese
telofase mitose
5e fase
= omgekeerde profase
- ontrollen van chromatiden
- vorming chromatinen
- vorming celkern
- kernmembraan door blaasjes van RER - verdwijdering spoelfiguur + verdubbeling centriolen
- voltooing cytokinese
cytokinese
- tijdens anafase
- cirkelvormige microfilamenten beginnen te trekken = actine/myosine
- invaginatie
- invaginaties tegen elkaar
- 2 dochter vellen
- eind telofase & deling
experiment zee-egeleieren = grote cellen
- celorgannellen verplaatsen & verwijderen
- vinden acinte/myosine aanwerzigheid
subfasen profase meiose
- leptoteen = dunne band
- omvorming van chromatine naar chromatide
- chromosomen worden korter & meer zichtbaar - zygoteen = verbinding
- homologe chromosomen zoeken elkaar op
- overeenkomistige delen komen naast elkaar te liggen & verbinden = bivalent & synapsis
- bij X/Y enkel korte armen verbindinen = PAR = pseudo-autonomale zone - pachyteen = dikke band
- chromosomen blijven verkorten
- lengte splitsing zichtbaar = breuken
- centromeer blijft intact
- bij crossinover: chiasmata vorming = tijdelijke bindingen chromosomen - diateen = 2 banden
- chromatiden bewegen weg van elkaar
- bij crossingover: chiasmata = X-vormige structuur - diakinese = uitelkaarbewegen
- chromosomen duidelijk uit elkaar
- bij crossingover: 1 = kruis, 2 = ring, 3+ = ketting