Behavior modification: Hoofdstuk 8 Flashcards

1
Q

Respons rate / response frequency

A

Verwijst naar het aantal keren dat het gedrag optreedt binnen een bepaalde tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Schedule of reinforcement

A

Dit schema is een regel waarin staat welk gedrag wanneer zal worden bekrachtigd. Dit moet voorafgaan aan intermitterende bekrachtiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Continue bekrachtiging

A

Hiermee wordt bedoeld dat na elke activiteit een beloning wordt gegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Intermittent reinforcement

A

Dit is het af en toe belonen van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aanleerfase

A

Wanneer een gedraging wordt aangeleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderhoudingsfase

A

Wanneer een gedraging is geleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Free-operant-procedure

A

De individuen zijn vrij in het reageren en doen van activiteiten en het krijgen van beloningen op elk tijdstip. Er is geen ratio voor bekrachtiging aanwezig waar iemand zich aan moeten houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fixed-ratio (FR)

A

Een beloning wordt gegeven na een vast aantal keer van antwoorden en reageren. Dit is makkelijk om het te bestuderen gedrag te registreren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Variabele-ratio (VR)

A

Een beloning wordt gegeven na een bepaald aantal antwoorden of reacties, en dat aantal wat nodig is om telkens een beloning te krijgen is variabel en zal onvoorspelbaar veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Progressive ratio (PR)

A

Lijkt op fixed-ratio, maar er zitten niet precies evenveel stappen tussen de beloningen, dit wisselt.
Deze worden gebruikt om te bepalen hoe krachtig een bepaalde beloning is voor een bepaald persoon. De hoger het breaking point van de beloning, de krachtiger de beloning is voor dat persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fixed-interval (FI)

A

De specfieiek tijd die verstreken moet zjin voordat de beloninig kan worden gegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Variabele-interval (VI)

A

Een beloning wordt beschikbaar gesteld na een interval van tijd. Dit interval zal onvoorspelbaar in lengte variëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Limited hold

A

Er wordt een bepaalde periode van tijd toegevoegd aan het interval schema nadat een beloning beschikbaar wordt gesteld. In die periode moet het gedrag voorkomen.
* Fixed interval met limited hold
Bijvoorbeeld: Wachten op de bus. Iedere 20 minuten komt er een bus, en die bus zal per halte 1 minuut wachten zodat er mensen kunnen instappen
* Variabele interval met limited hold
Bijvoorbeeld: Telefoneren naar een persoon die in gesprek is. Zolang de lijn bezet is kan je blijven bellen maar krijg je de persoon niet te spreken. Je moet daarom bellen in de limited periode waar de lijn vrij is, en dit kan variëren van dag tot dag.
(

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fixed-duration (FD) schema:

A

Constant gedrag te laten zien tijdens een bepaalde tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Variabele-duration (VD) schema

A

Constant gedrag te laten zien alleen weet je niet precies hoe lang er tussen zit voordat er een beloning beschikbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Concurrente schema van bekrachtiging

A

Hierbij worden twee of meer gedragingen bekrachtigd op verschillende van de bovengenoemde schema’s op hetzelfde moment.

17
Q

Discrete trails procedure

A

Een afzonderlijke stimulus wordt gepresenteerd voorafgaand een kans op een respons en kan worden gevolgd door een bekrachtiging. De volgende respons kan niet voorkomen tot dat een andere stimulus is gepresenteerd. Bijvoorbeeld: een student krijgt een rekensom, en de leraar wacht tot de leerling klaar is en geeft een beloning. Daarna geeft de leraar de leerlingen een nieuwe som.