Behavior modification: Hoofdstuk 21 Flashcards

1
Q

Topografie van een reactie

A

De topografie van een reactie is de specifieke bewegingen betrokken bij de reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Frequentie

A

Hoe vaak een bepaald gedrag voorkomt in een bepaalde periode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Duur

A

Hoe lang specifiek gedrag aanhoudt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Continuous recording

A

Het noteren van al het targetgedrag gedurende een observatie. Het continue opschrijven wordt vooral gebruikt bij het gemakkelijk te noteren gedrag, en waar de duur redelijk hetzelfde is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Interval recording

A

noteert gedrag als wel of niet voorkomend tijdens een bepaalde periode van tijd, en wordt vaak gebruikt wanneer de reacties variëren in duur van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Partial interval recording

A

Hiermee wordt bedoeld dat gedurende een bepaalde interval maximaal 1 keer het gedrag wordt gemeten, ongeacht de frequentie en duur van het gedrag in dat interval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Whole interval recording

A

Hiermee wordt bedoeld dat het gedrag gedurende de gehele interval moet plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Time sampling recording

A

Hiermee wordt bedoeld dat een gedrag wordt genoteerd als voorkomend of niet voorkomend tijdens een korte tijd die wordt geobserveerd en dan voor een langere periode niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Interval-recording procedure

A

Als een interval recording en time-sampling recording beide worden toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stimulus controle van gedrag

A

de correlatie tussen een stimulus en een reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Looptijd van gedrag

A

De aanwezigheid van een stimulus en het begin van het gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly