Behavior modification: Hoofdstuk 19 Flashcards
Motivating operation (MO)
Een gebeurtenis of handeling die tijdelijk het effect veranderd van een beloning of straf (=waarde-veranderingeffect) en die gedrag beïnvloedt dat normaal leidt tot een beloning of straf (=gedrags-verandering effect).
Motivating establishing operation (MEO)
is een gebeurtenis die tijdelijk het effect van een beloning of straf toe laat nemen en die vervolgens de waarschijnlijkheid van gedrag bevordert, hetgeen leidt tot belonen of het laten afnemen van het gedrag door straffen. Bijvoorbeeld: deprivatie, het tijdelijk onthouden van eten, zal het gedrag doen toenemen dat tot eten leidt.
Motivating abolishing operation (MAO)
is een gebeurtenis die tijdelijk de invloed van beloningen of straffen doet afnemen en niet het gedrag bevordert dat leidt tot beloning of een straf. Bijvoorbeeld: satiation, Het van tevoren eten doet het eten als beloning afnemen.
Een ongeconditioneerde MEO en MAO (UMEO en UMAO)
): is een niet aangeleerde motivatie. Zoals gezegd bestaat een MO uit een waarde-veranderings effect, en een gedrags-veranderings effect. Bij een UMO is de waarde-veranderings effect aangeboren.
Een geconditioneerde MEO en MAO (CMEO en CMAO)
is een aangeleerde motivatie. Zowel de waarde-veranderings effect en het gedrags-veranderings effect zijn aangeleerd.
CMEO
Dit is een motivator die tijdelijk de waarde van een geconditioneerde bekrachtiger verhoogd en de waarschijnlijkheid van een gedrag verhoogd die eerder naar een bekrachtiger heeft geleid.
Echoic
(echo, klanknabootsend) is een vocale nabootsende reactie die is ontwikkeld en behouden door vocale bekrachtiging. Bijvoorbeeld: een ouder die zegt ‘water’, het kind zegt ook water en wordt hierom geprezen. Het woord water is de echoic.
Tact
is het benoemen van een reactie die wordt beloond en behouden door sociale bekrachtiging. Bijvoorbeeld: een ouder wijst naar een glas water en vraagt wat het is. Het kind zegt dat het water is, en wordt geprezen. Water is de tact.
Mand
is een verbale respons die onder controle is van een MO en wordt gevolgd door een bekrachtiging door een gelijksoortige bekrachtiging of de verwijdering van een soortgelijke aversieve stimulus. Bijvoorbeeld: een kind dat dorst heeft en vraagt om water. Water is een mand.