Behavior modification: Hoofdstuk 29 Flashcards

1
Q

WEderzijdse remming

A

Sherrington merkte op dat als een groep spieren wordt gestimuleerd, een antagonistische spiergroep wordt geremd, en vice versa. Hij noemde deze wederzijdse remming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Systematische desensibilisatie

A

Wolpe breidde dit principe van wederzijdse remming uit om te stellen dat als een reactie die onverenigbaar is met geleerde angstgevoelens kan worden veroorzaakt door een stimulus die geconditioneerd is om die angst te produceren, dan zal die stimulus ophouden met het uitlokken van de angstreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Self-efficacy

A

Het feit dat individuen meer geneigd zijn om meer adequaat te presteren als zij in zichzelf geloven dat zij in die situatie adequaat kunnen presteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cognitive behaviour therapy

A

Albert Ellis en Aaron Beck veronderstellen dat gebrekkige cognitieve processen/verkeerd denken, emotionele en gedragsproblemen veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly