8.1 – Technologie, gezondheid en welbevinden Flashcards

1
Q

Welke risico’s kleven er aan de technologische ontwikkelingen in arbeid en organisatie?4x

A

De belangrijkste risico’s zijn:

  1. Er is een verschuiving van fysieke naar mentale arbeidsbelasting waarbij fouten of onoplettendheid soms grote gevolgen kunnen hebben. Hierbij zijn de ervaren werkdruk en de mentale belasting hoog; de werknemer moet voortdurend alert zijn. Iemand loopt grotere kans op compensatoire inspanning (zie ook hoofdstuk 3 van het tekstboek over mentale belasting). Door deze ontwikkeling zijn mensen ook minder in beweging. Bewegingen zijn vaak repetitief en houdingen statisch. Naast gezondheidsgevolgen van te weinig beweging lopen werknemers een grotere kans op klachten aan arm, nek en schouders (KANS-klachten, oftewel RSI-klachten).
  2. Snelle en voortdurende ontwikkelingen in technologie maakt dat mensen zich voortdurend moeten aanpassen. Dit kan werknemers het gevoel geven onvoldoende competent te zijn, wat een negatieve invloed kan hebben op welbevinden. Ook kunnen werknemers zich bedreigd voelen door technologie.
  3. Geringe beïnvloedingsmogelijkheden op technologische producten waarmee iemand moet werken (bijvoorbeeld computerstoringen) kunnen een bron van stress zijn, evenals de enorme hoeveelheid aan informatie die werknemers tot zich moeten of kunnen nemen (e-mails, internet).
  4. Het nieuwe werken brengt vooral voor werknemers met kinderen meer werkstress met zich mee.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kunnen deze risico’s worden beperkt? Wat zijn daarbij belangrijke aandachtspunten? 3x

A

Het belangrijkste is dat werkgevers en adviseurs (bijvoorbeeld A&G-psychologen) aandacht hebben voor de manier waarop het werk wordt ingericht. Dit heeft namelijk consequenties voor het welbevinden en de gezondheid van werknemers. Een paar aandachtspunten zijn:

  1. gebruikersvriendelijkheid van computers en automatiseringssystemen. Er moet afstemming zijn tussen de techniek en het sociale systeem (werknemer, afdeling) waarbij rekening gehouden wordt met de capaciteiten van werknemers. Laat werknemers hierin meedenken.
  2. aandacht voor (het reguleren van) de werkdruk, de inrichting van de fysieke werkomgeving, voldoende afwisseling en beweging.
  3. Zorg dat mensen bij het invoeren van nieuwe technologische materialen of producten goed geïnformeerd of getraind worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het artikel van Plomp & Peeters (2020) geeft inzicht in de invloed van technologische vernieuwingen op de kwaliteit van werk en welzijn van de werknemer. De auteurs bekijken deze invloed vanuit het job demands-resources (JD-R)-model.

Beschrijf dit perspectief kort in eigen woorden en beargumenteer of jij je hierin kunt vinden.

A

Het evenwicht tussen taakeisen en hulpbronnen bepaalt voor een groot deel de werkuitkomsten en het welzijn van werknemers. Het hebben van voldoende hulpbronnen motiveert om werkdoelen en een vorm van werkbevlogenheid te behalen.

Taakeisen veranderen als gevolg van technologische ontwikkelingen. Dit betekent meestal ook dat er andere of aanvullende hulpbronnen nodig zijn. In het artikel is onderzocht in hoeverre taakeisen en hulpbronnen veranderen bij de invoering van technologische ontwikkelingen en hoe dit samenhangt met het welzijn van werknemers.

De literatuurstudie laat zien dat technologische vernieuwingen vaak gepaard gaan met intensivering van taakeisen en een verandering in hulpbronnen. De invloed op welzijn is niet eenduidig, maar wel is duidelijk dat de toename in taakeisen op zichzelf samenhangt met verminderde welzijnsuitkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke manier kan de informatie op de website digivaardigindezorg.nl zorgprofessionals ondersteunen bij de veranderingen in hun werk? Welke van de praktische aanbevelingen uit het artikel zie je terug? 5x

A

De website ondersteunt zorgprofessionals door het aanreiken van kennis en hulpmiddelen waarmee zorgverleners hun hulpbronnen kunnen vergroten, onder andere:

  1. met informatie over digitale vaardigheden die de zorgverlener nodig heeft en een bijbehorend assessment tool om de eigen digitale vaardigheden te meten. Dit dient als bewustwording voor organisaties, managers en zorgverleners om aan de hand van een assessment gericht te kijken welke bijscholing nodig is.
  2. met leermiddelen over diverse veelgebruikte digitale toepassingen (Microsoft Office, Privacy issues en veiligheidsinstellingen, eHealth-toepassingen).
  3. door werkgevers te laten zien dat digicoaches op de werkvloer zorgverleners kunnen helpen bij het ontwikkelen van hun digitale vaardigheden.
  4. door de inzet van digicoaches op de werkvloer (bieden van ondersteuning in de werkomgeving).
  5. door het opstellen van functieprofielen van veelvoorkomende functies in de zorg waarin digitale vaardigheden zijn opgenomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke van de praktische aanbevelingen die zijn gegeven in het artikel zie je nog niet terug, maar zouden wel nuttig zijn om zorgverleners te ondersteunen in het digitaliseringsproces? 3x

A
  1. Jobcrafting: geef zorgverleners de mogelijkheid om bepaalde werkkenmerken van hun baan aan te passen en vorm te geven zodat deze beter aansluiten bij hun voorkeuren en behoeftes.
  2. Motiveren: zorgverleners moeten de meerwaarde van de verandering voor henzelf en patiënten zien. Natuurlijk helpt het hierbij als de zorgverlener digivaardig is.
  3. Gericht aanbieden van trainingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Adam Smith (Engelse
econoom en filosoof 1723-1790) formuleerde het principe van de… 2x

A

de ‘vrije markt’ en ‘verdeling van werk’ zoals hij
beschreef in On the Wealth of Nations (1776), als leidend principe om de samenleving in te richten. Rationele
verdeling van werk zou leiden tot specialisatie en dus betere vaardigheden en zo efficiëntere productie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Charles Babbage (1791-1871) paste de principes van Adam Smith in de praktijk toe, hij verdeelde rekenwerk tussen ‘wiskundigen’ die rekenregels
afleidden, ‘opperlieden’ die de regels vertaalden in arbeidsvoorschriften en ‘rekenaars’ die eenvoudige
rekenoperaties herhaalden. De complexe activiteit, rekenen, werd verdeeld in diverse operaties, verschillend in
complexiteit. Hierdoor hoefde niet elke werknemer over dezelfde vaardigheden te beschikken en waren ze ook niet
allemaal even duur.

Wat vond Babbage uit?

A

De rekenmachine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Frederic Taylor
(1865 – 1915) bouwde voort op de ideeën. Babbage bedacht horizontale verdeling van werk waardoor taakinhoud
verschraalt. Wat voegde Taylor toe?

A

de verticale verdeling toe waarmee werknemers ook zeggenschap over de wijze van
taakuitvoering wordt ontnomen, het Taylorisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Henry Ford (1863-1947) voegde in 1914 een nieuw en revolutionair
element toe. Welke?

A

De lopende band. . Zo konden goederen in grote hoeveelheden geproduceerd worden. Dit noemen we
het Fordisme en is het leidende principe in de auto-industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De verdere
ontwikkeling van het gebruik van technologie in het arbeidsproces is globaal in te delen in 4 fasen. Elke periode
stond in het teken van verdergaande substitutie van menselijke activiteit door machines. Welke 4 fases?

A
  1. Mechanisering: tot jaren ’60 vooral mechanisering gericht op substitutie van spierkracht bij simpele,
    repeterende operaties. Mechanisering vooral in landbouw en industrie
  2. Automatisering: jaren ’70 en ’80 in teken van automatisering. Hierdoor werd onderlinge afstemming van
    simpele operaties overgenomen door machines. De computer werd geïntroduceerd en zo begon ook de
    kantoorautomatisering. Dit had gevolgen voor werkgelegenheid in de productiesector
  3. Computerisering: microchip zorgde dat verschillende operaties geprogrammeerd konden worden. Door
    algoritmen konden nu ook eenvoudige beslissingen door machines genomen worden. Dit leidde tot snellere
    computers, die meer autonome machines konden worden (robots). Deze kunnen ingezet worden bij zeer
    nauwkeurige handelingen (chirurgie, automatische piloot vliegtuig)
  4. Informatie- en communicatietechnologie: door computers te verbinden ontstond het internet. Hierdoor
    werd snellere dataverwerking en -transport mogelijk. In de kantoorsector kon een efficiëntieverbetering
    worden gerealiseerd. Door nanotechnologie (kleinere processen) kunnen losse objecten met elkaar
    verbonden worden. Ze kunnen met elkaar communiceren of op afstand bediend worden. Zo is minder
    menselijke inbreng nodig in productieprocessen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door verdeling en versimpeling van arbeid ontstond eenvoudige en monotone arbeid met hoog repetitief karakter.
Machines zijn het werktempo gaan dirigeren. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor geestelijke gezondheid. Wat liet Blauner zien over werknemers in de auto-industrie?

A

Blauner
(1964) liet zien dat werknemers in de auto-industrie aan de lopende band zowel op werk als in vrije tijd erg passief
waren en weinig initiatieven namen. Het uiterst monotone en geestdodende werk aan de lopende band leidde ertoe
dat werknemers vervreemd raakten van hun eigen wezenskenmerk als actief handelend subject met eigen wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat liet Johansson zien wat betreft effect van technologie op gezondheid en welbevinden?

Welke naam gaf zij het beeld dat ze zagen?

A

Johansson et al. (1978) toonden aan dat werknemers zonder invloed op eigen werktempo meer psychische klachten
rapporteerden zoals depressieve gevoelens, apathie, negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, spanning en
ontevredenheid.

Dit interpreteerden zij als het syndroom van de aangeleerde hulpeloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het
inzicht dat invloed van technologie plaatsvindt via de kenmerken van de taak heeft geleid tot de….

A

sociotechnische
benadering voor systeemontwerp. Dit benadrukt dat niet alleen de technische ontwikkeling van systemen van
belang is maar onderscheidt ook het technische en sociale systeem. Bij ontwikkeling van complexe systemen wordt
gekeken naar zowel de techniek als naar het sociale systeem, waarbij gestreefd wordt naar onderlinge afstemming
en gezamenlijke optimalisatie. Zo worden taken ontworpen waarbij rekening gehouden wordt met de capaciteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de gevolgen van computers voor functie-inhoud?

A

Zijn niet eenduidig.

Werknemers in lagere
functies geven een geringe toename in intensiteit aan, in hogere functiegroepen geen verandering. Deze
toename is te wijten aan verschraling van taakinhoud. Voortdurend alert moeten zijn leidt tot toename van
werkdruk, spanningsklachten en verslechtering van arbeidsbeleving. Ook was deze groep het meest negatief
t.a.v. sociale contacten, mogelijkheden tot samenwerking en de toekomst. Medewerkers in hogere functies
worden vaker betrokken bij ontwerp van nieuwe systemen, zij kunnen dit beïnvloeden waardoor zij hun taak
beter kunnen uitvoeren. Het werk kan interessanter en gevarieerder worden, meer uitdaging bieden en zo
kwalificaties uitbreiden. Door automatisering van de kantoorsector worden werknemers in middelste
functiegroepen getroffen, vooral in de financiële sector. Dit heeft ertoe geleid dat in veel organisaties de
‘ondersteunende diensten’ zijn opgeheven. Een deel van die taken is bij resterend personeel terecht gekomen
(administratie, computerverzorging) dit draagt bij aan verhoogde werkdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de gevolgen van computers voor organisatie van werk?

A

De wijze waarop het werk georganiseerd is heeft invloed op welbevinden en gezondheid.
De verwachtingen die men heeft van de technologie zijn vooral van invloed op welbevinden. Als men verwacht
dat het kan leiden tot betere taakuitvoering, draagt dit bij aan welbevinden. Men moet zich dan wel competent
voelen om de technieken te gebruiken. Lange dagen achter PC zijn niet bevorderlijk, afwisseling en beweging is
belangrijk. Telefoonverkeer is teruggedrongen door email, maar de hoeveelheid mail is soms verontrustend en
lastig te hanteren. Er is veel informatie online beschikbaar, waardoor mensen soms moeite hebben met
selecteren wat wel of niet belangrijk is. Email afronden neemt veel tijd in beslag. Daarom ontwikkelen mensen
diverse strategieën om met mail om te gaan, bijv. op vaste momenten openen van mail. Ook creëert het afstand
tussen medewerkers die elkaar alleen nog via mail spreken. Ook maakt mail grenzeloos werken mogelijk
waardoor werkdagen langer geworden zijn (avond/weekend). Email heeft informatie uitwisseling versneld en
het werktempo en -intensiteit eveneens. Werken met computers vraagt voortdurende alertheid, fouten zijn snel
gemaakt. Dit is vermoeiend en niet altijd goed mogelijk. Als de cognitieve capaciteit niet voldoet aan de
taakeisen kan men proberen om gestelde eisen te verlagen waardoor minder inspanning nodig is. Vaak kan dit
niet bij computersystemen, de manier van systeembediening is namelijk vastgelegd in systeemontwerp en dat is
niet zomaar te veranderen. De uitvoerder moet zich dus maar ‘gewoon’ compensatoir inspannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de gevolgen van computers voor de overige aspecten van werk?

A

Specifieke technologische aspecten die te maken hebben met beïnvloedingsmogelijkheden
van werk is de (on)betrouwbaarheid van technologie.

Een van de grootste ergernissen is verbonden met gebruik van mobiele telefoon in de
publieke ruimte.

Dit kan kwetsend zijn en psychisch leed veroorzaken.
Mensen kunnen zich ook in problemen brengen door bepaalde privéinformatie op Facebook te plaatsen zonder
dit voldoende af te schermen. Dit kan beperken bij sollicitaties.

‘Het nieuwe werken’ betekent dat men eigenlijk
geen vaste werkplek meer heeft, dit kan voordelig zijn maar vaak probeert men zorg en werk te combineren. Dit
leidt tot frustratie omdat het lastig en vermoeiend is. Stellen zonder kinderen lijken de flexibiliteit van
telewerken wel waarderen. Men komt echter niet goed los van werk, kan niet goed herstellen en uitrusten, dit
leidt tot vermoeidheid. Door het ontbreken van de natuurlijke scheiding tussen werk en privé moeten mensen
die zelf aanbrengen.

Ook missen mensen soms de informele ontmoetingen en het is niet voor iedereen
weggelegd. Men moet goed nadenken welke problemen HNW oplost en of het wel bij de organisatie past.

Electronic performance monitoring (EPM) is elektronische registratie van prestaties, er wordt geregistreerd als
iemand met de computer werkt, wat ermee gedaan is etc. hierdoor hebben werknemers het gevoel continu op
de vingers gekeken te worden en voelen ze zich opgejaagd. Dit leidt tot spanningsklachten.

Naast houding zijn
ook organisatorische factoren belangrijk in het voorkomen van RSI. Denk aan opstelling van apparatuur,
inrichting werkplek etc. Werkdruk verhoogt de werkdruk en dit versnelt RSI-ontwikkeling.

17
Q

De kwaliteit van werk zijn zowel kenmerken van het werk en de organisatie en kan
in hulpbronnen en taakeisen worden uitgedrukt. Welzijn van werknemers is een breed begrip waarin twee dimensies
te onderscheiden zijn:

A
  1. Betrekking op de mate waarin iemand een positieve of negatieve beleving van werk heeft
  2. Deze beleving kan passief of actief zijn
18
Q

Twee processen zijn te onderscheiden volgens het JD-R model die een rol spelen bij de relatie tussen
taakeisen, hulpbronnen en werkuitkomsten. Welke 2?

A
  1. Uitputtingsproces  aanwezigheid van werkeisen en afwezigheid hulpbronnen leidt tot afname fysieke en
    mentale weerbaarheid  burn-out en vermindert welzijn
  2. Motiverend proces  aanwezigheid voldoende hulpbronnen motiveert werknemers om doelen te behalen
     werkbevlogenheid en prestatie
19
Q

Technologische vernieuwingen hebben diverse effecten op werkkenmerken. Welke 4?

A

 Relatie technologische vernieuwing en taakeisen. Na implementatie van nieuw technologisch systeem neemt
de complexiteit van werk toe, dit is het sterkst bij een laag baanniveau. Werknemers ervaren meer complexiteit
en een toename in andere taakeisen zoals verantwoordelijkheid, werkdruk en multitasking

 Focus op verandering werkkenmerken na een technologische innovatie én invloed van werkkenmerken op
relevante werkuitkomsten. Werknemers die te maken hadden met implementatie van een nieuw systeem
hadden minder sterke positieve relaties tussen afwisseling in vaardigheden, autonomie, feedback en
werktevredenheid dan werknemers die al met dit systeem werkten. Er is een positieve relatie tussen de
invoering van een nieuw systeem en 5 hulpbronnen (afwisseling in vaardigheden, taakidentiteit,
taaksignificantie, autonomie en feedback). Er is een negatieve relatie tussen deze werkkenmerken en
werktevredenheid

 Implementatie nieuwe technologie positief gerelateerd aan informatiefeedback: de mate waarin werknemers
toegang hebben tot informatie over het effect en resultaten van hun werkzaamheden

 De ervaren impact voorspelde werkgerelateerde angst en had negatieve relatie met ervaren kwaliteit van
relaties op wer

20
Q

Organisatiekenmerken hebben ook diverse effecten op technologische vernieuwing. Welke 3?

A

 Sterke organisatiecultuur (duidelijke normen, waarden en doelen) positief gerelateerd aan werktevredenheid

 Mate van duidelijke strategie m.b.t. implementatie nieuwe systeem en mate van flexibiliteit van organisatie bij
veranderingen waren positief gerelateerd aan werktevredenheid

 Hoeveelheid training die werknemers aangeboden kregen hingen positief samen met ervaren kwaliteit van
informatie uit het nieuwe systeem

21
Q

Individuele kenmerken hebben ook effect op technologische vernieuwing. Welke 3?

A

 De individuele attitude t.o.v. nieuw systeem is belangrijke voorspeller van werktevredenheid

 Eigen-effectiviteit en positie binnen organisatie voorspellen informatiekwaliteit en taaksignificantie

 Houding t.o.v. nieuwe technologie en vertrouwen in eigen kunnen om met systeem om te gaan spelen
belangrijke rol in werkervaringen na implementatie van nieuwe technologie

22
Q

Er zijn directe relaties tussen technologische veranderingen en welzijn wat betreft:
1. Ingebruikname
2. Intensief gebruik
3. Implementatie

Welke relaties?

A

 Ingebruikname van nieuw systeem is negatief gerelateerd aan betrokkenheid bij organisatie,
werkbevlogenheid en inzetten motivatie

 Intensief gebruik nieuw systeem en waarin het gebruik van het systeem relateert aan taken van de
werknemer resulteert in meer werktevredenheid en baanzekerheid

 Implementatie nieuw systeem heeft negatieve invloed op diverse welzijnsuitkomsten.

23
Q

Samenvatting: Als gekeken wordt naar de verandering in werkkenmerken na implementatie van een nieuwe technologie,
suggereren dat dit veelal gepaard gaat met enerzijds intensivering van taakeisen en anderzijds een verandering in
hulpbronnen  een toename in autonomie en feedback en een afname van de ervaren controle. De resultaten
suggereren dat taakeisen toename en dan vooral de complexiteit van werk door verandering van werkkenmerken.
Hulpbronnen waaronder feedback, autonomie en controle lijken ook te veranderen. Het verstrekken van voldoende
hulpbronnen om met taakeisen te kunnen omgaan die een nieuwe technologie meebrengt is een belangrijke
voorwaarde voor de professionele ontwikkeling en goede prestaties van werknemers. Als gekeken wordt naar de rol van het individu, valt op dat vooral de houding t.o.v. de implementatie van een nieuw systeem en het vertrouwen in
eigen kunnen belangrijke voorspellers zijn van werktevredenheid, bevlogenheid en verloopintentie.

A