5.2 – Arbeidsre-integratie en arbeidsrehabilitatie Flashcards

1
Q

Sinds het eind van de vorige eeuw is er een toenemende aandacht voor blijvende participatie in arbeid voor alle mensen. Dit komt onder andere duidelijk tot uiting in het overheidsbeleid. Er zijn in de afgelopen decennia wetten aangenomen die de blijvende participatie moeten ondersteunen.

Zoals welke 3 wetten? Wat is het doel van de wetten?

A
  1. Wet verbetering poortwachter: Werkgever en werknemer gezamenlijk laten inspannen om een zieke werknemer zsm weer aan het werk te krijgen.
  2. WIA (wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen): uitgevoerd door UWV, deelnemen aan het arbeidsproces naar mogelijkheden.
  3. Participatiewet: uitgevoerd door gemeente, Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt onder de Participatiewet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar houdt het werkveld vocational rehabilitation (arbeidsrehabilitatie) zich mee bezig?

Wat is het uitgangspunt van dit werkveld?

A

Geheel van kennis en wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de arbeidsintegratie en arbeidsre-integratie.

Handicap of beperking is geen reden om niet aan het arbeidsproces deel te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In het tekstboek worden de begrippen vocational rehabilitation, arbeidsintegratie, arbeidsre-integratie en disability management genoemd. Waarin verschillen deze begrippen van elkaar?

A

Vocational rehabilitation is het geheel van kennis en onderzoek op het terrein van de arbeidsintegratie en arbeidsre-integratie.

Arbeidsintegratie: Alle activiteiten gericht op de beïnvloeding van een optimale afstemming van de mogelijkheden van een persoon met een ziekte of beperking die wil toetreden tot de arbeidsmarkt en een mogelijke functie of arbeidssituatie.

Arbeidsre-integratie omvat alle activiteiten die onder arbeidsintegratie worden verstaan. Een verschil is dat arbeidsre-integratie expliciet gericht is op werknemers die dreigen uit te vallen of uitgevallen zijn wegens een ziekte of beperking. Een eventuele herplaatsing kan zowel bij de oude als bij een nieuwe werkgever zijn.

Disability management is een strategie of methode gericht op het bevorderen van arbeidsre-integratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het algemene doel van het procesmodel voor arbeidsre-integratie?

Uit welke 4 stappen bestaat het procesmodel?

A

Algemeen doel van het arbeidsre-integratieprocesmodel: aanleren van nieuwe vaardigheden zodat de afstand tot de arbeidsmarkt zo klein mogelijk wordt gemaakt.

  1. Assessment: wat zijn de mogelijkheden van de werknemer?
  2. Mogelijkheden afzetten tegen eisen die aan het werk gesteld worden.
  3. Persoonlijk trajectplan opstellen, waarin bepaald wordt welke sociale en beroepsvaardigheden Roel nog moet gaan leren of ontwikkelen zodat hij beter inzetbaar is.
  4. Ondersteuning bij het vinden van een baan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar richt de supported employment methodiek zich op?

Wat staat daarbij centraal?

Welke stappen zijn er?

A

Richt zich op het vinden van een werkplek die past bij de wensen van de werknemer.

Leren op de werkplek.

  1. Werkplek analyseren om na te gaan of er een functie, eventueel met aanpassingen, beschikbaar is voor de werknemer.
  2. Optimale afstemming vinden tussen mogelijkheden van werknemer en de eisen van de functie.
  3. Werknemer op werkplek begeleiden in het ontwikkelen van de benodigde vaardigheden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is bij werknemers met een veel voorkomende mentale aandoening belangrijk voor duurzame werkhervatting na ziekteverzuim?

A

Preventie van herhaald ziekteverzuim.

NB. Bijna 1/3e van werknemers die hebben verzuimd door psychische klachten verzuimt binnen 10 jaar opnieuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het artikel IGLOO: An integrated framework for sustainable return to wrok in workers with common mental disorders van Nielsen et al. (2018) geeft een voorlopige definitie van duurzame werkhervatting door werknemers met een veel voorkomende mentale aandoening. Daarnaast beschrijft het artikel het IGLOO-raamwerk voor duurzame werkhervatting.

Hierbij staat SRTW voor sustainable return to work.

Hoe karakteriseren Nielsen et al. SRTW? 3x

A

‘Het werk hervatten

  1. naar omvang van het arbeidscontract (alle werkuren zoals vastgelegd in het arbeidscontract)
  2. met behoud van inkomen (with equal earnings)
  3. met minimale herhaling van episoden van langdurig ziekteverzuim’ (Hees et al., 2012, geciteerd in Nielsen et al., 2018, p. 3).

NB. Deze beschrijving ‘erkent dat werknemers werkonderbreking(en) nodig kunnen hebben voor het omgaan met herhaalde episodes van veelvoorkomende mentale aandoeningen’

Bovendien benoemen de auteurs dat het ‘cruciaal is om gerelateerde uitkomstmaten zoals functioneren op het werk (work functioning) ook te beschouwen als onderdeel van SRTW’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem drie kritiekpunten op de definitie die Nielsen et al. (2018) geven van duurzame werkhervatting door werknemers met een veelvoorkomende mentale aandoening.

A
  1. Nielsen et al. (2018) geven zelf aan dat we kennis missen over factoren die een rol spelen in duurzame werkhervatting. Het is volgens de auteurs daardoor niet mogelijk om een definitieve definitie op te stellen.
  2. De auteurs spreken van een ‘definitie’. In werkelijkheid geven ze eerder een opsomming van elementen die volgens hen een rol spelen in duurzame werkhervatting door werknemers met veelvoorkomende mentale aandoeningen.
  3. Enkele onderdelen van SRTW zijn niet goed afgebakend. Bijvoorbeeld: wat is minimale herhaling van episoden van langdurig ziekteverzuim?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar is het IGLOO-raamwerk op gebaseerd?

A

Conservation of resources (COR)-theorie (Hobfoll, 1989)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat staat centraal in het IGLOO-raamwerk?

A

De rol van bronnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het IGLOO-raamwerk onderscheid bronnen op welke 5 niveaus?

Op elk niveau onderscheid het raamwerk welke 2 contexten?

A
  1. Individu
  2. De groep
  3. De leider
  4. De organisatie
  5. De bredere sociale context
  6. Werkgerelateerde context
  7. Niet-werkgerelateerde context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een voorbeeld van iets wat kan helpen op het niveau van het individu om terugval te minimaliseren volgens het IGLOO-raamwerk? 2x

A
  1. Jobcrafting
  2. Balans tussen werkeisen en bronnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een voorbeeld van iets wat kan helpen op het niveau van de groep - sociale interacties op het werk - om terugval te minimaliseren volgens het IGLOO-raamwerk?

A

Positieve ervaringen met hun werkgroep na werkhervatting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een voorbeeld van iets wat kan helpen op het niveau van de groep - sociale bronnen buiten het werkdomein - om terugval te minimaliseren volgens het IGLOO-raamwerk?

A

Ontvangen van informatie en advies van rolmodellen buiten het werk over het omgaan met de aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een voorbeeld van iets wat kan helpen op het niveau van de organisatie om terugval te minimaliseren volgens het IGLOO-raamwerk?

A

Training om individuele bronnen te versterken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nielsen et al. (2018) adviseren hun lezers om het IGLOO-raamwerk te gebruiken om een zogenaamde gap analysis te doen. Het raamwerk dient daarbij om hiaten te ontdekken in de ondersteuning die werknemers met een veelvoorkomende mentale aandoening krijgen.

Dit laatste kan zeker een bruikbare toepassing zijn van het IGLOO-raamwerk, maar het is belangrijk om je bij die toepassing bewust te zijn van tekortkomingen van het raamwerk. Benoem de voornaamste tekortkoming.

A

Er bestaat nog vrij weinig wetenschappelijk bewijs over factoren die bijdragen aan duurzame werkhervatting door werknemers met een veelvoorkomende mentale aandoening (Nielsen et al., 2018). Nielsen et al. (pp. 4-12) doen veel aannames over welke factoren nu precies belangrijk lijken voor een duurzame werkhervatting.

Zolang we niet precies weten welke factoren allemaal belangrijk zijn voor een duurzame werkhervatting door werknemers met een veelvoorkomende mentale aandoening (Nielsen et al., 2018), lijkt het verstandig om het IGLOO-raamwerk slechts voorzichtig toe te passen. Dat wil zeggen: met inachtneming van het gebrek aan onderzoeksbevindingen over de verschillende onderdelen van het raamwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van interventies bij mensen die vanwege psychische problemen zijn uitgevallen.
Het is wel duidelijk dat twee dingen wel een belangrijke rol inneemt. Wat is dat?

A
  1. Werkhervatting.
  2. Begeleiding moet zich richten op het verbeteren of herstel van het functioneren van de werknemer in combinatie met de behandeling van de klachten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bij werkhervatting moet er meer aandacht komen voor werkgerelateerde aspecten. Voor welke punten specifiek? 4x

A
  1. Werknemer moet beter zelfinzicht te krijgen over zijn eigen kwaliteit van werk.
  2. De werknemer moet leren grenzen te bewaken in de werksituatie.
  3. De werkgever en werknemer zullen meer in gesprek moeten blijven over de interesse en behoeften van de werknemer.
  4. Er zal gekeken moeten worden naar een goede match tuseen werk en iemands sterke kanten en interesses.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Het veld arbeidsrehabilitatie haalt kennis en vaardigheden uit welke gebieden van de psychologie? 3x

A
  1. Arbeids- en organisatiepsychologie
  2. Persoonlijkheidspsychologie
  3. Sociale psychologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat betekent deelname aan het arbeidsproces voor persoon? 4x

A
  1. In staat om zijn mogelijkheden te ontplooien
  2. Eigen inkomen te verwerven
  3. Sociale contacten op te bouwen
  4. Eigen maatschappelijke positie vormgeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

De laatste jaren heeft arbeidsrehabilitatie haar werkveld verlengd naar…

A

interventies mbt vroegtijdige re-integratie van werknemers die langdurig of blijvend lijken uit te vallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Het International classification of functioning (ICF) model van de WHO zie het menselijk functioneren als een complexe relatie tussen…

A
  1. Aandoening
  2. Persoonlijke (psychisch) en externe factoren (maatschappelijk en organisatie)

Relatie loopt vai activiteit, participatie en functie en structuur.

BESTUDEER MODEL!!! fig. 8.1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Begin 21e eeuw kende NL bijna 1 miljoen arbeidsogeschikten. Grotendeels door 2 aparte bewegingen. Welke?

A
  1. Te hoge instroom in de WAO (wet op arbeidsongeschiktheidsverzekering). Toegang was laagdrempelig.
  2. Te lage uitstroom uit de WAO. Maatregelen gericht op uitstroom waren niet effectief.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Op een gegeven moment is de WAO in de WIA veranderd: wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Wat is door deze wetsverandering veranderd?

A

Het is moeilijker om in de arbeidsongeschiktheidsregeling te komen + aantal manieren om te re-integreren is toegenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Waar verplicht de wet verbetering poortwachter de werkgever teo?

A

Werknemer die uitvalt 2 jaar loon doorbetalen en zorg dragen voor re-integratie binnen het eigen bedrijf of een ander bedrijf.
Werknemer is verplicht om hierin te participeren.

26
Q

Als er geen relatie (meer) is met de oude werkgever, treden andere processen op. De overheid heeft sinds 2013 beleid ontwikkeld om de kansen op de arbeidsmarkt voor mensen met een beperking te vergroten. Welke wet is dit?

A

Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten: bedrijven krijgen de kans om op eigen initiatief extra banen te creëren voor mensen met een beperking en worden beboet als het op vastgestelde momenten niet lukt om gezamenlijk een vooraf gesteld percentage te behalen.

27
Q

Wat is het verschil tussen arbeidsre-integratie en vocational rehabilitation?

A

Arbeidsre-integratie: gericht op beleid binnen organisaties, voorkomen van uitval en instroom in WIA

Vocational rehabilitation: gericht op instroom nieuwe plaats arbeidsmarkt

28
Q

Wat is disability management? 3x

A
  1. Primaire preventie: activiteiten gericht op het voorkomen van uitval van werknemers
  2. Ondersteunen van herstelproces (regiefunctie)
  3. Ontwikkelen van re-integratieactiviteiten

Dus: gericht op kosteneffectieve preventie en vroege interventie

29
Q

Welke 2 perspectieven combineert disability management?

A
  1. Het benutten, bevorderen en verbeteren van individuele arbeidscapaciteit van werknemer met een beperking
  2. De wijze waarop de organisatie omgaat met preventie en re-integratie
30
Q

Welke 2 dingen staan centraal bij disability management?

A
  1. Werknemer met beperking
  2. Zo vroeg mogelijke terug keer naar werk
31
Q

Wat is transitional work binnen het DM-beleid?

A

Tijdelijke werkplek waar de uitgevallen medewerker zo vroeg mogelijk aan de slag kan. Richt zich op het bevorderen van de arbeidscapaciteit o.a. door gerichte training en heeft een tijdelijk karakter.

32
Q

Van transitiewerk kan worden gesproken als wordt voldaan aan welke randvoorwaarden? 4x

A
  1. Gedegen assessment: (on)mogelijkheden en (potentiële) capaciteiten vaststellen
  2. Van een groot aantal functies moeten de taakeisen, taakinhoud en taakbelasting bekend zijn voor optimale afstemming tussen persoon en werk.
  3. Alternatieve functies kunnen ontwikkeld worden.
  4. Regelmatige monitoring, om geleidelijke opbouw naar oude functie te bewerkstelligen.
33
Q

Wat is de dubbele functie van transitiewerk?

A
  1. Zieke werknemer is productief
  2. Herstel van werknemer wordt bevorderd
34
Q

Een organisatie moet het re-integratiebeleid structureren en afstemmen op de eisen van snelle interventies om dergelijk DM-beleid van de grond te krijgen. Wat is de eerste stap?

A

DM-coöordiantor aanstellen die een team samenstelt. Team werkt intensief samen met bedrijfarts en directe leidinggevende. En onderhoudt contacten met bijv. huisarts.

35
Q

Wat is het stappenplan van een DM-team om een werknemer te re-integreren? 4x

A
  1. Zo gauw mogelijk neemt bedrijfarts contact op met werknemer
  2. Oriënterend gesprek: samen met werknemer en leidinggevende wordt een plan van aanpak gemaakt
  3. Plan wordt goedgekeurd door bedrijfarts
  4. Plan uitvoeren
36
Q

Hoe onderscheidt een DM-beleid van een bestaand re-integratiebeleid?

A
  1. Door nadruk te leggen op de (resterende) mogelijkheden van de werknemer
  2. Samenwerking tussen het commitment van alle partijen
  3. Maatwerk leveren
37
Q

Interventieactiviteiten binnen het DM programma hebben enkel kans van slagen als ze ingebed zijn in het beleid van de organisatie. Aan welke organisatieprincipes moet worden voldaan?

Welke 3 aspecten van de werknemer en leidinggevende zijn daarnaast belangrijk?

En op bedrijfsniveau? 1x

A
  1. Uitgangspunten DM-beleid moeten organisatie breed worden gedragen
  2. Een DM-coördinator is noodzakelijk
  3. Monitoring en evaluatie zijn van belang
  4. Motivatie
  5. Inzet
  6. Flexibiliteit

Flexibiliteit (werktijden, soepele aanwezigheidseisen etc).

38
Q

Veel mensen met een arbeidsbeperking hebben geen band (meer) met een werkgever.
Door welke factoren is de afstand tot de arbeidsmarkt groot voor veel mensen met een arbeidsbeperking? 3x

A
  1. Curatieve medische zorg is gericht op wat werknemers niet kunnen.
  2. Sociale omgeving is vaak eerder beschermend dan gericht op werkhervatting
  3. Werkgever denkt in verminderde productiviteit en hoger verzuim en onvoldoende kunnen bieden van extra begeleiding.
39
Q

Het vocational rehabilitation proces is van belang voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het proces kan gekarakteriseerd worden door een combinatie van activiteiten gericht op… 3x

A
  1. De persoon zelf: vergroten zelfvertrouwen en zelfsturend vermogen
  2. Zorg dragen voor optimale afstemming tussen persoon en functie op arbeidsmarkt (supported employment)
  3. Toekomstige werkgever en collega’s: vooroordelen wegenemn
40
Q

Wat is de doelstelling van vocational rehabilitation?

A

Uitgaande van een assessment van de mogelijkheden van potentiële cursisten, worden scholings- en begeleidingsactiviteiten ondernomen. Deze activiteiten moten resulteren in betere arbeidsmarktmogelijkheden en moeten leiden tot versterking van de eigen effectiviteit om op een meer adequate wijze om te gaan met maatschappelijke en individuele problemen waarmee de persoon met een beperking te maken kan krijgen.

41
Q

Wat is het stappenplan van vocational rehabilitation?

A
  1. Uitgebreid assessment.
  2. Trajectplan incl. scholing en training
  3. Ondersteuning arbeidsbemiddeling. om aangeleerde kennis en vaardigheden in de praktijk te brengen.
42
Q

Wat wordt bij een deel van arbeidsongeschikten gehanteerd als het gaat om vocational rehabilitation?

Welke 5 stappen horen daarbij?

A

Supported employment

  1. Verkennen wensen en mogelijkheden van persoon (assessment)
  2. Zoeken geschikte arbeidsplek (job finding)
  3. Analyseren werkzaamheden en werkplek (job analysis)
  4. Bij elkaar brengen van persoon en functie (job matching)
  5. Begeleiden op de werkplek, gericht op duurzame plaatsing (job coaching)
43
Q

Vocational rehabilitation kan pas plaatsvinden als voldaan is aan een aantal randvoorwaarden. Welke? 4x

A
  1. Professionals moeten gedegen kennis hebben van assessmentmethodieken
  2. Professionals moeten in staat zijn arbeidsongeschikten te motiveren en een keuze te maken in relatie tot zijn arbeidsmogelijkheden
  3. Professionals moeten in staat zijn om de arbeidsongeschitke te ondersteunen bij het maken van een keuse mbt de gewenste ontwikkeling van zijn arbeidsmogelijkheiden
  4. Rekening houden met specifieke problematiek.
44
Q

Het proces van re-integratie bestaat uit het matchen van 2 verschillende componenten. Welke 2?

Wat is het uitgangspunt bij deze matching?

A
  1. Eisen die een functie stelt.
  2. Persoon met zijn mogelijkheden en beperkingen

Er moet gekeken worden naar aanpassingen in de werksituatie en als dat niet meer kan, dan naar veranderingen in de persoon.

45
Q

Waar hangt de succeskans van het re-integratieproces van af? 4x

A
  1. Mogelijkheden persoon
  2. De organisatie waar hij werkt of wil werken
  3. Maatschappelijke omgeving
  4. Kwaliteit van re-integatie instrument, gericht op afstemming tussen persoon en werk.

BETUDEER FIGUUR 8: arbeids re-integartiemodel.

46
Q

De succeskans van het re-integratieproces hangt o.a. af van persoonsgeboden factoren. Welke 3?

A
  1. Sociaal-demografische kenmerken
    - succeskans neemt tot 35 jaar toe, daarna af, zowel voor mensen met fysieke als psychische problemen
    - opleiding is een van de belangrijkste voorspellers
  2. Gezondheidsrelateerde kenmerken
    - psychische klachten en aandoeningen met sterk wisselend beloop vormen een ernstige belemmering voor stabiele terugkeer.
  3. Persoonlijkheidskenmerken
    - wil & motivatie zijn van belang, wat afhankelijk is van inschatting van eigen re-integratiekansen
    - eigen-effectiviteit: omgaan met beperkingen, acceptatie beperkingen, resterende capaciteiten ontwikkelen, hierover communiceren met werkgever
47
Q

De succeskans van het re-integratieproces hangt o.a. af van organisatiegeboden factoren. Welke?

Waardoor wordt dit bepaald? 3x

A

De mate waarin bedrijf bereid is om aanpassingen aan te brengen voor een potentiële werknemer met arbeidshandicap.

Bepaald door:
1. Manier waarop naar arbeidsgehandicapten wordt gekeken
2. Mate waarin het arbiedsproces moet worden aangepast
3. Mate waarin functies gewijzigd kunnen worden aan de beperking van de medewerker.
> bij deze laatste zijn werken in teamverband, flexibel werken en enige mate van controle en verantwoordelijkheid problemen, omdat een gehandicapte werknemer niet overal kan inspringen.
4. Grootte van het bedrijf: behoud van werknemers vooral bij grote bedrijven en aanstelling van gehandicapte mensen vooral bij kleine bedrijven.

48
Q

De succeskans van het re-integratieproces hangt o.a. af van maatschappelijke factoren. Welke 3?

A
  1. Structuur van sociale zekerheid
  2. Arbeidsmarkt
  3. Hoger opleidignsniveau is steeds vaker noodzakelijk. Is voor arbeidsgehandicapten een probleem.
49
Q

De succeskans van het re-integratieproces hangt o.a. af van de re-integratie instrumenten. Welke 4?

A
  1. Assessment.
  2. Empowerment
  3. Scholing
  4. Werkaanpassingen (werkplek of fucntie)
50
Q

Wat is een assessment als re-integratie instrument?

Waar is de assessement bepalend voor?

A

analyse van (ontwikkelings)mogelijkheden van werknemers
- diverse methodieken
- psychologische testen
- trainen van nieuwe praktische arbeidsactiviteiten

> uitgevoerde assessment bepaalt de re-integratiebehoefte

51
Q

Empowerment als re-integratie instrument.

Er is een maatschappelijke tendens om cliënten maximale vrijheid te geven in het eigen re-integratietraject. Daarbij is het belangrijk dat cliënten info kunnen verwerken en verwerven en inzich thebben in eigen kennis/vaardigheden.
Empowerment is vooral gericht op 2 belangrijke doelgroepen. Welke 2?

A
  1. Voormalige of toekomstige werknemers met chronische klachten of werknemers met beperkingen die een langdurige medische carrière achter de rug hebben.
  2. Personen die alleen goed kunnen functioneren in een gestructureerde eenvoudige werkomgeving maar die complexe vraagstelling van loopbaanverandering door zieke/beperking niet aankunnen.
52
Q

Om welke redenen zijn werkaanpassingen een knelpunt bij re-integratie? 3x

A
  1. oneerlijk tov collega’s
  2. Duur en kost tijd
  3. andere collega’s willen de aanpassingen ook
53
Q

Er zijn veel re-integartiestrategieën ontwikkeld om mensen met specifieke beperkingen terug te brengen naar werk. Hoe kunnen deze interventies worden gezien?

Noem 3 voorbeelden.

A

Als disability management interventies.

  1. Interventies gericht op mensen met stressklachten
  2. Snelle interventie bij klachten aan het bewegingsapparaat
  3. Interventies gericht op neurologische stoornissen.
54
Q

Er is weinig overeenstemming over succesvolle strategieën bij mensen die uitgevallen zijn door stress gerelateerde klachten. Wat is wel een belangrijk aspect?

Welke technieken worden vooral ingezet bij de begeleiding?

A

Werkhervatting

Gedragstherapeutische technieken: aanleren alternatief gedrag waardoor cliënt een toename van competenties ervaart.

55
Q

Hoe wordt safe return to work (SRTW) gedefinieerd?

A

Werkhervatting naar omvang van het arbeidscontract en met behoud van inkomen, met een minimum aan langdurige ziekteverzuim en met een goed fuctioneren, zonder werkonderbreking door arbeidsongeschiktheid of vervroegd pensioen.
Daarbij is goed functioneren essentieel. Er blijkt namelijk uit onderzoek dat veel werknemers zelfs na een herstel minder goed functioneren.

56
Q

Kunnen zowel negatieve als positieve spiralen zich voordoen bij de conservation of resources theorie?

A

Ja

BESTUDEER IGLOO (figuur 1 van Nielsen et al.)

57
Q

Wat zijn de hulpbronnen op groepsniveau voor SRTW? 5x

A

Binnen werk:
1. Identiteitstheorie: belangrijk om tot een groep te behoren
2. Group engagement model: gedrag wordt door gevoelens van rechtvaardigheid gemotiveerd.
3. Principes informeel leren: rolmodellen op het werk zijn belangrijk voor SRTW

Buiten werk:
4. Gehuwde werknemers hervatten werk eerder
5. Steun van vrienden en familie is belangrijk.

58
Q

Wat zijn de hulpbronnen op niveau van leidinggevenden en zorgaanbieders voor SRTW?

A

Binnen werk:
Directe leidinggevende heeft veel invloed op gezondheid en welbevinden van medewerkers

5 KSA’s (knowledge, skills en abilities) voor leidinggevende voor sucessvolle SRTW:
1. effectieve communicatie met werkgever
2. Vaardigheden om goed met privacy en openheid om te gaan
3. faciliterend gedrag
4. kennis van systemen op gebied vanRTW
5. ontwikkelen van RTW plan

Buiten werk:
Zorgaanbieders kunnen een vergelijkbare rol spelen als die van de leidinggevende door zorg buiten het werk aan te bieden.

59
Q

Wat zijn hulpbronnen op organisatieniveau voor SRTW?

A
  1. Binnen werk: HRM is vaak volgens het AMO-model (ability, motivation, options) ingericht. bevorderlijk voor SRTW.
  2. Buiten werk: informele, vrijwillige gemeenschappelijke voorzieningen
60
Q

Wat zijn hulpbronnen op individueel niveau voor SRTW?

A

Binnen werk:
Cognitieve, affectieve en gedragsresonsen. Bijv overuigingen tav de houding van de werkgever, het vermogen om emoties te ervaren en te uiten en om gedrag als gevolg van deze cognities en affecties.

Geldt ook voor buiten het werk: persoonskenmerken, werk-privébalans en fysieke activiteiten.

61
Q

Zolang we niet precies weten welke factoren allemaal belangrijk zijn voor een duurzame werkhervatting door werknemers met een veelvoorkomende metnale aandoening, lijkt het verstandig om het IGLOO-raamwerk slechts voorzichtig toe te passen. Wat houdt dit in?

A

Met inachtnemeng van het gebrek aan onderzoeksbevindeingen over de verschillende onderdelen van het raamwerk.