6.3 – Leiderschap en gezondheid Flashcards

1
Q

Wat is een veronderstelling van het job demands-resources (JD-R)-model als het gaat om de invloed van de leidinggevende op de mentale en fysieke gezondheid van medewerkers?

A

Dit model veronderstelt dat de mentale en fysieke gezondheid van medewerkers voor een groot deel bepaald wordt door de werkomgeving. De leidinggevende is een belangrijk onderdeel van die werkomgeving en heeft invloed op de ervaren gezondheid van medewerkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat voor soort leiderschap is nodig om een werkomgeving te creëren waar een positieve energie aanwezig is om te leren en uitdagende doelen te stellen?

A

Dienend of transformationeel leiderschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Volgens de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan (2008) kan iemand zich optimaal ontplooien in een (werk-)omgeving wanneer deze aan drie psychologische basisbehoeften voldoet.
Welke 3 basisbehoeften zijn dit?

A
  1. autonomie (het gevoel dat iemand zijn eigen gedrag kan bepalen en zelf keuzes kan maken)
  2. competentie (de beleving dat iemand een bepaald gedrag kan uitvoeren, het beste uit zichzelf kan halen en vertrouwen heeft in zijn eigen capaciteit)
  3. verbondenheid (de ervaring dat de persoon zich prettig voelt in zijn sociale omgeving).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe meer er wordt voldaan aan deze drie psychologische basisbehoeftes, hoe meer xxx xxx een persoon ervaart.

A

intrinsieke motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Selecteer uit de onderstaande opsomming de factoren die de gezondheid op het werk bevorderen: werkdruk, vastgestelde taakeisen, uitdagende taakeisen, juiste werk-privébalans, voldoende hulpbronnen, instrumentele steun, actief luisteren, zo weinig mogelijk taakeisen, negatieve feedback, focus op problemen en op dat wat niet goed gaat.

A

Gezondheidsbevorderende werkfactoren zijn:
1. uitdagende taakeisen
2. juiste werk-privébalans
3. voldoende hulpbronnen
4. instrumentele steun
5. actief luisteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Selecteer uit de onderstaande opsomming de factoren die specifiek de autonomie van de werknemer versterken: ruimte voor vernieuwing en ontwikkeling, controleren van de uitgevoerde taken, waardengericht kunnen werken, keuzemogelijkheden, erkenning van behoeften, het zelf vormgeven van acties, ruimte om te experimenteren, vooraf labelen van de uren voor specifieke taken en acties, vaststellen van de werktijden.

A

Werkfactoren die de autonomie versterken zijn:
1. ruimte voor vernieuwing en ontwikkeling
2. waardengericht kunnen werken
3. keuzemogelijkheden
4. erkenning van behoeften
5. het zelf vormgeven van acties
6. ruimte om te experimenteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg in eigen woorden uit hoe de relatie tot stand komt tussen enerzijds chronische stress en burn-outklachten en anderzijds hartziekten en rug-, schouder- en nekklachten.

A

Een mogelijke verklaring voor de relatie tussen chronische stress die mensen met een burn-out ervaren en een hogere kans op hartziekten is dat het biologische stresssysteem ontregeld raakt. Chronische stress veroorzaakt ook spierspanning in de rug, schouders en nek. Dat zorgt voor een overbelasting van deze spieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een leidinggevende stuurt een groep mensen aan om een gemeenschappelijk doel te bereiken. De motivatie van de teamleden neemt toe als het doel op welke manier geformuleerd is?

A

SMART:
specifiek
meetbaar
acceptabel
realistisch
tijdgebonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Transformationeel leiderschap, dienend leiderschap, ethisch leiderschap en authentiek leiderschap zijn
effectieve manieren van leidinggeven met 6 gemeenschappelijke delers. Wat zijn die 6 manieren waarom een leidinggevende positieve energie en uitdaging bieden aan medewerkers zodat hun fysieke en mentale gezondheid optimaal wordt ondersteund?

A
  1. Sociale steun bieden
  2. Een rolmodel zijn
  3. Transparant zijn
  4. Autonomie bieden
  5. Uitdaging bieden
  6. Relatie met de leidinggevende
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke manier kan een leidinggevende sociale steun bieden? 8x

A
  1. empathie tonen
  2. begrip uiten
  3. geruststelling geven bij zorgen of problemen van de werknemer
  4. vertrouwen en waardering uitspreken
  5. investeren in een goede vertrouwensband en wederzijds respect
  6. zorgen dat een medewerker niet wordt afgerekend op iets dat niet goed is gegaan
  7. herkennen van de symptomen die erop duiden dat het minder goed gaat met een medewerkers: meer negatieve emoties, afname van prestaties, minder deelname aan sociale activiteiten, vroeger naar huis gaan etc.
  8. Naast emotionele steun zijn instrumentele en informationele steun van belang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan een leiddinggevende een rolmodel zijn? 4x

A
  1. transparant zijn over beslissingen
  2. veerkracht tonen door optimisme
  3. hoopvol en zelfverzekerd zijn
  4. trots en enthousiasme uiten: dit zorgt voor meer positieve emoties bij de werknemers. Mensen die meer positieve emoties ervaren zullen zich positiever uitlaten over het werk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kan een leidinggevende transparant zijn? 3x

A
  1. helder zijn over mogelijkheden en kansen (= verwachtingen) om door te groeien
  2. duidelijk zijn over wat een medewerkers dient te doen om beloond te worden; daarbij kan het gaan om psychologische en/of om financiële beloning
  3. integer zijn, dit uit zich in eerlijk en betrouwbaar zijn. Geen verborgen agenda: bijvoorbeeld een leidinggevende die geen mogelijkheden ziet om de werkdruk te verlichten moet dit niet verkopen door te zeggen ‘die taak past goed bij jouw ambitie.’ Leidinggevenden moeten zich ervan bewust zijn dat opmerkingen die niet waarachtig zijn, direct doorzien worden door de medewerkers. Integer zijn zorgt voor wederzijds vertrouwen en respect, waargemaakte verwachtingen en een betere manier van communiceren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan een leidinggevende autonomie bieden? 1x

A

vrijheid geven wanneer en hoe de werknemer een taak uitvoert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt bevorderd als een leidinggevende autonomie geeft aan medewerkers?

A

Proactief gedrag.
Fouten maken mag en wordt als een leerproces gezien. Te vaak worden risico’s vermeden uit angst bij medewerkers voor het maken van fouten waarvoor ze negatief worden beoordeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan een leidinggevende meer uitdaging bieden? 5x

A
  1. uitdagende taakeisen combineren met voldoende hulpbronnen zoals sociale steun, autonomie, vertrouwen in competenties, opleiding en vaardigheden.
  2. stimuleren om zelf oplossingen te bedenken en out of the box te denken (= intellectueel uitdagen, onderdeel van transformationeel leiderschap)
  3. ruimte bieden om tegen ideeën van leidinggevende in te gaan
  4. opstellen van een toekomstvisie: een plan wat de leidinggevende op de langere termijn wenst te bereiken; hierdoor heeft een team een gemeenschappelijk doel waar naartoe gewerkt kan worden
  5. opstellen van een gemeenschappelijk groepsdoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem 7 voorbeelden van concreet gedrag van een leidinggevende dat ondermijnend kan zijn.

A
  1. ‘Hoe gaat het met je’ is een vraag die soms alleen maar wordt gesteld als gesprekopening, zonder oprechte belangstelling.
  2. het gebruiken van argumenten vanuit een verborgen agenda: ‘deze rol past heel goed bij jouw ambitie’ gebruikt als argument omdat er hoge nood is aan iemand die de rol op zich wil nemen.
  3. Voorbeeld: dit voldoet helemaal niet aan onze normen, hoe heeft dit kunnen gebeuren, etc.
  4. Voorbeeld: de afwezigheid van een toekomstvisie: soms wordt vooral het einddoel geformuleerd vanuit groeicijfers, targets etc, maar is niet duidelijk welke kwaliteiten van de geleverde dienst of het product men men wil realiseren.
  5. Voorbeeld: afreageren van irritatie als er veel weerstand bestaat bij de werknemers over een bepaalde beslissing: ‘we kunnen hier nu wel heel lang over door blijven praten, maar we hebben geen keuze. Die is al voor ons gemaakt.’ De werknemer wordt de mond gesnoerd en weggezet als een lastig niet constructief persoon tijdens een overleg.
  6. Controlerend leiderschap toepassen
  7. Een situatie waarin medewerkers ook veel
    vrijheid krijgen maar die toch niet wenselijk is, is wanneer leidinggevenden zich terugtrekken van de werkvloer.
    Dit noemen we ‘laissez-faire’-leiderschap, daar zijn leidinggevenden afwezig wanneer medewerkers ze nodig
    hebben, ze nemen geen besluiten en bemoeien zich amper met medewerkers. Dit levert vrijheid voor
    medewerkers maar maakt hen ook stuurloos. Medewerkers weten niet wat er verwacht wordt en kunnen niet
    op hun leidinggevende vertrouwen. Dit ondermijnt de mentale gezondheid van medewerkers.
17
Q

Je kunt als team reflectietijd inplannen waarbij je ‘met de voeten op tafel’ samen gaat brainstormen over het team en over welke mogelijkheden er zijn om als team verder te groeien en keuzes te maken. Wat zijn mogelijke vragen die daarbij gesteld kunnen worden? 3x

Wat is een randvoorwaarde voor de positieve effecten?

Welke positieve effecten worden genoemd? 3x

A
  1. Vragen die gesteld kunnen worden:
    - Wat vinden we belangrijk?
    - Hoe komen we tot wat we zelf leuk vinden vanuit interesse of vanuit sterke punten?
    - Hoe komen we tot meer gezamenlijkheid?
  2. Een belangrijke voorwaarde voor positieve effecten is dat de werkgever het initiatief ondersteunt en erachter staat.
  3. De genoemde positieve effecten zijn een toename van:
    - productiviteit
    - welzijn
    - inzetbaarheid.
18
Q

Professor de Lange noemt coachend en transformationeel leiderschap als manier van leidinggeven die zorgt voor een positieve ‘voedingsbodem’ voor teamcrafting. Welke verklaring geeft ze daarvoor?

A

Transformationele leiders zijn vaak al bezig met de vraag: hoe kan ik de sterke punten en talenten van mijn team inzetten, en hoe kan ik geïnspireerd leiderschap laten zien? Deze leiders zijn minder bezig met de taken die moeten gebeuren.

19
Q

Wat zijn belangrijke buffers om langdurig inzetbaar te blijven als werknemer? 5x

A
  1. de steun van de leidinggevende en collega’s
  2. eerlijk en authentiek management
  3. transformationeel leiderschap
  4. autonomie
  5. middelen voor professionalisering
20
Q

Wanneer is er sprake van leiderschap?

A

Als een leidinggevende een groep mensen aanstuurt om een gezamenlijk doel te bereiken.

21
Q

Waarom is een gezamenlijk doel belangrijk bij leiderschap? 2x

A
  1. Je kunt mensen intrinsiek het beste motiveren
    met specifieke, haalbare en uitdagende doelen. Mensen zijn veel gemotiveerder als er daadwerkelijk een plan is om
    iets te bereiken. Doelen sterken werkt motiverend en is essentieel onderdeel van leiderschap.
  2. Daarnaast maakt een gezamenlijk doel leidinggeven een stuk makkelijker. Het is belangrijk dat de neuzen dezelfde kant op staan in een organisatie en dat er gezamenlijk gewerkt wordt om een hoger doel te bereiken. Doelen motiveren en zetten
    mensen aan om zich in te spannen.
22
Q

Wat zijn werkgerelateerde hulpbronnen volgens het JDR-model? 3x

A

alle factoren in de werkomgeving die
1) medewerkers motiveren,
2) hen helpen om te gaan met eisen op werk en
3) die bevorderlijk zijn voor persoonlijke groei en ontwikkeling (sociale steun, vrijheid in werkzaamheden etc.).

23
Q

Wat zijn taakeisen volgens het JDR-model?

A

alle factoren in de werkomgeving die energie kosten, zoals werkdruk, conflicten met collega’s en onduidelijke verwachtingspatronen.

Ze verschillen per werkomgeving, maar ze leiden allemaal tot vermoeidheid.

24
Q

Welke 2 soorten taakeisen zijn er volgens het JDR-model?

A
  1. Belemmerende taakeisen: kosten energie en leveren niets op (e.g. ruzie, hoge werkdruk)
  2. Uitdagende taakeisen: kosten energie, maar leveren wat op
25
Q

Waar bestaat een gezonde werkomgeving uit, volgens het JDR-model? 3x

A
  1. Voldoende hulpbronnen
  2. Uitdagende taakeisen
  3. Minimale hoeveelheden belemmerende taakeisen
26
Q

Op welke 2 manieren spelen leidinggevenden een belangrijke rol in de dagelijkse werkomgeving?

A
  1. Ze zijn in de positie om medewerkers te voorzien van hulpbronnen en taakeisen
  2. De leidinggevende kan zelf d.m.v. zijn/haar gedrag iemand zijn die anderen motiveert/belemmert in werk
27
Q

Wat zijn 2 indicatoren van gezondheid op werk?

A
  1. Bevlogenheid
  2. Burn-out
28
Q

Op welke fysieke klachten hebben mensen met een burn-out meer kans? 4x

A
  1. Een ernstige burn-out vergroot de kans op het krijgen
    van een hartziekte met 1,8%, mogelijk doordat het biologische stresssysteem ontregeld raakt bij langdurige stress.
  2. Ook hebben mensen met burn-out klachten 2,1% meer kans op rug-, schouder- en nekklachten, mogelijk door voortdurende spierspanning en vermoeidheid.
  3. Ook hebben mensen 1,8-4,3% meer kans op diabetes type II.
  4. Ook zijn mensen met burn-out klachten vatbaarder voor
    infectieziekten
29
Q

Wat zijn de 2 typen sociale steun die een leidinggevende kan bieden?

A
  1. Emotionele steun: steun in vorm van empathie, geruststelling, vertrouwen en ruimte voor emoties
  2. Instrumentele/informationele steun: helpt medewerkers om taakeisen te verlagen > instrumenteel = materialistisch (extra medewerker) en informationeel = geven informatie (advies)
30
Q

Welke 2 vormen van controlerend leiderschap zijn er?

A
  1. Actief controlerend gedrag houdt in dat leidinggevenden er alles aan doen om te zorgen dat medewerkers geen fouten maken, zoals gedrag in de gaten houden en regels opstellen, dit is demotiverend.
  2. Passief: Een passieve vorm houdt in dat leidinggevenden pas ingrijpen als er fouten gemaakt worden, door medewerkers aan
    te spreken op hun gedrag. Dit kan goed en fout uitpakken  goed als er geluisterd wordt naar elkaar, verkeerd als er alleen met de vinger gewezen wordt, dat werkt demotiverend.
31
Q

De relatie met de leidinggevend kan ook een bron van energie zijn. In 60% van de gevallen waar medewerkers gepest worden is de leidinggevende degene die pest. De negatieve effecten van destructief leiderschap zijn net zo sterk als de positieve effecten van constructief leiderschap.

Wat is een type leiderschap die schadelijk is voor de gezondheid van medewerkers?

A

Interpersoonlijke agressie van leidinggevende naar medewerker.

Dit kan allerlei verbale en non-verbale
vormen aannemen > inbreuk op privacy maken, belachelijk maken in bijzijn van anderen of de schuld geven van
iets wat de leidinggevende zelf fout gedaan heeft.

32
Q

Wat is een oorzaak van interpersoonlijke agressie van een leidinggevende?

A

misplaatste agressie, de leidinggevende
reageert zijn woede af op een medewerker terwijl die woede ergens anders door is veroorzaakt. Medewerkers
zijn een makkelijk doelwit omdat leidinggevenden niet afhankelijk zijn van hun medewerkers en het dus niet
direct consequenties heeft voor hen als zij agressie tonen naar medewerkers

33
Q

Wat is inconsistent leiderschap?

A

Een vorm van interpersoonlijke agressie waarbij beloftes verbroken worden. Dit zorgt ervoor dat medewerkers zich ongelijk behandeld voelen en geen vertrouwen meer hebben in leidinggevende.

34
Q

Waar wordt de oorzaak van interpersoonlijke agressie vaak gezocht?

A

in de persoonlijkheidshoek, waarbij het idee is dat leidinggevenden zo zijn en nooit veranderen zullen. Persoonlijkheid is deels verantwoordelijk maar onderzoek
laat zien dat interpersoonlijke agressie veelal wordt uitgelokt door een situatie. Denk aan weinig slaap > meer interpersoonlijke agressie > medewerkers minder bevlogen. Slaap heeft effect op de mate van controle over
gedrag en als je minder slaapt kun je impulsen minder goed beheersen.

35
Q

Interpersoonlijke agressie naar medewerkers toe kan heftige consequenties hebben voor de mentale- en fysieke gezondheid van medewerkers. Welke consequenties?

A

Het kan leiden tot burn-out, emotionele uitputting, depressie, angstklachten en aangetast zelfbeeld. Ook kan het leiden tot minder levenstevredenheid, slapeloosheid, overmatig drankgebruik en meer conflicten zowel thuis als op het werk. Ook piekeren medewerkers thuis vaak, wat het psychologisch herstel hindert.