8. Hartafwijkingen Flashcards

1
Q

Wat is endocarditis

A

Ontsteking van het endocard (binnenste laag hart)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is profylaxe?

A

Preventie bescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is endocarditis-profylaxe precies?

A

Preventief geven van antibiotica aan patienten die door bepaalde hartafwijkingen, bij bepaalde medische ingrepen een vergrote kans hebben op endocarditis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer wordt endocarditis-profylaxe gegeven?

A

Bij diagnostische of therapeutische ingrepen waar bacteriemie kan ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is bacteriemie?

A

Het verschijnsel van bacteriën in de bloedbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is dan een bacteriële endocarditis?

A

Ernstige ontsteking van het endocard (door bacteriën)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke 3 lagen bestaat het hart?

A
  1. Buiten: pericard
  2. Midden: myocard
  3. Binnen: endocard
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij welke patienten is endocarditis-profylaxe geïndiceerd? (3)

A
  1. Eerder doorgemaakte endocarditis
  2. Klepprothese (inclusief bioprothese, allograft en conduit)
  3. Aangeboren hartafwijkingen:
    - Onbehandeld
    - 6 maanden na behandeling
    - restafwijking t.p.v een bepaald deel hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar kan je nagaan of iemand geïndiceerd is?

A

Hartstichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is endocarditis-profylaxe een breed antibioticum en niet specifiek?

A

Omdat de odontogene oorsprong van endocarditis niet met kweken kan worden aangetoond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarbij is antibiotische profylaxe noodzakelijk?

A

Bij bloedige ingrepen bij risicopatienten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij welke ingrepen in de mondholte is profylaxe geïndiceerd? (4)

A
  1. Alle behandelingen waarbij het tandvlees wordt gemanipuleerd: mondhygienist
  2. Wortelkanaalbehandelingen waarbij het instrumentarium door de foramen apicale gaat
  3. Extracties en verwijdering van wortelresten
  4. Operatieve ingrepen mond:
    - kaak-chirurgische ingrepen, incl. abcesincisie
    - parodontale chirurgie
    - operatieve ingrepen: implantaat, botankers ortho
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke standaard profylaxe geef je aan volwassenen, hoeveel mg en hoeveel min. voor ingreep?

A
  • Amoxicilline (voorkeur dispersvorm)
  • 3 mg per os
  • 30-60 min voor ingreep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke standaard profylaxe geef je aan kinderen, hoeveel mg en hoeveel min. voor ingreep?

A
  • Amoxicilline-suspensie
  • 50 mg/kg per os
  • 60 min voor ingreep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor soort geneesmiddel is Amoxicilline?

A

Een penicilline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke profylaxe geef je bij overgevoeligheid bij penicilline?

A

Clindamycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Clindamycine:
Volwassenen
- mg
- minuten voor ingreep

A
  • 600 mg per os
  • 30-60 min
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Clindamycine:
Kinderen
- mg
- minuten voor ingreep

A
  • telkens stapjes van 150 mg (10-30->30kg)
  • 30-60 min
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Is het risico bij risicopatienten meestal levenslang?

A

Ja

20
Q

Wat is van belang bij risicopatienten?

A

Gezonde dentitie en gezond parodontium

21
Q

Wat zijn de indicaties routinematige tandheelkundige antibiotica-profylaxe bij een gewrichtsprothese

A

Geen, zelfs niet bij een theoretische risico op bacteriemie

22
Q

Er zijn 3 groepen patienten waarbij anticiotica-profylaxe WEL geïndiceerd is. Welke groepen zijn dit?

A
  1. Verlaagde immuunstatus of immuunsuppresieve therapie (leukemie)
  2. Huidinfectie terwijl ze toch een ingreep ondergaan
  3. Een duidelijke infectie focus (denk aan abcessen)
23
Q

Wat is de medische term voor hartfalen?

A

Decompensatio cordis

24
Q

Wanneer spreken we van hartfalen?

A

Wanneer het hart een normale druk/volume niet adequate kan rondpompen

25
Q

Wanneer ontstaat decompensatio (wat gebeurt er)?

A

Wanneer longen/perifeer volstroomt. De bloedvaten raken vol en lekken vocht uit

26
Q

Wat gebeurt er als de bloedvaten van de longen volraken en het vocht uitlekt?

A

Kortademig, prikkelhoest

27
Q

Wat gebeurt wel als de bloedvaten perifeer volraken en het vocht uitlekt?

A

Vocht in enkels

28
Q

Welk effect heeft hartfalen op de organen en spieren?

A

Deze krijgen onvoldoende zuurstof en voeding

29
Q

Welke 2 dingen kunnen er mis gaan bij bij hartfalen en wat is het effect?

A
  1. Hart knijpt niet goed samen
  2. Hart ontspant niet goed

Er pompt onvoldoende bloed rond

30
Q

Wat zijn 4 oorzaken van hartfalen?

A
  1. Verlies hartspiermassa (eerder MI/langdurige angina pectoris)
  2. Druk overbelasting (langdurige hypertensie)
  3. Volume overbelasting (lekkende hartklep)
  4. Instroombelemmering (harttamponade: vocht in een van de lagen > verdrukt een helft > minder werkzaam)
31
Q

Wat is het doel van de behandeling van hartfalen?

A

Het hart ontlasten

32
Q

Behandeling hartfalen
Welke 3 verschillende methoden (afhankelijk van de oorzaak) zijn er?

A
  1. Klepvervanging: lekkende klep
  2. Bloeddruk verlagen: hypertensie
  3. Gezonde leefstijl: minder vocht en zout
33
Q

Welke medicatie bij hypertensie? (3)

A
  1. Diuretica (plastablet)
  2. ACE-remmers (bloeddrukverlager en verbeteren pompkracht)
  3. Bètablokkers (verlaagt hartslag en bloeddruk)
34
Q

Wat zijn 4 implicaties in de tandheelkundige praktijk (belangrijk voor jou als MH)

A
  1. Vaststellen ernst en omvang hartfalen
  2. Ernstige dyspneu: geen voorkeursbehandeling, platliggen kan situatie verergeren
  3. Bij acute thk-problematiek bij ernstige decompensatie: analgetica en/of antibiotica
  4. Goed ingestelde patienten zijn normaal te behandelen
35
Q

Welke 3 bijwerkingen kunnen voorkomen bij medicatie hartpatiënten?

A
  1. Verlengde bloeding: bij antistolling
  2. Prikkelhoest: bij ACE-remmers
  3. GEEN NSAID’s: leidt tot retentie van water en zout
36
Q

Wat bepaalt gewoonlijk de ritme van het het hart?

A

De sinus ruimte (sinus-knoop)

37
Q

Hoe verloopt de geleiding van het hart?

A

Rechter atrium: sinus-knoop > AV-knoop > geleidingssysteem tussen ventrikels: bundel van His

38
Q

Wanneer loopt een geleiding niet normaal?

A

Als er een afwijking zit in: ritme, frequentie en/of regelmaat

39
Q

Waar kan deze afwijking in het hart ontstaan?

A

Kan op verschillende locaties een oorsprong hebben: S-knoop of AV-knoop

40
Q

Wat houdt geleidingsstoornissen precies in?

A

Afwijking van geleiding van prikkels door het hart

41
Q

Wat kunnen 5 oorzaken zijn van een ritmestoornis?

A
  1. Ouderdom > systeem prikkels achteruit
  2. Erfelijk
  3. Andere hartziekten: hartfalen, MI
  4. Andere ziekten: longziekten > te weinig zuurstof bloed
  5. Door eten/drinken van bepaalde producten: cafeine / drugs
42
Q

Is een behandeling van een ritmestoornis nodig?

A

Nee, niet altijd

43
Q

Wat kunnen 2 behandelingen zijn voor een ritmestoornis?

A
  1. Medicatie: hartslag regelmatig of omlaag
  2. Operaties: cardioversie (elek.shock), pacemaker
44
Q

Waar moet je op letten bij oudere mensen?

A

Dat er veelal chronische ziekten voorkomen

45
Q

Wat is belangrijk voor jou als mh in de praktijk?

A
  • Ken de algemene fysiologie/pathogese. Herken symptomen, klachten > behandelafweging maken
  • Risicoinschatting (weet wie je in je stoel hebt)
  • Overleggen met huisarts bij twijfel