2. HVZ en medicatie, psychofarmaca, bijwerkingen Flashcards
Wat is MTI?
Medisch Tandheelkundige Interactie
Waar gaat MTI over (waarmee houdt je rekening)? Noem er 5
- Ziekten kunnen tot uiting komen in de mond.
- Een ongezonde mond kan consequenties hebben voor de algemene gezondheid.
- Medicatie-gebruik kan zichtbaar zijn in de mond.
- Een acute medische situatie kan zich voordoen in de tandheelkundige praktijk.
- Ziekten en aandoeningen kunnen invloed hebben op de tandheelkundige behandeling.
Welke bijwerking komt het meeste voor bij gebruik van medicatie (+ welke groep)?
Droge mond (psychofarmaca)
Waarvan kan cariës een gevolg zijn? (2)
- Xerostomie
- Hyposialie (fysiologisch bij ouderen)
Waarop werkt Omeprazol?
Wat remt het?
Op enzymen
De proton (H+) pomp (maagzuurremmer)
Wat is de taak van de mondhygiënist als het gaat om cariës voor xerostomie/hyposialie? (4)
- Alert zijn
- Nagaan welke medicatie
- Speekselproductie bepalen
- Actie ondernemen
Wat is de functie van speeksel (4)
- Bufferen (bv. van zuren en water)
- Remineralisatie
- Anti-bacterieel
- Anti-viraal
Wat stimuleert de speekselproductie? (3)
- Smaak (bv. zuur, zoet en menthol)
- Smaak + mechanisch (bv. kauwen op kauwgom, groente, brood)
- Medicatie (bv. Pilocarpine)
Wat is candidiasis? Hoe ontstaat het?
Wat is er tegen te doen?
- Schimmel (eigenlijk gist) infectie
- Bij verminderde weerstand, antibioticagebruik en inhalatiecorticosteroïden (meerdere slijmvliezen)
- Anti-schimmel middel, bijv. Miconazol.
Miconazol interfereert met Vit K antagonisten. Bij kunstgebit: mee reinigen.
Wat is angio-oedeem? Hoe ontstaat het?
- Plotselinge, diffuse zwelling van bijvoorbeeld
tong, lippen, aangezicht of orofarynx - Vaak bij ACE-remmers, soms ook NSAID’s
Wat is gingivahyperplasie?
Hoe ontstaat het?
- Gingiva overgroei. Geen gingivitis
- Calciumantagonisten
Wat zijn de 4 meest gebruikte geneesmiddelen?
- Diclofinac
- Omeprazol
- Simvastatine (statines)
- Metoprolol
Wat zijn Lichenoïde reacties? Hoe ontstaat het?
- Afwijking/ontsteking
- Link met ACE-remmers, AB
Hoe ontstaat een smaakstoornis?
Door ACE-remmers, aantasting zink/receptoren
Hoe ontstaat halitose?
Vaak reactie op droge mond, dysfagie
(verminderd slikvermogen), vaak tongbeslag aanwezig
Hoe kan osteonecrose ontstaan?
Bij gebruik van orale (zelden, tegen
osteoporose) of vooral intra-veneuze (vaker,
tegen botmetastasen) bisfosfonaten na
invasieve ingrepen.
• Vb pamedroninezuur
Hoe kan een bijwerking ontstaan bij medicamenten die werken op receptoren?
Geneesmiddelen die
aangrijpen op bepaalde
receptoren van een groep,
kunnen ook aan andere
receptoren van die groep
binden.
Wat is het gewenste en ongewenste effect van Sympaticusstimulatie?
Ze zorgen voor bronchodilatatie (gewenst), maar ook voor een versnelde hartslag (ongewenst)
Waarom is een selectieve B2-agonist prettiger bij astma?
Omdat het een selectieve werking heeft. Het heeft een specifieke werking op de B2-receptoren en minder op het hart
Waar bevinden B1-receptoren zich?
Op het hart
Sympathicolytica, bètablokkers leiden tot (2)
- Vertraging van de pols
- Verminderde hartcontractie => minder bloed flow => tensiedaling
Let op: kan ook leiden tot bronchoconstrictie
Welke 3 medicijnen werken op enzymen?
- NSAID’s
- ACE-remmers
- Statines
blokkeren niet alleen de specifieke enzymen, maar
meer enzymen uit één soort
Wat zijn negatieve effecten van NSAID’s?
Minder aanmaak van prostaglandines (ontstekingsstofjes) door
COX2 (cyclo-oxygenase 2) enzym te remmen. Nsaid’s remmen ook COX- 1 (deze zorgen voor vorming maagslijmvlies); dus negatieve invloed op maagslijmvlies en remmen trombocytenaggregatie (bloedstolling)-> eerder bloeding. Samen met anti-stollingsmedicatie gebruikt: -> versterkt het effect van anti-stolling
Wat zijn negatieve effecten van ACE (angiotensine-converterend enzym) remmers (VB Enalapril)?
prikkelhoest bij ACE: bradikinine hoopt zich op omdat ACE ook andere enzymen in
de longen remt.