1. Farmacodynamiek en -kinetiek Flashcards
Noem 6 verschillende werkingen van geneesmiddelen
- Curatief (causale werking, de oorzaak wordt weggenomen, bijv. antibiotica)
- Symptomenbestrijding, symptomen worden weggenomen oorzaak bestaat nog
- Preventieve werking denk aan vaccinatie of de pil
- Diagnostiek denk aan contrastmiddel bij röntgen
- Aanvulling tekorten denk aan vitamine
- Placebo-effect
Tussen welke 5 subgroepen kan onderscheid worden gemaakt met betrekking tot de werking van geneesmiddelen. Noem ook wat het inhoudt.
- Causale (curatieve) werking: het geneesmiddel bestrijdt de oorzaak, bijvoorbeeld penicilline bij een pneumokokkenpneumonie;
- Profylactische (preventieve) werking: het geneesmiddel probeert een aandoening te voorkomen, bijvoorbeeld anticoagulantia ter voorkoming van trombose;
- Symptomatische werking: bijvoorbeeld postoperatieve pijnbestrijding met paracetamol;
- Substitutiewerking: het geneesmiddel vult een tekort op, zoals insuline bij diabetes mellitus;
- Placebowerking: hiervan is sprake bij preparaten die op een geneesmiddel lijken, maar die geen werkzame stof bevatten; placebo’s worden onder andere gebruikt bij klinisch wetenschappelijk onderzoek als vergelijkingsmateriaal
Wat is het verschil tussen farmacokinetiek en farmacodynamiek?
- Farmacokinetiek: Beschrijft de wijze waarop de farmaca door het lichaam worden verwerkt;
farmacodynamiek; Beschrijft de wijze waarop de farmaca op het lichaam werken.
Op welke vier mechanismen kunnen geneesmiddelen werken?
- Receptoren: ontvangers van Neurotransmitters
- Ionkanalen: Kanalen gaan open of dicht voor bepaalde ionen
- Enzymen: katalysatoren van chemische processen in de cel
- Transporteiwitten
Op welke mechanismen werken de meeste geneesmiddelen?
Receptoren
Wat zijn receptoren?
Receptoren zijn eiwitten op het celmembraan, cytoplasma of de kern. Aan deze eiwitten kan een specifiek molecuul binden
Wat is de functie van receptoren?
Receptoren kunnen signalen van binnen of buiten de cel doorgeven: wanneer een signaalmolecuul aan een receptor bindt, kan de receptor een cellulaire respons op gang brengen.
Wat is een voorbeeld van een medicijn met een curatieve/genezende werking?
Amoxicilline: luchtweginfectie
Alle antibiotica
Hoe werken curatieve geneesmiddelen?
Geneesmiddelen richt zich direct richten op de oorzaak van het probleem. Hierbij wordt een micro-organisme gedood door de celwand, het DNA of het cytoplasma te beschadigen.
Wat is het verschil tussen agonisten en antagonisten?
Een antagonist is een stof die zich bindt aan een receptor zonder een biologische respons op te roepen, en daarmee de werking van een agonist dempt of bij verzadiging van de receptor zelfs verhindert. Zoals een agonist een respons veroorzaakt, blokkeert een antagonist die respons.
Wat is een voorbeeld van een agonist met de werking?
Selectieve B-2-agonist, die bèta-2 receptoren stimuleren en zo zorgen voor bronchodilatatie (luchtwegverwijding).
Bij de behandeling van astma en COPD
Wat is een voorbeeld van een antagonist en de werking ervan?
Vitamine K antagonist, die de werking van vitamine K blokkeert. Deze middelen gebruiken we als bloedverdunners zoals het middel acenocoumarol
Symptomen bestrijden:
Biochemisch werkingsmechanisme 1 (receptoren) =
Receptoren (eiwitten) op de cel blokkeren of
stimuleren
Welke medicatie is werkzaam via receptoren? Noem er 2
- Salbutamol (merknaam Ventolin); Bèta -2-
receptoren in luchtwegen - Atenolol (Metoprolol, Propranolol: Bèta-1 receptoren in hart
Wat zijn parasympathicomimetica en sympathicomimetica?
stimulerende/nabootsers
(Bootsen sympathicus na)
Wat zijn parasympathicolytica en sympathicolytica?
Blokkeerders
Tot welke groep behoord een beta/alfablokker?
sympathicolytica