7. RCT Flashcards
RCT =
= randomized controlled trial
= een opgezet gerandomiseerd experiment waarbij de onderzoeker de behandeling actief manipuleert
at random =
iedere persoon uit de oorspronkelijke steekproef heeft evenveel kans om in iedere onderzoeksgroep te worden opgenomen
(verondersteld dat de groepen gelijk zijn)
wat is de voornaamste functie v randomisatieprocedures?
beperking vd bias in de toewijzing
confounders =
variabelen die het verschil kunnen verklaren
-> zorgt voor vertekening vd resultaten: maakt causale uitspraken mogelijk
(houd je geen rekening mee, maar is er wel?)
wat wordt bedoeld met ‘er kan worden verondersteld dat de groepen gelijk zijn’?
je gaat ervan uit dat er geen andere variabelen zijn die het verschil kunnen verklaren
-> verschillen bij nameting zijn dan te wijten aan verschillen in behandeling
hoe moet de analyse v patienten gebeuren?
volgens ‘de arm’ waar ze zijn ingedeeld
ITT =
= intention to treat
= iedereen moet blijven meedoen tot het einde volgens de arm waar hij door randomisatie terecht kwam
-> reden v uitval is ook v belang, dus ook meetellen, anders bias (bv door te veel bijwerkingen)
-> anders mogelijk effect vd behandeling overschatten
LOCF =
= last observation carried forward
= laatst gemeten waarde als eindpunt
-> bij loss-to-follow-up
-> bv mensen met bijwerkingen ook meetellen, anders geen realistisch beeld
(vaak kritiek door onder bij gelijk aantal in actieve- en controlegroep na uitval)
waarom is ITT-analyse niet altijd de beste vorm?
= als men niet zoekt naar verschillen, maar het maximale contrast
-> bv bij het aantonen dat een nieuwe behandeling minstens even goed aanslaat als de bestaande
manieren v randomisatie (4)
- simpele
- blok-
- gestratificeerde
- minimisatie
simpele randomisatie =
= bij 2 studiearmen vergelijkbaar met kop of munt
= een behandeling wordt toegewezen volgens een vooraf gestelde regel: bv bij munt: behandeling a, bij kop: behandeling B
= in praktijk met random getallen
-> bij steekproef v 200 of meer
nadeel v simpele randomisatie =
= niet gegarandeerd dat prognostische factoren gelijk verdeeld worden over studiearmen
- obv toeval mogelijk lange opeenvolging v eenzijdige toewijzing: bv AAAAABBA
(hoe kleiner steekproef, hoe groter kans op ongelijke verdeling)
hoe kun je ongelijke verdeling over de studiearmen bij simpele randomisatie vermijden?
vooraf een lijst met random getallen maken en beoordelen op bruikbaarheid
-> ongelijke verdeling v >10 tussen de studiearmen? =nieuwe random lijst
blokrandomisatie =
= een blok een bepaalde grootte geven (bv 4 of 6), waarin studiearmen evenredig verdeeld zijn (bv ABBA, of 25-30)
- blokgrootte is veelvoud v aantal studiearmen in de studie
- liefst grote steekproef, grote blokken en wisselende grootte v blokken
- wordt met 1 determinant rekening gehouden in de blokken? bv leeftijd, maar niet roken
nadeel blokrandomisatie (3)
- als blokken niet helemaal gebruikt worden kan er alsnog een onevenredige verdeling ontstaan
- kleine blokken kunnen deels voorspelbaar worden
- niet gegarandeerd dat prognostische factoren gelijk verdeeld worden over studiearmen