4. onderzoeksvraag Flashcards
waarom is het voor je onderzoeksvraag van belang om te weten wat voor soort onderzoek je houdt?
omdat er bij elk soort onderzoek een specifiek vraagtype hoort.
wat bespreek je in de onderzoeksopzet (4)
- soort onderzoek (kwanti/kwali)
- dataverzameling (field-/deskresearch)
- dataomschrijving (welke data analyseren)
- analysemethode
elementen vd vraagstelling =
PICO
patient, intervention, comparator, outcome
situationele vraagstukken =
plaats- en tijdgebonden
bv salmonelle epidemie
abstracte vraagstukken =
los van tijd en plaats.
bv veroorzaakt roken levercirrose?
de epidemiologische functie als formele notitie vd vraagstelling =
(P) (bv parodontitis bij volwassenen) = f (roken+niet roken)
wat is een belangrijke factor in zowel de interne validiteit als de generaliseerbaarheid vh oz?
de selectie vd onderzoekspopulatie
het domein =
een abstract begrip vh type persoon dat onderzocht zal worden
hoe kan men het domein inperken?
door het te vernauwen met individuele kenmerken (bv leeftijd)
bronpopulatie =
het deel vd populatie geschikt om de onderzoeksvraag te beantwoorden
doelpopulatie =
deel vd populatie waarnaar men de resultaten vh onderzoek wil extrapoleren
steekproef =
de feitelijke onderzoekspopulatie
waarbij men daadwerkelijk informatie gaat verzamelen tbv het onderzoek
kenmerken v/e geschikte onderzoekspopulatie (4)
- contrast in de determinant (alle waarden in voldoende mate aanwezig)
- vergelijkbaarheid vd groepen tav de andere determinanten dan de te onderzoeken determinant
- vergelijkbare kwaliteit vd diverse metingen
- zoveel mogelijk info per onderzoeksdeelnemer
stappenplan vd onderzoeksvraag =
- onderzoeksterrein verkennen
- onderzoeksterrein afbakenen
- conceptvraag formuleren
- conceptvraag toetsen aan een aantal eisen
selectie v/e onderzoekspopulatie (3)
- domein afbakenen
- bronpopulatie kiezen
- steekproef