12. de cross-over trial

Question 1

kenmerk cross-over trial =

Answer 1

= de te vergelijken behandelingen vinden plaats bínnen 1 persoon
(= proefomstandigheden na elkaar (maar in willekeurige volgorde) toepassen op hetzelfde proefobject.)

Question 2

beschrijving (4)

Answer 2

1. patienten worden toegewezen aan één vd 2 groepen, (1 groep wordt blootgesteld aan de interventie, de andere groep niet)
2. outcome wordt geëvalueerd
3. washout (rustperiode om effect v 1e behandeling te laten uitdoven)
4. cross over naar de andere groep

Question 3

wat is een washout?

Answer 3

een rustperiode, lang genoeg om een effect vd initiële interventiegroep te laten uitdoven

Question 4

voorbeeld v een cross-over trial =

Answer 4

• 1 groep manueel laten poetsen en de andere groep met een elektrische tandenborstel
• elke patient gebruikt elk type tandenborstel na elkaar
• na beide perioden wordt de mate v plaque bepaald
• de uitkomsten worden vergeleken

Question 5

voor welke vraagstelling is een cross-over trial geen optie?

Answer 5

wanneer de effecten v/e interventie blijvend zijn kan deze onderzoeksopzet niet worden gebruikt
(bv vullen v/e gebitselement, oz met caries als uitkomstmaat, 2 typen behandelingen voor paro etc)

Question 6

wat is het voordeel van het toepassen v/e cross-over design t.o.v gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek?(2)

Answer 6

1. er zijn bij een cross-over design minder patienten nodig doordat iedere patient zijn/haar eigen controle vormt
2. variatie speelt ook kleinere rol bij de vergelijking v condities
   - > kan krachtig alternatief zijn voor gerandomiseerd gecontroleerd oz!!

Question 7

voordelen van cross-over studies = (4)

Answer 7

1. minder invloeden v confounders; patienten zijn hun eigen controle
2. minder variabiliteit in de outcomes, dus hogere precisie
3. kleinere steekproef nodig
4. voordeel voor de patient die beide behandelingen krijgt

Question 8

nadelen cross-over studies (3)

Answer 8

1. gaat niet als patient slechts 1 behandeling mag krijgen
2. assumptie (veronderstelling) van geen carryover effecten (vd washout)
3. soms kunnen effecten anders zijn doorheen het tijdsverloop (bv ontwikkeling v tolerantie, resistentie, drop-out, veranderingen in het ziekteproces