16. bias Flashcards
epidemiologische studies =
vergelijken van ziektefrequenties bij twee of meer groepen volgens een bepaald kenmerk (kenmerk = blootstelling)
(blootgestelden = degene die het kenmerk hebben)
ziektefrequenties worden op 2 manieren vergeleken :
- absolute vergelijking
- relatieve vergelijking
- > meestal associatiematen of effectmaten genoemd
absolute vergelijking =
=impact van blootstelling op gezondheid
- risico verschillen
- rate verschillen
relatieve vergelijking =
= sterkte vd causale relatie tussen blootstelling en ziekte
- risk ratio
- rate ratio
- odds ratio
de berekende maat is afhankelijk van ()5
- het studiedesign
- het type data
- het doel vd vergelijking
- absolute maten
- relatieve maten
een studie is intern valide wanneer: (3)
wanneer de volgende 3 alternatieve verklaringen kunnen worden uitgesloten:
- bias
- confounding
- random error
bias =
systematische fout die resulteert in foute of invalide schatting vd mate v associatie
confounding =
mix van effecten tussen blootstelling, ziekte en een derde variabele, confounder genaamd
random error =
toevallige fout; de waarschijnlijkheid dat het geobserveerde resultaat te wijten is aan toeval
na berekening van associatiematen: (2)
- checken interne validiteit, daarna:
2. externe validiteit (resultaten generaliseren naar andere populaties)
externe validiteit vereist controle van: (3)
- studiemethoden
- samenstelling vd studiepopulatie
- kennis vd biologische basis vd associatie
de 2 belangrijkste vormen van bias =
- selectiebias
2. informatiebias
bij welke studies is er meer bias en wat is de oorzaak hiervan?
- > bij retrospectieve studies
- > verschillen in timing
te ondernemen stappen bij evaluatie v/e studie op aanwezigheid van bias = (3)
- identificatie vd bron
- grootte of sterkte inschatten (kleine bias: weinig invloed, grote bias: grote invloed)
- richting bepalen (onderschatting of overschatting vh effect)
selectiebias =
= resulteert uit procedures gebruikt om subjecten te selecteren
- resultaat verschilt vh resultaat dat zou optreden bij alle kiesbare individuen uit de bronpopulatie
- resulteert ook uit factoren die deelname aan studie beïnvloeden
selectiebias treedt vooral op bij de volgende studiedesigns = (4)
- case-control + retrospectieve cohort
- cohort + experimenteel
- case-control
- retrospectieve cohort studie
preventieve associatie =
als de biased onder de nulwaarde ligt
positieve associatie =
als de biased boven de nulwaarde ligt
feiten over bias (5)
- alternatieve verklaring voor associatie
- meestal niet resulterend uit ‘vooringenomen’ onderzoeker
3 kan associatie trekken naar of weg van nul - hoeveelheid bias kan klein, matig or groot zijn
- bias wordt vermeden wanneer studie zorgvuldig gedesigned en uitgevoerd wordt
er zijn verschillende manieren waarop selectiebias kan optreden: (6)
- selectie v ongepaste controlegroep in case-control studies (= control selection bias)
- weigering v deelname
- non-respons
- akkoord voor deelname gerelateerd aan bloostelling en ziekte (self-selection bias)
- loss to follow-up gerelateerd aan blootstelling en ziekte
- selectie vd algemene populatie als vergelijkende groep bij beroeps- cohort studie (healthy worker effect)
control selection bias =
selectie v ongepaste controlegroep in case-control studies
- gebruik v verschillende criteria bij de cases en controls
- vermijden door identieke selectiecriteria te hanteren
non-respons =
het verschijnsel dat men van iemand in de steekproef de gewenste informatie niet krijgt (vragenlijst blijft leeg)
self-selection bias =
akkoord voor deelname gerelateerd aan blootstelling en ziekte
healthy worker effect =
= selectie vd algemene populatie als vergelijkende groep bij beroeps- cohort studie
- treedt op wanneer de personen in de studie zijn gerekruteerd uit de actieve (werkende) populatie; de resultaten niet generaliseerbaar naar de algemene populatie die ook minder gezonde personen bevat.
loss to follow-up =
treedt op als deelnemers niet langer gelokaliseerd kunnen worden of als deelnemers niet langer willen deelnemen aan de studie
- moeilijker associaties aantonen die er wel zijn
- kan 2 soorten bias veroorzaken
welke soorten bias kan loss to follow-up(LTFU) veroorzaken?
- nondifferential LTFU = verlies gelijk over wel en niet blootgestelden
- differential LTFU = meer verlies aan een vd beide kanten (bv zieken tov niet zieken)
vermijden v selectie bias door (3) :
- identieke criteria gebruiken bij de selectie v cases en controls
- hoge aantallen deelnemers
- gebruik v verschillende methoden om de studiesubjecten te recruteren
informatiebias =
= wanneer er een fout optreedt in de meting vd te onderzoeken parameters of classificatie v patienten
(te wijten aan oz-er of patient)
belangrijkste kenmerken v/e informatiebias (3)
- de fout gebeurt nádat de subjecten in de studie zijn ingesloten
- heeft betrekking op hoe de data zijn verzameld
- resulteert vaak in foute classificatie v deelnemers in blootgesteld of niet blootgesteld
vormen van informatiebias (3) =
- recall bias
- interviewer bias
- misclassification
recall bias (vorm v informatiebias) =
= ontstaat bij een verschil in de nauwkeurigheid in informatie gegeven door de 2 groepen
- data uit de case groep zijn nauwkeuriger dan data uit de controle groep:
- zorgt voor verschil in zekerheid waarmee factoren voorkomen in de groepen
interviewer bias (vorm v informatiebias) =
= komt voor bij die methoden van dataverzameling waarbij er daadwerkelijk een gesprek ik tussen interviewer en respondent
- de respondent kan, wil of durft de vragen niet naar eer en geweten te beantwoorden tegenover een echt persoon: kiest voor sociaal wenselijk antwoord
- vanuit interviewer: stuurt bewust of onbewust de antwoorden vd respondent
- bij face-to-face oz, telefonisch oz
interviewer bias vermijden door : (2)
- maskeren vd interviewers (vd ziekte, toestand v blootstelling)
- gestandaardiseerde vragenlijsten (gesloten, eenvoudig verstaanbaar, woorden als ‘zoals’ vermijden, geen vakjargion etc)
misclassificatie (vorm v informatiebias)=
= meetfout, in de classificatie van blootstelling of ziekte
- door blootstelling slecht herinneren of ziekte slecht of te breed gedefinieerd
- onderscheid tussen nondifferentiele en differentiele missclassificatie
nondifferentiële misclassificatie =
evenveel fouten aan beide kanten
differentiële misclassificatie=
meer fouten aan één v beide assen
misclassificatie vermijden door (4):
- hogere nauwkeurigheid v verzamelde data
- validatie: verschillende bronnen gebruiken om data te verzamelen
- goede informatiebronnen te gebruiken voor blootstelling en ziekte
- goede definitie van blootstelling en ziekte (aan de hand van sensitieve en specifieke criteria)