14. betrouwbaaarheid en validiteit Flashcards
wat zijn de belangrijkste criteria voor de beoordeling van onderzoekskwaliteit? (2)
- betrouwbaarheid
2. validiteit
waar kunnen we met betrouwbaarheid en validiteit naar kijken?
- naar 2 soorten fouten die in het oz kunnen voorkomen:
1. toevallige fouten
2. systematische fouten
wat moet men doen om meetfouten te minimaliseren?
= de eigenschappen van de meting achterhalen:
- inzicht in betekenis v betrouwbaarheid en validiteit is hiervoor een vereiste
betrouwbaarheid =
= de mate waarin onderzoek vrij is van toevallige fouten
- > heeft betrekking op de manier v meten
- > een betrouwbare meetmethode leidt tot accurate uitkomsten
waar gaat validiteit over? =
= gaat over de mate waarin de uitkomsten van een onderzoek toegepast kunnen worden op andere situaties, personen, plaatsen en de mate waarin de onderzoeksopzet geschikt is om de probleemstelling te beantwoorden
toevallige fouten=
= fouten door onverwachte en onberekenbare factoren
(-> onbetrouwbaar maar valide, denk aan schietschijf)
(bv het verkeerd aflezen vd tijd, kruisje bij het verkeerde antwoord, onduidelijk antwoord op een vraag)
systematische fouten =
=
betrouwbaar maar niet valide, denk aan schietschijf
herhaalbaarheid =
= wanneer het onderzoek op dezelfde manier wordt uitgevoerd, door een andere onderzoeker, en op een ander tijdstip of door andere omstandigheden, dan dient dit tot dezelfde uitkomsten te leiden.
-> meet iedere keer hetzelfde
soorten betrouwbaarheid (3)
- kwantitatief
- kwalitatief
- kwantitatief en kwalitatief
methoden kwantitatieve betrouwbaarheid =
= hoe groter de steekproef, hoe nauwkeuriger je een uitspraak kunt doen
1. test-herhaling test (herhaling v methoden)
test-herhaling test =
door de herhaling v methoden kun je bepalen of je oz betrouwbaar is.
bv twee keer dezelfde survey met waarderingsschaal voorleggen en kijken of ze hetzelfde antwoorden als de vorige keer
methoden kwalitatieve betrouwbaarheid (3) =
- interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (mate waarin oz-ers het eens zijn over de resultaten)
- triangulatie (gebruik v verschillende methodes)
- iteratie (herhaling v dataverzameling en analyse)
interbeoordelaarsbetrouwbaarheid =
= de mate waarin onderzoekers het eens zijn over de resultaten.
-> voor kwalitatieve betrouwbaarheid moeten onderzoekers het dus zo veel mogelijk met elkaar eens zijn
triangulatie =
= de kwalitatieve betrouwbaarheid verhogen door verschillende methodes gebruiken
- je controleert als het ware of een verkregen resultaat klopt als je gebruik maakt v/e andere
iteratie =
= het herhalen v dataverzameling en analyse, waardoor je eigenlijk aan de voorwaarde van herhaalbaarheid voldoet
-> je neemt waar, analyseert en interpreteert, en herhaalt deze stappen daarna tot je concludeert dat je de probleemstelling kunt beantwoorden