7. België tijdens WO I (1914-1918) Flashcards

1
Q

Neutrale België

A

o België werd als bufferstaat ingesteld door de grootmachten tussen Frankrijk en Duitsland (en GB)

o Groot-Brittannië stond garant voor het bewaren van de Belgische neutraliteit

o Belgen gingen er vanuit dat die neutraliteit hen zou vrijwaren van een oorlog

o Tussen 1831 en 1914: geen oorlog in België

o Bloeiende Belgische wapenindustrie: FN Herstal levert wereldwijd wapens aan meest biedende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Afschaffing dienstplicht

A

o Leopold I en Leopold II waren echter wel voorstander van een sterk leger

o Tot 1909: lotelingensysteem waarbij 18-jarigen eruit geloot werden om niet in dienst te moeten

o Rijken lieten armen tegen betaling hun plek innemen, waardoor het leger uit armen bestond

o Leger was dus niet betrouwbaar, want zouden niet willen vechten tegen arbeidersopstanden

o Socialistische BWP willen een afschaffing van de loting omdat het sociaal onrechtvaardig was

o Koning en liberalen willen dit ook, om zo het leger te moderniseren en te versterken

o Katholieke partij is sterk antimilitaristisch, want de dienstplicht zorgt voor secularisering

o 1909: Dienstplicht voor minstens 1 zoon van het gezin

o 1913: Algemene dienstplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Modernisering en defensie

A

o Het budget voor defensie werd verhoogt

o Men ging massaal forten bouwen langs belangrijke grenzen, defensieve strategie

o Antwerpen werd helemaal omringt door twee fortengordels als laatste verdedigingslijn

o Antwerpen moest zo een oninneembare vesting worden, als laatste toevluchtsoord

o Forten stonden in Antwerpen ter discussie, want werd bij een inval zo dé te bombarderen stad

o 1862-1872: Meetingpartij gaat in Antwerpen strijden tegen de forten (voornamelijk katholieken)

o Fortenbouw was in 1914 reeds verouderd, waren weerloos tegen de Duitse artillerie

o Meeste forten waren uit baksteen gebouwd, weerloos tegen kanonnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fronten

A

o Westfront tussen Frankrijk en Duitsland

o Oostfront tussen Rusland en Duitsland

o Zuidfront tussen Rusland en het Ottomaanse Rijk

o Afrikaans front tussen Belgisch-Congo en Duits-Kameroen en Duits-Tanzania

o Slechts 32 Congolezen aan het IJzerfront, wegens het sterke racisme

o Andere koloniale mogendheden gaan veel meer mensen uit kolonies inzetten (bv. Indiërs in GB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Von Schlieffenplan (augustus 1914 - oktober 1914)

A

o Frans-Duitse grens was zeer zwaar bewapend, een rechtstreekse Duitse invasie was onmogelijk

o Duitse leger besefte al lang dat een aanval op Frankrijk via België moest verlopen

o Zo konden de Duitsers de Franse grensverdediging in de rug aanvallen

o 2 augustus: Duitsland stelt een ultimatum aan België, België weigert doorgang te verlenen

o Forten zijn niet opgewassen tegen kanonnen en worden al snel teruggetrokken tot Antwerpen

o Kunnen daar even standhouden, Duitsers trekken zuidwaarts richting Frankrijk

o Twee uitvallen op de Duitse flanken gaan Duitsers overtuigen om Antwerpen toch in te nemen

o Antwerpse vesting wordt verlaten en men trekt zich terug tot in de Westhoek

o Belgische defensie was zwak, maar kon wel de Duitse inval sterk vertragen

o Von Schlieffenplan mislukte, de Belgische bevolking werd hiervoor verantwoordelijk gesteld

o Men beweerde dat er meerdere Belgische vrijschutters waren, Duitsers executeren 5500 burgers

o In Leuven gaat men als straf de Leuvense bibliotheek afbranden, domme beslissing

o Brand in Leuven werd gefilmd, westerse propaganda schilderde Duitsers af als cultuurbarbaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Poor Little Belgium

A

o Propaganda waarin de Duitse bezetting sterk overdreven wordt uiteengezet

o Afgehakte handen, verkrachtingen van vrouwen en kinderen, vermoorden van baby’s

o Zorgde voor duizenden vrijwilligers die België willen bevrijden tegen de barbaarse Duitsers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Belgen op de vlucht

A

o Meer dan 1,5 miljoen Belgen vlucht naar het buitenland

o Nederland (1 000 000), Frankrijk (300 000) en Engeland (250 000)

o 600 000 Belgen blijven gedurende de hele oorlog in het buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stellingenoorlog aan de IJzer (november 1914 – september 1918)

A

o Belgen trekken zich terug in Antwerpen en vormen in de Westhoek een laatste verdedigingspost

o Westhoekfront was het meest noordelijke stuk van het Westfront, dat tot bij Zwitserland liep

o België laat onder impuls van Karel Cogge de IJzervlakte onder water zetten

o België gaat een zuiver defensieve strategie toepassen om het laatste stukje België te verdedigen

o Westfront komt zo stil te staan aan de Westhoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Belgische regering in Le Havre

A

o Koning Albert I blijft in de Westhoek, Belgische regering vlucht naar Frankrijk

o Regering houdt diplomatiek contact met de verbonden van België

o Regering wil een aansluiting van het Belgische leger bij het geallieerde offensief

o Koning houdt dit tegen, wil zich enkel tot defensie beperken

o Eerste Minister Charles de Broqueville probeert zijn regering en de koning te verzoenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Belgische oorlogsverrichtingen

A

o Het Belgisch leger gaat zich al snel verschansen achter de onderwater gelopen IJzervlakte

o Duitsers focusten zich dan ook niet op de Belgen aan het IJzerfront

o Belgen namen niet deel aan de grote geallieerden offensieven, Albert I hield dit tegen

o België moest zijn eigen grondgebied verdedigen, niet Duitsland volledig verslaan (jusqu’au bout)

o Aan de veel bloedige veldslagen In Flanders Fields deden de Belgen niet mee

o België ging de herdenking van Flanders Fields gaan toe-eigenen, zeker de Vlaams nationalisten

o 3e slag bij Ieper, waarbij de Britten een doorbraak proberen te forceren in Passendale
o Tussen juli 1917 en september 1917 vallen 400 000 doden, maar geen Belgen

o Vandaag nog grote oorlogskerkhoven in de Westhoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Belgische slachtoffers

A

o Evenveel Belgen gestorven tijdens WOI en WOII, maar verhoudingsgewijs meer in WOI

o Op 7,6 miljoen Belgen sterven 38 000 militairen en 12 000 burgers, in totaal dus 50 0000 (0,65%)

o 1/3 stierf in de beginmaanden tijdens de Duitse opmars, 1/3 valt tijdens het slotoffensief

o Burgerslachtoffer is moeilijk te bepalen, maar waarschijnlijk zelfs meer dan 12 000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oorlogsslachtoffers wereldwijd

A

o 1,5 miljoen Fransen, 1 miljoen Britten, bijna 2 miljoen Duitsers, 1,7 miljoen Russen

o Belgische slachtoffers vallen nog mee, door de defensiepolitiek van Albert I

o Door de weinige slachtoffers krijgen ze niet de gehoopte gebieden van Duitsland na WOI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hongersnood in het bezette land

A

o België is zo goed als volledig bezet door Duitsland

o Centrale probleem: voedselvoorziening

o België was grotendeels afhankelijk van import

o Geallieerden snijden importlijnen af tegen de Duitsers

o Er zijn er natuurlijk ook die hiervan profiteren

o Voedselproducenten konden zo goede zaken doen

o Velen waren bereid grote prijzen te betalen

o Na WOI was het spaargeld op de KBC vertienvoudigd

o Belgische regering richt een comité op

o Nationale Hulp en Voedingscomité (NHVK)

o Onder leiding van Emile Francqui

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Amerikaanse hulp

A

o Emile Francqui gaat de hulp inroepen van de neutrale Verenigde Staten

o Zakenman Herbert Hoover gaat de Commission for Relief in Belgium oprichten

o 880 miljoen dollar voedsel voor 10 miljoen mensen, grootschalige onderneming

o Ook tijdens de Amerikaanse interventie bleef de commissie, o.l.v. neutrale Spanje en Nederland

o Duitse bezetter liet dit toe, beseften dat de bevolking anders zou omkomen van de honger

o Britten waren eerst sceptisch, vreesden dat het voedsel in handen van de Duitsers zou komen

o Schaarste bleef enorm, voornamelijk bij de arme mensen in de steden, minder op het platteland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bestuur van het bezette België

A

o 250 000 Belgen aan het front, 600 000 Belgen blijven in exil,

o Bezet België komt onder gezag van de Duitse bezetter

o Okkupationsgebiet: het werkelijke bezette België o.l.v. een gouverneur-generaal

o Etapppengebiet: West- en Oost-Vlaanderen, een militaire zone net achter het IJzerfront

o Wordt bestuurd door militairen, was dus een veel harder bezettingsregime

o Ook het Okkupationsgebiet was een echte politiestaten, controle en last van Kommandatüren

o Oktober 1916: arbeiders worden opgepakt en tewerkgesteld in de Duitse oorlogsindustrie

o Groot geweld en executies zoals tijdens de invasie gebeuren niet meer, maar wel plundering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het verzet

A

o Voornamelijk clandestiene pers en inlichtingenwerk, geen gewapend verzet zoals in WOII

o Belgische verzetskrant: La Libre Belgique

o Honderden Belgische verzetsmannen en verzetsvrouwen worden geëxecuteerd

o De Britse Edith Cavell was een bekende verzetsvrouw die in april 1915 wordt gearresteerd

o Ze hielp 200 Belgen en krijgsgevangen terug aan de andere kant van het front te krijgen

o Werd in Schaarsbeek gefusilleerd, waar de geallieerden oorlogspropaganda van maakten

o Het winkelmeisje uit Doornik Gabrielle Petit werd ook gefusilleerd wegens spionage

o In totaal zo’n 200 executies wegens verzet, in WOII waren dat er 14 500

17
Q

Koning Albert I

A

o Albert I was immens populair bij het Belgische leger

o Koning-soldaat die zijn volk verdedigd, bleef aan het front

o Volledige propaganda rond zijn figuur, zoals op de prent

o Benadrukt de nationale eenheid, de Godsvrede

o Belgisch patriotisme was groter dan ooit tevoren

o Ook socialisten sluiten zich aan bij de vaderlandse oorlog

o Albert I was volgens de grondwet de opperbevelhebber

o Kan zo wegen op de politieke besluitvorming

o Roept op tot een Union sacrée, een Godsvrede

o Liberalen en socialisten komen in de regering

o Socialisten komen over heel Europa in regeringen

o Laten het internationalisme wat varen

18
Q

Vlaamse beweging

A

o Union sacrée mislukt in de Vlaamse beweging

o Vlaamse beweging in twee groepen: Belgisch loyale vleugel en een collaborerende vleugel

o Socialistische partij wordt beloond voor hun loyaliteit, Vlaamse beweging wordt afgestraft

o Socialisten krijgen algemeen stemrecht, Vlaamse beweging krijgt geen taalwetten

o Grootste deel bleef echter loyaal aan België

o Zorgde voor grote frustratie, ook bij de Vlaamsgezinden aan het front

19
Q

Von Bissing Universiteit

A

o In oktober 1916 werd in Gent een Vlaamse hogeschool geopend

o Vlaamse collaboratie kwam er door een Duitse Flammenpolitiek

o Germaans stamverwantschap tussen Duitsers en Vlamingen

o Duitsland geeft met de vernederlandsing hetgeen waar Flaminganten al decennia lang voor strijden in België

o Duitsers voerden massaal propaganda voor de Vlaamse Hogeschool

20
Q

Raad van Vlaanderen

A

o Maart 1917: Bestuurlijke scheiding tussen Vlaanderen en Wallonië onder de Duitse bezetter

o Duitse politieke leiders beseffen dat oorlog enkel na onderhandelingen beëindigd zou worden

o Wilden België zo verdelen om invloed in Vlaanderen te krijgen en later bij Duitsland te voegen

o Taalgrens wordt politieke grens, Brussel de Vlaamse hoofdstad, Namen Waalse hoofdstad

o Centrale besturing blijft weldegelijk vanuit de Duitse bezetter

o Raad van Vlaanderen als Vlaams parlement met Vlaamsgezinde collaborateurs

o Gaat onderhandelen met Berlijn en roept op 22 december 1917 Vlaamse onafhankelijkheid uit

o Raad van Vlaanderen had geen legitimiteit, was zelfs geheim tot december

o Vlamingen en zelfs meeste flaminganten gaan zich echter keren tegen de Raad van Vlaanderen

o Het gebrek aan legitimiteit was een probleem voor de Duitsers

o In februari 1918 komt er na ‘verkiezingen’ een tweede Raad van Vlaanderen

21
Q

De Frontbeweging

A

o Belgisch leger bestaat uit meer dan 70% Vlamingen

o Wallonië had minder tijd om zich te mobiliseren, Duitsers vielen daar binnen

o Zeer veel Vlamingen, dus ook flaminganten in het leger

o Vlaamse beweging uit de middenklasse zet zich verder bij soldaten aan het IJzerfront

o Groeiend ongenoegen over de Franse legerstaal

o Radicalisering door de Duitse flammenpolitik

o Openbrieven naar koning Albert I, regering had het verkorven

o De leiders van de Frontbeweging wordt al snel in de gaten gehouden

o Gaan al snel ondergronds gaan en enkel in het geheim samenkomen