13. De communautaire breuklijn na 1950 Flashcards

1
Q

Sociaaleconomische verschillen

A

o Eind 19e eeuw zijn de inkomens in Wallonië veel hoger dan Vlaanderen
o Na WOII veranderde dit compleet, door de Antwerpse havenindustrie

o 1970: Vlaamse salarissen voor het eerst hoger dan Waalse salarissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vlaamse beweging in het interbellum

A

o Groei van het anti-Belgisch Vlaams-nationalisme

o Taalwetten territorialiseren de talentegenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vlaamse beweging na WOII

A

o In defensief wegens de collaboratie van het Vlaams-Nationalisme

o Komt doordat het rijker werd vrij snel terug op de politieke voorgrond

o Schoolpact 1958 en cultuurpact 1973 zorgen voor levensbeschouwelijke pacificatie

o De levensbeschouwelijke breuklijn was ontmijnt, er was ruimte voor de communautaire breuklijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Volksunie

A

o Volksunie ontstaat in 1954 met federalisme (niet onafhankelijkheid) als doel

o Geen extreemrechtse radicale partij zoals VNV, niet antidemocratisch

o Beseffen dat Vlaamse onafhankelijkheid nog te radicaal was

o Werpen zich op als een alternatief voor de drie traditionele partijen

o Krijgen voornamelijk veel CVP stemmers

o CVP gaat zich daardoor Vlaamser profileren, maar blijven pro-België

o Stellen zich ook pro-amnestie op voor collaborateurs

o Succesvol begin jaren 1970: 21/212 zetels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waals beweging

A

o Nieuw: Waalse beweging met een federalistisch programma

o Voor WOII: belangen van de Walen en de Franstalige Vlamingen verdedigen

o Na WOII: focus op het sociaaleconomische

o Waalse industrie kreeg het moeilijk na WOII

o Waalse beweging wil dat Wallonië eigen politiek moeten voeren

o Willen een door de staat ondersteunde economie

o Willen voor staatsteun aan de in verval geraakte Waalse industrie

o Leidt tot de oprichting van de Mouvement Populaire Wallon in 1961

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mouvement Populaire Wallon

A

o MPW ontstaat in 1961 met federalisme als doel

o Leider was André Rennard, een socialistische vakbondsman

o Leidde uiteindelijk tot het Rassemblement Wallon (RW) in 1968

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Brussel als derde actor

A

o Bijzonder positie: Brussel als hoofdstad omgeven door Vlaanderen

o Front Démocratique des Francophones: Brusselse partij die Brussel Franstalig wil maken

o Keert zich tegen de Vlaamse beweging die Brussel willen vervlaamsen

o Vlaamse beweging wil dat Brussel wettelijk tweetalig wordt, want verfransing nam toe

o Vlaamse beweging eist bescherming voor Nederlandse minderheid in Brussel

o Ze willen ook de taalgrens en het Brussels territorium wettelijk vastleggen

o In ruil daarvoor zijn ze bereid om nationaal pariteitsregelingen te maken

o Marsen op Brussel 1961-1962

o 100 000 Vlamingen marcheren op Brussel

o Ook Franstalige tegenbetogers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Taalgrens

A

o Taalwetten worden vastgelegd in een ware koehandel

o Bv. Voeren als Vlaamse enclave en Komen-Moeskroen als Waalse enclave

o Ook invoering faciliteitengemeentes waar taalminderheden faciliteiten krijgen

o Brussel: 19 gemeentes met daarrond 6 Vlaamse faciliteitengemeenten

o In Vlaanderen zeggen ze dat faciliteiten er zijn om zich geleidelijk aan aan te passen

o In Wallonië zeggen ze dat faciliteiten er zijn om te blijven

o Vastlegging volgens territorialiteitsbeginsel, maar velen noemde zich Franstalig als sociaal statuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Probleem Leuven

A

o Universiteit Leuven werd vernederlands samen met de UGent

o Ze werd in twee gedeeld: Nederlandstalige en Franstalige universiteit Leuven

o Franstalige universiteit op Vlaams territorium kon niet voor Vlaamse beweging

o Vlaamse beweging en studentenrevoltes ’68 vloeien samen in protest tegen de universiteit

o Belgische regering beslist om de Franstalige universiteit te verplaatsen naar Louvain-la-Neuve

o Trauma: Franstaligen worden weggejaagd uit Leuven

o Ook trauma voor katholieke partij: splits opnieuw in CVP en PSC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verfransing blijft voortgaan

A

o Frans was een sociaal een superieure taal

o Verfransing bleef voortgaan in Brussel en langs de taalgrens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Probleem Brussel-Halle-Vilvoorden

A

o Was één kiesarrondissement, Franstalige verkozenen hadden zo dus een grote invloed in de Brusselse
randgemeenten

o Zorgde voor verdere verfransing van Vlaams-Brabant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Traditionele partijen op de schop

A

o Succes van federalistische partijen VU en RW

o Traditionele partijen splitsen
o 1968: CVP/PSC
o 1971: PVV/PLP
o 1978: BSP/PSB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

6 staatshervormingen maken België een federale staat

A

o 1970, 1980, 1988, 1993, 2001, 2011

o 1993: België officieel een federale staat volgens de Grondwet na de Sint-Michielsakkoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

1970

A

o Culturele autonomie: vorming van gemeenschappen volgens de taalgrens

o Economische autonomie: vorming van gewesten, zonder instellingen

o Taalgroepen in het parlement

o Paritaire samenstelling van de regering

o Invoering bijzondere meerderheden en alarmbelprocedure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

1977: Egmontpact

A

o O.l.v Leo Tindemans in een regering met de Volksunie

o Mislukt en zorgt voor het einde van de Volksunie

o Radicalere Vlaamsgezinden waren ontgoocheld, leidt tot stichting Vlaams Blok in 1979

o Vlaams Blok knoopt aan bij een extreemrechtse traditie van het Vlaams-nationalisme

o Vooral in de jaren 1980 electoraal sterk door xenofoob programma tegen gastarbeiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

1980

A

o Oprichting van Vlaamse en Waals Gewestinstellingen (niet Brussel)

o Ontstaan van een Vlaamse Raad (fusie tussen Gemeenschapsraad en Gewestraad)

o In Wallonië bleef de Franse gemeenschap en het Franstalig Gewest

17
Q

1988

A

o Verdere overheveling van bevoegdheden van federaal naar deelstatelijk niveau

o Oprichting Brussels Hoofdstedelijk Gewest

18
Q

1992: Sint-Michielsakkoord

A

o België wordt officieel een federale staat (1993)

o Rechtstreekse verkiezing van leden van deelstaatsraden

o Splitsing van provincie Brabant

19
Q

2011: Vlinderakkoord

A

o Splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde

o Verdere overheveling van bevoegdheden van federaal naar deelstatelijk niveau

o Hervorming Brusselse instellingen

20
Q

Dynamiek van staatshervormingen

A

o Van een unitaire logica naar een federale logica

o Democratisch proces dus ingewikkelde compromissen

o Verzoening van Vlaamse wens culturele autonomie en Waalse wens economische autonomie

o Assymetrie: de 3 gewesten zijn niet gelijk aan de 3 gemeenschappen

o Sterke Vlaamse identiteit leidt tot fusie tot 1 Vlaams parlement/regering

o Ontbreken van Franstalige identiteit zorgt voor behoud Waals en Brussels gewest

21
Q

Blijvend probleem Brussel

A

o Vandaag maximaal 15% Nederlandstaligen

o Groeiende Brusselse identiteit als 3e deelstaat
o Internationaal centrum

22
Q

Viert België ooit zijn 200ste verjaardag

A

o Vlamingen en Walen groeien uit elkaar

o Partijen als N-VA en Vlaams Belang worden sterker

o Europese Unie maakt een overkoepelend België overbodig

o Brussel blijft een ondeelbaar geheel en verbindingsteken

o Elasticiteit van Belgische compromissenpolitiek

o Toenemend belang van multiculturele samenleving

o Behoud van sociale zekerheid op Belgische schaal