2. Van Ancien Régime naar Moderne Natiestaten Flashcards

1
Q

Breukmoment: Franse Revolutie (1789AD)

A

o Dé springplank om de idealen in de praktijk te brengen

o Tabula Rasa

o Napoleon verovert Europa, Franse Revolutie laat ook in onze gebieden grote sporen na

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eed van de Kaatsbaan (1789AD)

A

De Eed op de Kaatsbaan werd op zaterdag 20 juni 1789 te Versailles afgelegd door nagenoeg alle vertegenwoordigers van de derde stand en enkele sympathisanten uit de lagere geestelijkheid. Deze afgevaardigden zwoeren om niet uiteen te gaan voordat zij als Nationale Vergadering (Assemblée nationale) aan het koninkrijk een nieuwe grondwet hadden gegeven. Die zou er uiteindelijk ruim twee jaar later komen op 3 september 1791, voorafgegaan door de eerder aangenomen Verklaring van de rechten van de mens en de burger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Brabantse omwenteling/Eerste Belgische Revolutie (1789AD-1790AD)

A

o Strijd Zuidelijke Nederlanden tegen despoot Jozef II (keizer van Oostenrijk)

o Tolerantie edict

o Veel economische hervormingen

o Bedreiging van oude machtsinstellingen olv statisten

o Belangrijk verschil met FR: progressieven vs. conservatieven

o Ook progressieven in onze contreien: vonkisten

o Monsterverbond tussen progressieven en conservatieven tegen Jozef II (tegennatuurlijk)

o Oostenrijkse leger wordt verslagen, confederale staat in 1790 (Verenigde Nederlandse Staten)

o Bloedde al snel dood door interne tegenstellingen

o Oostenrijkse leger herovert Zuidelijke Nederlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Afbraak Ancien Regime

A

o Soevereine vorsten Soevereine naties

o Nationalisme

o Macht komt vanuit het volk, dus samenhorigheid wordt belangrijke politieke factor

o Oude samengestelde staten vallen door nationalisme uiteen

 o Bv. Habsburgse Rijk, Rusland, Ottomaanse Rijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Congres van Wenen (1815AD)

A

o Einde bewind van Napoleon na Slag bij Waterloo (1814)

o Geallieerden bespreken wat met Frankrijk moest gebeuren

o Restauratie van het Ancien Régime en absolutisme

o Bufferstaat tegen Frankrijk: Willem I van Oranje als verlichte despoot van de Nederlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815AD-1830AD)

A

o Ook Luxemburg behoorde tot dit Verenigd Koninkrijk

o Erfenis van de Franse Revolutie was te groot, protest volgt al heel snel

o In het begin onder de vorm van reclamaties van katholieken tegen protestante vorst

o Ook Willem I voert economische moderniseringen door (Kanaal Gent-Terneuzen, UGent)

o Zijn grote probleem: geen gevoel van eenheid en geen bottom-up systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onhoudbare spanningen

A

o Godsdienst- en onderwijspolitiek Willem I

o Sociaaleconomische tegenstellingen

o Verfransing in het Zuiden en Willems taalpolitiek

o Vergelijkbaar met de huidige 3 breuklijnen

o Orangisme

o Steunen de vorst in de strijd tegen het verzet

o Voornamelijk industriëlen uit Gent, Luik en Charleroi

o Ook steun vanuit een prille Vlaamse beweging (steunen Nederlandse taalpolitiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tabula Rasa

A

o oude systeem van tafel geveegd, nieuw systeem gebaseerd op nieuwe principes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tolerantie edict

A

o vrije geloof protestanten toegestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

statisten

A

o conservatieve clerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vonkisten

A

o volgelingen van Vonk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nationalisme

A

o natiestaat wordt belangrijke soevereine macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Orangisme

A

o Steun voor Willem I in Zuidelijke Nederlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly