6 - Immunosuppressiva 2 Flashcards

1
Q

Wat is kenmerkend voor auto-inflammatoire ziekten?

A

Er wordt te veel IL-1 geproduceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Aan welke 3 factoren zijn schimmelinfecties gerelateerd?

A

Schimmelinfecties zijn gerelateerd aan steroïdgebruik, antibioticagebruik en anti-IL17 antistoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat bij auto-inflammatoire ziekten te veel IL-1?

A

Het inflammasoom wat aanvoelt of iets pathogeen is en pro-IL-bèta activeert, werkt te hard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de effecten van IL-1?

A

Het induceert koorts en maakt IL-6 vrij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zou je een auto-inflammatoire ziekte vermoeden als het CRP niet verhoogd is?

A

Nee, deze kans is dan nihil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de pathologie van mediterrane koorts?

A

Hierbij ontstaan er aanvallen van 3 dagen koorts. Tijdens deze aanvallen is het IL-1, IL-6 en CRP verhoogd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn 4 kenmerken die karakteristiek zijn bij inflammatie?

A
  • Koorts
  • Uitslag
  • Jicht, artritis
  • Toename van inflammatoire parameters: ESR, CRP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke 4 situaties wordt anti-IL-6 gegeven?

A
  • Reuma artritis
  • Giant cell artritis
  • Cytokine release syndrome -> zonder behandeling dodelijk
  • COVID-19 pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zou je nog naar het CRP gehalte kijken van een patiënt die behandeld wordt met anti-IL-6? En van welke bloedeigenschap ben je dan afhankelijk?

A

Als een patiënt met anti-IL-6 behandeld wordt, heeft het geen zin om naar CRP te kijken bij het vermoeden op een infectie. Dit komt doordat IL-6 het CRP verhoogd. Je bent in dit geval voor de diagnose dus afhankelijk van de bezinking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarbij speelt omalizumab een rol?

A

Omalizumab vangt het IgE wat een rol speelt bij allergische reacties weg. Hierdoor worden mestcellen niet geactiveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het effect van rituximab?

A

Rituximab is een middel wat een anti-CD20 effect heeft en werkt dus goed tegen B-cel non-Hodgkin-lymfomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom leidt een behandeling met rituximab niet tot een verlaging van het immuunglobulinegehalte?

A

CD20 zit wel op B-cellen, maar niet op plasmacellen. Tijdens het remmen van B-cellen, zullen dus de immuunglobulinen die door plasmacellen worden geproduceerd, nog steeds geproduceerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het effect van abatacept?

A

Abatacept zorgt voor de rem op T-celactivatie en kan hierdoor een rol spelen bij auto-immuunziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan abatacept tot immuunactivatie leiden? En waarbij wordt dit mechanisme gebruikt?

A

Het heeft o.a. ook een effect op reuma. Als het de remmer van de T-lymfocyt (CTLA-4) blokkeert, zorgt dit juist voor immuunactivatie. Dit is het effect van anti-kanker immunotherapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly