4. Hypothecair krediet Flashcards
Domein B1
Hypothecaire lening:
Lening met onroerend goed als onderpand
Onroerend goed:
Niet verplaatsbare/roerende goederen -> huis of grond
Recht van hypotheek:
Het recht van de geldgever om onderpand te verkopen als de geldnemer (koper van de woning) niet betaalt
Hypotheekgever:
Geldnemer, koper van de woning
Hypotheeknemer:
Geldgever, de bank
Bruto maandlast:
Maandelijks te betalen bedrag aan aflossing en interest
Netto maandlast:
Bruto maandlast – belastingvoordeel
=> Omdat interest aftrekbaar is (hypotheekrenteaftrek) van inkomstenbelasting
De partijen op de hypotheekmarkt:
- Makelaar
- Bank
- Hypotheekadviseur
- Notaris
- Taxateur
Makelaar:
- Aan- en verkoopmakelaar
- Bemiddelt, onderhandelt
- Heeft kennis van de markt
- Maakt koopcontract
- Niet verplicht.
Bank:
- Verstrekt hypothecaire lening en geeft advies daarover
Hypotheekadviseur:
Onafhankelijk
Adviseert over:
- Soorten leningen
- Afsluitkosten
- Percentages
- Aflossingen
- Fiscale gevolgen
Notaris:
- Stelt de akten op
=> eigendomsakte/overdrachtsakte en hypotheekakte - Regelt inschrijving bij Kadaster
Taxateur:
Bepaalt de waarde van de woning.
Hoe heet de beloning voor een makelaar
‘Courtage’
Lineaire hypotheek:
- Aflossing steeds gelijk
- Bruto- en netto maanduitgaven dalen
Voordelen lineaire hypotheek:
- Schuld daalt gelijkmatig
=> door aflossing - Interest daalt
=> omdat schuld daalt
Nadelen lineaire hypotheek:
- Belastingvoordeel daalt
=> omdat interest daalt - Hoge lasten aan het begin
Annuïteitenhypotheek:
= rente + aflossing = steeds gelijk bedrag
- Schuld daalt
=> door aflossing
- Interest daalt
=> omdat de schuld daalt
- Belastingvoordeel daalt
=> omdat de interest daalt
- Bruto maanduitgaven gelijk
- Netto maanduitgaven stijgen
=> want belastingvoordeel daalt
Voordelen annuïteitenhypotheek:
- Stabiele lasten
- In beginjaren veel belastingvoordeel en dus lagere netto maanduitgaven
Nadelen annuïteitenhypotheek:
- Dalend belastingvoordeel
- Stijgende netto maanduitgaven
- Over de hele looptijd duurder dan lineaire lening
=> Door hogere interestuitgaven
Hypothecair krediet looptijd:
Lang: 10 jaar en meer
Consumptief krediet looptijd:
Kort: 1-10 jaar
Hypothecair krediet bestemming:
Onroerende goederen
Consumptief krediet bestemming:
Roerende goederen