13. Investeren, financieren en verdeling van het resultaat Flashcards
Domein D2
Vermogensmarkt
= geheel van vraag en aanbod van vermogen, gehandeld in vermogenstitels
Vermogensmarkt indelingen
- Geldmarkt V.S. Kapitaalmarkt
- Onderhands V.S. openbaar
Aanbieders vermogen:
- Institutionele beleggers
=> Beleggen premies van pensioenen en levensverzekeringen
=> Dus gezinnen.
Maar ook: - bedrijven
- beleggingsfondsen
- overheid
Vragers vermogen:
- gezinnen
=> leningen - Bedrijven
=> aandelen of obligaties uitgeven of geld lenen - Overheid
=> bij financieringstekort
Geldmarkt:
< 1 jaar
- rekening courant krediet
- leveranciers- en afnemerskrediet
Kapitaalmarkt
> 1 jaar
- aandelen
- obligaties
- hypothecaire leningen
Onderhandse lening
=> Lang Vreemd Vermogen (>1 jaar)
- 1 geldgever, 1 geldnemer
- Gering verhandelbaar
- Onderpand kan
- Rechtstreeks contact
- Over voorwaarden wordt onderhandeld
- Niet verhandelbaar
- Aflossing volgens afspraak
- Geringe afsluitkosten
Openbare lening
=> bv obligatielening
- Veel geldgevers, 1 geldnemer
- Geen rechtstreeks contact, maar bv via bank
- Voorwaarden voor iedereen gelijk
- Makkelijk verhandelbaar
- Geld terug na afloop lening
Toezichthouders vermogensmarkt
- DNB
=> De Nederlandsche Bank - AFM
=> Autoriteit Financiële Markten - ACM
=> Autoriteit Consument & Markt
DNB (De Nederlandsche Bank):
=> Controleert banken
Ziet erop toe dat financiële ondernemingen hun financiële verplichtingen kunnen nakomen.
=> bijv dat klanten altijd hun geld kunnen opnemen bij een bank
AFM (Autoriteit Financiële Markten):
=> Houdt toezicht op financiële markten
Zorgt voor:
- transparante markten
- zorgvuldige behandeling van klanten
- goede wet- en regelgeving
=> bijv financiële bijsluiters
ACM (Autoriteit Consument & Markt):
- Zorgt voor gezonde concurrentie
=> bijvoorbeeld bij fusies en overnames - Controleert consumentenrecht
Effecten
= waardepapieren = vermogenstitels = aandelen, obligaties, opties
Aandelen
in stukjes geknipt eigen vermogen, eigendomsbewijs; dividend (alleen bij winst); geen gegarandeerd bedrag bij verkoop
Obligaties
- In stukjes geknipt vreemd vermogen
- 1 kredietnemer, veel kredietgevers
- Geen zeggenschap
- Gelijke voorwaarden voor iedereen
- Vast rentepercentage, ook bij verlies en je krijgt nominale waarde terug
=> minder risico dan aandelen - schuldbewijs
Effectenbeurs
(=openbare kapitaalmarkt): waar effecten verhandeld worden (digitaal) en de koers tot stand komt
Beurskoers
=prijs op effectenmarkt
Speculeren:
=> Kopen van effecten met als doel koerswinst te maken
Kan via banken of gespecialiseerde bedrijven (Binck, Alex), maar ook bij beleggingsfondsen (voordeel: hebben tijd, kennis en kunnen risico’s spreiden)
Koersvolatiliteit:
beweeglijkheid van de beurskoersen (hoe groter het bedrijf hoe minder volatiel, want ze kunnen tegenslagen beter opvangen)
Efficiëntie-markthypothese:
theorie die stelt dat alle publieke informatie en toekomstverwachtingen in de prijs van effecten verwerkt is (als er nieuwe informatie is wordt deze direct verwerkt in de koersen omdat mensen direct handelen, daardoor zijn beurskoersen totaal onvoorspelbaar en zijn de tips van adviseurs en goeroes nutteloos. Meer dan gemiddelde winst is puur geluk, dus: niet actief steeds wisselen maar passief lange termijn beleggen)
negatief beursklimaat
=> aandelen
dalende koersen
positief beursklimaat
=> aandelen
stijgende koersen en vertrouwen
marktsentiment
stemming op de beurs
=> afhankelijk van politiek en geruchten
marktrente daalt/stijgt wat gebeurt er dan met de koersen van aandelen?
marktrente daalt: Stijgende koersen aandelen
marktrente stijgt: Dalende koersen aandelen
=> negatief verband