18, 19, 20 Boekje Resultaat Flashcards
Domein F2
Consumentenprijs:
De verkoopprijs inclusief btw.
Normale afzet:
De verwachte gemiddelde afzet voor de komende jaren.
Periodekosten:
Constante kosten
=> Ontstaan omdat een bepaalde periode verstrijkt en hangen niet direct samen met de afzet.
=> Komen in zijn geheel ten laste van het resultaat.
Opslagpercentage:
De constante kosten worden dan uitgedrukt als percentage van de variabele kosten.
=> Kan gebruikt worden om de toegestane constante kosten als onderdeel van de kostprijs te berekenen.
Toegerekende kosten:
De kosten die aan een bepaald goed of dienst worden toegerekend.
Toegerekende kosten per eenheid:
De kosten die aan een eenheid (van een goed of dienst) worden toegerekend
Categoriale kostensoorten:
- Kosten van de grond
- Grondstofkosten (incl afval)
- Loonkosten
- Kosten van diensten van derden
- Kosten van belastingen
- Kosten van duurzame productiemiddelen
- Interestkosten
Geef voorbeelden van grondstofkosten:
- Inkoopprijs
- Bestelkosten
- Voorraadkosten (ruimte, risico)
Wat valt er allemaal onder loonkosten?
- Brutoloon
=> (nettoloon + loonheffing + premies werknemersverzekeringen) - Sociale premies voor rekening werkgever
- Vakantiegeld
Geef voorbeelden van kosten van diensten van derden:
- Verzekering
- Schoonmaak
Geef voorbeelden van kosten van belastingen:
- Onroerend goed
- Milieu
Niet: btw
Geef voorbeelden van kosten van duurzame productiemiddelen:
- Afschrijvingskosten
- Onderhoudskosten
Wanneer moet je afschrijven op grond?
ALLEEN als de waarde daalt.
Functionele kostenindeling:
Naar functie in bedrijf:
- Inkoopkosten
- Verkoopkosten
- Financieringskosten
- Algemene kosten
Wat is de prijs exclusief BTW?
Kostprijs + Winst(opslag)
Opslagmethode (kp):
Kp = variabele kosten + opslag constante kosten (opslagpercentage)
=> toegepast bij stukproductie & diensten, kosten per eenheid
Variabele kostprijs nadelen:
- belastingdienst wil NIET dat je voorraden tegen vk bijhoud
- verkoopprijs vaststellen is moeilijker
(Korte termijn => constante kosten worden BUITEN de kostprijs gehouden)
Integrale kostprijs methode
(standaard kostprijs)
(=> Constante kosten worden WEL meegenomen)
Kp = C/N + V/B
C = TCK
V = TVK
N = Normale productie/afzet
B = Begrote/Verwachte productie
Verkoopresultaat:
(excl BTW)
Voorcalculatorisch = (vp - kp) * verwachte afzet
Nacalculatorisch = (vp - kp) * werkelijke afzet
kp = gebaseerd op gegevens die in werkelijkheid kunnen afwijken. Verandert niet!!! Is en blijft de TOEGESTANE kp
Bedrijfsresultaat bij nacalculatie:
= Verkoopresultaat - Budgetresultaat
of TO - TK
- Verkoopresultaat = werkelijke afzet * (werkelijke vk - kp)
- Budgetresultaat = toegestane kosten - werkelijke kosten
Budgetresultaat
= toegestane kosten - werkelijke kosten
En budgetresultaat =
Bezettingsresultaat +/-
Prijsverschillen +/-
Efficiencyverschillen +/-
Afrondingsverschillen +/-
(toegestane kosten zijn gebaseert op kp => toch doorberekend aan klant)
Toegestane kosten
= kp * werkelijke afzet
Werkelijke kosten
= werkelijke kosten per stuk * werkelijke afzet
Wat moet je bij de toets doen bij een resultaat?
Noemen of het een nadelig of voordelig resultaat is.