3B1 week 5 HC 1 & 3 Klinische beelden duizeligheid Flashcards

1
Q

Welke prikkels geven informatie aan het zenuwstelsel voor vestibulaire signalen?

A
  • Labyrinth
  • Gravitoreceptoren
  • Voetzooldruk
  • Somatosensoriek
  • Visus (70%)
  • Gehoor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn functies van het vestibulaire systeem?

A
  • Balans
  • Ruimtelijke oriëntatie
  • Blik stabilisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van duizeligheid?

A

Vals gevoel van beweging
- Door uitval of prikkeling van het labyrinth
- 27/1000, neemt toe met leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is vestibulaire duizeligheid?

A

Vals gevoel van beweging, waarbij hoofdbewegingen de duizeligheid verergeren
- Draaiende sensatie, scheefstaande wereld, instabiliteit bij lopen
- Ook verergering in het donker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn gevolgen van labyrinth uitval?

A
  • Instabiliteit lichaamshouding: valrisico
  • Gestoorde ruimtelijke oriëntatie: afwijken naar aangedane zijde
  • Verminderde beeldstabiliteit bij hoofdbewegingen: visual lag en oscillopsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn visual lag en oscillopsie?

A
  • Visual lag: beeld volgt later dan hoofdbeweging
  • Oscillopsie: beeld/horizon beweegt zonder hoofdbeweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van duizeligheid?

A
  • Algemeen interne aandoeningen
  • Medicijnen (50% medicatie)
  • Hart / ritme - stoornissen
  • Vaten / bloeddruk
  • Oculaire aandoeningen
  • Proprioceptief
  • Cerebellair
  • Vestibulair ( 10-25% )
  • Psychogeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken voor perifere vestibulaire duizeligheid?

A
  • BPPD (benigne paroximale positie duizeligheid)
  • Neuritis Vestibularis
  • M. Menière
  • Otitis media
  • Cholesteatoom
  • Otosclerose
  • Schedelbasisfractuur
  • Brughoektumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn symptomen van de ziekte van Ménière?

A
  • Paroxysmale duizeligheid met misselijkheid en overgeven
  • Toenemend eenzijdig gehoorverlies (lage tonen, zelden > 60 dB), tinnitus
  • Hoofdpijn, drukkend gevoel
  • Contralaterale nystagmus
  • Bij stress en snelle hoofdbewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kun je klinische beelden van duizeligheid indelen?

A
  • Acute, continue rotatoire vertigo (infectie, schedelbasisfractuur, CVA)
  • Spontaan recurrente vertigo (vestibulaire migraine, M. Ménière)
  • Paroxismaal positionele vertigo (BPPD, vestibulaire paroxismie)
  • Eenzijdig langzaam progressieve uitval (vestibulaire Schwannoom, cholesteatoom)
    + Frequente aanvallen duizeligheid (compressie n.facialis, ventrikel of labyrinth)
    + Post urale instabiliteit (congenitaal, intoxicatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe differentieer je tussen een perifere of centrale laesie bij acute labyrintuitval?

A

HINTS
- Head impuls test (herfixatie bij snelle beweging)
- Kenmerken nystagmus
- Skew test (1 oog afdekken, oog beweegt omhoog of omlaag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de wet van Alexander?

A

Grootte van nystagmus verandert als functie van blikrichting (hoe ‘verser’, hoe hogere graad)
- Graad I: bij kijken in richting van de nystagmus
- Graad II: ook in middenpositie
- Graad III: in alle blikrichtingen
-> nystagmus benoemen naar snelle component (= niet aangedane zijde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn klachten bij neuritis vestibularis?

A
  • Heftige draaiduizeligheid met misselijkheid en braken, verergert bij hoofdbewegingen (bv omdraaien in bed)
  • Oscillopsie
  • Harmonie vestibulaire (wijken naar aangedane zijde)
  • Geen centrale symptomen of gehoorverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn kenmerken van perifere acute labyrintuitval?

A
  • Afwijkende head impuls test
  • Nystagmus met zaagtand, fixatie suppressie, horizontaal rotatoir, snelle slag naar gezonde zijde, gemixte componenten
  • Negatieve skew test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn kenmerken van centrale acute labyrintuitval?

A
  • Dysartrie, dysmetrie, dysfonie, diplopie
  • Blikrichting nystagmus
  • Positieve skew test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk aanvullend onderzoeken kun je doen bij duizeligheid?

A

KNO onderzoek, BERA, MRI en ENG (calorische hyporeflexie vloeistof bij evenwichtsorgaan)

17
Q

Wat zijn kenmerken van neuritis vestibularis

A
  • Maximale vertigo na minuten tot uren
  • Eventueel antimetica, vestibulaire revalidatie
  • 50% ervoor BLWI
  • Head impulse test naar aangedane zijde
  • Vaak nervus vestibularis superior
18
Q

Wat is het beloop van neuritis vestibularis?

A
  • Spontaan herstel door compensatie (binnen dagen)
  • Herstel vestibulaire functie in weken tot maanden
  • 20-30% ontwikkelt BPPD
19
Q

Wat is de behandeling van Morbus Ménière?

A
  • Conservatief, anti emetica
  • Gentamicine (ototoxisch), corticosteroiden intratympanaal
  • Vestibulaire habituatie, stress reductie
  • Chirurgisch: labyrintectomie, saccus drainage, blokkade, doorsnijden n.vestibularis
20
Q

Wat zijn kenmerken van benigne paroxismale positie duizeligheid (BPPD)?

A
  • Positioneringsduizeligheid met latentie van enkele seconden
  • 40% alle vertigo
  • Piek incidentie tussen 50-70 jaar (1,6% algemene populatie, op 80ste 10% een episode)
  • Canalithiasis (los in het kanaal) of cupulolithiasis (vast aan cupulo)
  • 20-30% recidief
21
Q

Wat zijn symptomen van BPPD?

A
  • Positioneringsduizeligheid, getriggerd door hoofdbeweging (schuin naar achter of omdraaien in bed)
  • Soms misselijkheid
  • Duur max 1 minuut, crescendo-decrescendo, uitputbaar
  • Rotatoire nystagmus met upbeat component, omdraaiend
22
Q

Wat is de etiologie van BPPD?

A

Otoconia depositie in het kanaal -> evenwichtsorgaan wordt gevoelig voor zwaartekracht
- Vaak na pathologie evenwichtsorgaan, hoofdtrauma of immobilisatie

23
Q

Welk lichamelijk onderzoek gebruik je bij BPPD?

A
  • Dix-Hallpike manoeuvre / kiepproef (95% posterieure kanaal): rotatoire nystagmus met upbeat component, omdraaiend bij omhoogkomen
  • Supine roll test (5% horizontale kanaal): hoofd naar links en rechts draaien -> horizontale nystagmus
24
Q

Wat is de behandeling van BPPD?

A
  • Eply manoeuvre: kiepproef, hoofd 45 graden draaien, op zij liggen, hoofd 45 graden draaien, rechtop zitten
  • Brandt-Daroff oefeningen (enkele weken doorgaan)
  • Geen medicatie!
25
Q

Wat zijn kenmerken van Morbus Ménière?

A
  • 200-500/100.000, iets meer vrouwen
  • Meestal 40-60 jaar
  • Meestal 1 labyrint
  • Mogelijk uiting van migraine
  • Overdruk endolymfatisch systeem (hydrops)