3B1 week 2 HC 6 Status epilepticus Flashcards

1
Q

Wat is een koortsstuip?

A

Gegeneraliseerde tonisch-clonische aanval met hoge koorts (>38,5)
- Vaak eerste presentatie koortspiek (50%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een status epilepticus?

A

Epileptische aanval > 5 minuten of >2 aanvallen zonder herstel van bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van een typische koortsstuip?

A
  • Tonisch-clonisch, postictale periode
  • Volledig herstel binnen 60 minuten
  • Leeftijd van 6 maanden tot 6 jaar
  • Geen neurologische aandoeningen of restverschijnselen
  • Korter dan 15 minuten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van een atypische koortsstuip?

A
  • Focale aspecten of recidief in dezelfde koortsperiode (met name < 24 uur)
  • Geen volledig herstel binnen 60 minuten
  • Leeftijd < 6 maanden of > 6 jaar
  • Neurologische aandoening of restverschijnselen
  • Langer dan 15 minuten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kun je status epilepticus indelen?

A
  • Convulsieve focale/partiele SE (aangeboren of verworven hersenletsel als oorzaak)
  • Convulsieve primair gegeneraliseerde SE
  • Convulsieve secundair gegeneraliseerde SE
  • Non convulsieve SE (schemertoestand of epileptische activiteit op EEG)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een Todd’se parese?

A

Tijdelijk functieverlies door tijdelijke lokale uitputting in hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken voor een symptomatische epileptische aanval?

A

CVA, ruimte innemend proces, littekenweefsel, metabool (bv alcohol), slaapdeprivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kun je een status epilepticus indelen op ontstaan?

A
  • Acuut (beroerte, encephalitis, intoxicatie, koorts, onttrekking)
  • Laat (posttraumatisch, post encephalitisch, post stroke)
  • Progressief (hersentumor, dementie)
  • Status epilepticus in bekend electroklinisch syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van de vroege fase van een status epilepticus (< 30 minuten)?

A
  • Bloeddruk stijging
  • Daling O2, stijging CO2 (acidose)
  • 1 graad temperatuur stijging
  • Toename autonome activiteit
  • Toename longvochtproductie
  • Cerebrale bloedstroom 900% (bloedingen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van de late fase van een status epilepticus (> 30 minuten)?

A
  • Daling bloeddruk
  • Daling O2
  • 2 graden temperatuur stijging
  • Toename autonome activiteit
  • Toename longvochtproductie
  • Cerebrale bloedstroom 200% & CMRO2 300% (ischemie)
  • Stijging serum kalium en CPK (aritmie & nierfalen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn mogelijke gevolgen van een status epilepticus?

A

Coma, anoxie, hypo/hypertensie, tachy/bradycardie, hartstilstand, apnoe, nierfalen, zweten, acidose, infecties, intravasale stolling, MOF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke diagnostiek wordt gebruikt bij een status epilepticus?

A
  • Lab (metabole ontregelingen)
  • CT (intracerebrale afwijkingen)
  • Lumbaalpunctie (meiningitis/encefalitis)
  • EEG (non-convulsieve status): eerst verhoogde hersendruk uitsluiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn lange termijn complicaties van een status epilepticus?

A

Encefalopathie, neurologische afwijkingen, epilepsie, gehoorsproblemen (bacteriele meningitis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar let je op bij een syndroomdiagnose bij epilepsie?

A

Groeiparameters, dysmorfe kenmekren, huidafwijkingen, familie anamnese, psychomotore ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn kenmerken van de diagnose tubereuze sclerose complex (TSC)?

A
  1. Angiofibromen in het gelaat of voorhoofd plaque
  2. Niet traumatische (peri-)unguale fibromen
  3. Hypoplastische maculae (drie of meer)
  4. Chagrijn plek
  5. Multipele nodulaire retina hamartomen
  6. Corticale tuber
  7. Subependymale noduli
  8. Subependymale reuscel atrocytoom
  9. Cardiale rhabdomyomen, enkel of multipel
  10. Lymphangiomatosis
  11. Nier angiomyolipomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kenmerken van tubereuze sclerose?

A
  • Autosomaal dominante mutatie TSC1 of TSC2 gen (2/3 de novo)
  • Hart, nier en retina problemen
  • Huidafwijkingen
  • 80-90% epilepsie (vaak moeilijk behandelbaar)
  • Laag IQ
17
Q

Wat zijn kenmerken van een koortsstuip?

A
  • 2-5% van alle kinderen, 2-3% van alle koortsperioden
  • 30% recidief (vaak binnen 6 maanden)
  • Vaak rond 16-18 maanden oud
  • Genetische component
  • 5-10% gaat over in epilepsie