3B1 week 3 ZO 1 Optische fysica Flashcards

1
Q

Wat is de lensformule?

A

Sterkte van de lens (D) = 1/f = 1/b + 1/v
- f = brandpuntafstand
- v = voorwerpafstand
- b = beeldafstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is accomodatie?

A

Bolling van de lens om de brandpuntafstand te verkleinen
- Activatie m.ciliaris leidt tot ontspanning zonule-vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de beeldhoek?

A

Grootte waarop we iets waarnemen
- Hangt af van grootte en afstand van het voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het hoekonderscheidend vermogen?

A

Afstand waarop iets scherp waargenomen kan worden
- Normaal: 1 boogminuut (1/60 graad)
- Omgekeerd evenredig met de visus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de brekingsindex van de brekende media van het oog?

A
  • Lucht = 1
  • Cornea met traanfilm = 1.38
  • Voorste oogkamer met kamervocht = 1.33
  • Lens = 1.2
  • Corpus vitreum met glasvocht = 1.33
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van de traanfilm?

A
  • Muceuze laag voor hechting en olielaag tegen uitdroging (klieren van Meibom)
  • Optisch sterkst brekend (44 dioptrieën) door overgang van lucht naar water
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is myopie?

A

Bijziendheid (50-80% bevolking)
- Verre objecten wazig
- Langere oogbal, waardoor brandpunt voor netvlies valt (te groot minimale refractieve vermogen voor aslengte van het oog)
- Correctie met divergerende (negatieve) lens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt myopie voorkomen?

A

20-20-2 regel: na 20 minuten dichtbij kijken, 20 seconden in de verte kijken, 2 uur buiten komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is hypermetropie?

A

Verziendheid
- Dichtbije objecten wazig
- Korte oogbal, waardoor het brandpunt achter de netvlies valt (te klein maximaal refractie vermogen voor de aslengte)
- Correctie met convergerende (positieve) lens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is astigmatisme?

A

Cilindrische afwijking (1/3 mensen)
- Ongelijke kromming cornea (meer ovaalvormig)
- Te kleine of grote aslengte
- Correctie met cillindrische lens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is presbyopie?

A

Oudersdomszien
- Groei tijdens leven leidt tot stuggere lens en afname accomodatie amplitude
- Correctie met convergerende lens (pluslens)
- Minder vaak / later bij mensen met myopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de accomodatie amplitude?

A

Maximale hoeveelheid (in dioptrie) dat een ooglens kan accommoderen
- Omgekeerd evenredig met afstand waarop nog scherp kan worden gezien (nabijheidspunt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly