3.9 Botmetabolisme/osteoporose Flashcards

1
Q

Waarom wil je weten hoe veel iemand in de buitenlucht is?

A

vitamine D!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom wil je weten hoeveel zuivel iemand eet?

A

Calcium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welke T-waarde wordt de diagnose osteoporose gesteld?

A

T <2.5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Naast een lage botmassa (T<2.5), wat is er nog meer ‘nodig’ voor diagnose osteoporose?

A

gestoorde microstructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bot bestaat uit cordiaal en trabeculair bot. Waar bevindt zich corticaal bot en wat zijn de eigenschappen?

A

80% skeletgewicht, m.n. lange pijpbeenderen, hard, sterk en stijf. Bescherming, beweging en calciumvoorraad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bot bestaat uit cordiaal en trabeculair bot. Waar bevindt zich trabeculair (spongieus) bot en wat zijn de eigenschappen?

A

groot oppervlak, wervels en uiteinde pijpbeenderen, zacht, poreus, bevat beenmerg, metabool actief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het grootste bestandsdeel van bot?

A

Hydroxyapatiet (60%)

Verder 30% collageen, de rest is water en bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In hoeveel jaar wordt ons skelet volledig hernieuwd?

A

Elke 7 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doen osteoblasten?

A

Maken bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doen osteoclasten?

A

Breken bot af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet de osteocyt?

A

voelt mechanische belasting en heeft hormonale functie (fosfaat regelen). Zijn oude osteoblasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stelling: bij vrouwen na de menopauze worden osteoclasten meer actief / worden osteoblasten minder actief

A

osteoclasten meer actief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe veel kg calcium zit er in ons bot?

A

1kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk orgaan reguleert de calciumhuishouding?

A

Bijschildklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De bijschildklier secreteerd PTH. Waar zorgt het parathyroid hormoon voor?

A

PTH zorgt voor stijging vakcalcium door stimulatie van osteoclasten, calciumresorptie in de nier en activeert (via de darmen) vitamine D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vitamine D moet … worden voordat het actief wordt

A

gehydroxyleerd

17
Q

Waar vindt hydroxylatie van vitamine D plaats?

A

In de lever en nieren

18
Q

Als iemand een lever- of nierinsufficientie heeft, waar moet je rekening mee houden met de toediening van vitamine D?

A

Dat je dit in actieve vorm doet

19
Q

Wat is de belangrijkste factor voor het bepalen van de peak botmassa? (vitamineD/calcium/belasting)

A

Belasting! dus veel bewegen

20
Q

Waarom moet je niet alleen naar de gemiddelde score van een desa-scan kijken?

A

Gemiddelde score kan een vertekent beeld geven als er een ingezakte wervel is dan zal de botdichtheid hoger zijn over een kleiner oppervlak.

21
Q

Wat zijn de twee typen medicatie voor osteoporose?

A

Botafbraakremmers (osteoclastremmers) en botaanmaakstimulatie (osteoblaststimulator)

22
Q

Zijn onderstaande medicatie voorbeelden van osteoclastremmers of osteoblaststimulators?

  • Bisfosfonaten
  • Alendroninezuur, ibandroninezuur, risedroninezuur pil of drank
  • Zoledroninezuurinfuus 1x per jaar
  • Denosumabprik onder huid 1x per 1⁄2 jaar
A

osteoclastremmers

23
Q

Zijn onderstaande medicatie voorbeelden van osteoclastremmers of osteoblaststimulators?

  • Teriparatideprik onder de huid 1x per dag
  • Romosozumabprik onder de huid 2x per maand
A

oestoblaststimulator

24
Q

PTH pulsatiel heeft een stimulerend/remmend effect. Als het continue wordt gegeven dan heeft het een positief/negatief effect op de botten!

A

PTH pulsatiel heeft een stimulerend effect. Als het continue wordt gegeven dan heeft het wel een negatief effect op de botten!

25
Q

Take home messages

A

– Leefstijlveranderingen kunnen botten versterken
– Bisfosfonaten en denosumab zijn osteoclastremmers en teriparatide stimuleert osteoblasten.
– Belangrijk is de afweging voor medicatie is: werkzaamheid, kosten, bijwerkingen, gebruiksgemak.
– Het grootste probleem bij osteoporosemedicatie is therapietrouw