2.2 Farmacodynamiek I & II & III Flashcards

1
Q

Wat is farmacodynamiek?

A

wat doet het farmacon met het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is Farmacokinetiek?

A

wat doet het lichaam met het farmacon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de uitgangspunten obv de receptor-theorie mbt dosis-werkingsrelatie?

A

(1) een agonist bindt op een reversibele wijze aan (neurotransmitter) receptoren
(2) een agonist heeft een zeer hoge affiniteit voor de receptoren
(3) de concentratie agonist verandert niet door binding aan de receptoren
(4) het effect van de agonist is evenredig met de bezettingsgraad van de receptoren
(bezettingspostulaat)
Voor het effect (E) van een agonist A, met een intrinsieke activiteit α, die een interactie aangaat met receptor R geldt:
EA /Emax = α/(1+KdA /A)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is Kd hetzelfde als EC50?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Emax en EC50?

A

Emax is the maximal effect at high drug concentrations when all the receptors are occupied by the drug, and EC50 is the drug concentration to give the half-maximal effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is Bmax en Kd?

A

Kd (ligand concentration that binds to half the receptor sites at equilibrium) and Bmax (maximum number of binding sites).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is affinity, efficacy en intrinsic activity?

A
  • Affinity is the tendency to bind to receptors (= interactie-kracht, puur farmacon met receptor))
  • Efficacy is the relationship between receptor occupancy and the ability to iniate a response at the molecular, cellular, tissue or system level
  • Intrinsic activity is the capacity of a single drug-receptor complex to evoke a response
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gaat de grafiek omhoog/omlaag of naar links/rechts bij potency en efficacy?

A

efficacy: omhoog/omlaag
potency: links/rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de cellulaire respons tussen een volle/partiele agonist, antagonist, inverse agonist en partiële inverse agonist en de receptor?

A
  • Agonism is the production of a molecular and cellular repsonse to an interaction between a drug (agonist) and a receptor that activatest he receptor. The intrinsic activity of a full agonist is defined as equal to 1
  • Partial agonism occurs when a drug interacts with a receptor to produce an average of <1 unit of molecular response. The average molecular intrinsic activity lies between 0 and 1
  • Antagonism occurs when a drug interacts with a receptor to inhibit the action of an agonist. The molecular intrinsic activity is 0
  • Inverse agonism occurs when a drug interacts with a receptor to reduce its resting level of molecular activity. The molecular intrinsic actvitiy is -1
  • Partian inverse agonism occurs when a drug interacts with a receptor to reduce the resting level of molecular activity. The molecular intrinsic activity lies between 0 an -1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de twee karakteristieken van een reversibele competitieve antagonist?

A

o In the presence of the antagonist, the agonist log concentration-effect curve is shifted to the right without change in slope or maximum, the extent of the shift being a measure in the dose ratio
o The dose ratio increases linearly with antagonist concentration; the slope of this line is a measure of the affinity of the antagonist for the receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurd er met de efficacy bij een reversibele competitieve antagonist? En met de potency?

A

De efficacy blijft hetzelfde, de potency verschuift naar rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurd er met de efficacy bij een irreversibele competitieve antagonist? En met de potency?

A

De efficacy neemt af (schijnt af te nemen!), de potency blijft hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Van welke twee parameters hangt een agonist af?

A

affinity (i.e. tendency to bind to receptors) and efficacy (i.e. ability, once bound, to iniate changes that lead to effects)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar leidt lange-termijnbehandeling toe?

A

Lange-termijn behandeling verandert de postsynaptische receptor density of responsiveness.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly