2.3 Soorten farmaca + nomenclatuur Flashcards

1
Q

Welk onderscheid wordt er gemaakt qua bereiding van farmaca?

A
  1. Magistrale bereiding
  2. Officinale bereiding
  3. Farmaceutische specialiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn magistrale bereidingen?

A

Farmaca geproduceerd door de apotheker zelf volgens voorschrift van arts –> specifiek voor 1 patiënt en onmiddellijk gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn officinale bereidingen?

A

Farmaca die geproduceerd worden door de apotheek maar samenstelling/bereiding/scheikundige eigenschappen en dosering terug te vinden in de farmacopee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een farmacopee?

A

Een boek dat uitgegeven is door de staat en regelmatig wordt bijgehouden door apothekers, artsen en scheikundigen. Bevatten geen specialiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is farmaceutische specialiteit?

A

Farmaca die geproduceerd worden door een farmaceutisch bedrijf –> vaste bepaalde samenstelling, door erkende firma’s op de markt gebracht = wettelijk erkende naam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De farmaceutische specialiteit heeft nog een onderverdeling ‘producten’, som ze op.

A
  1. Merkproduct/originele naam
  2. Andere originele specialiteiten
  3. Generische geneesmiddelen
  4. Kopiegeneesmiddel
  5. Biotechnische geneesmiddelen
  6. Biosimulars
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek merkproduct

Voorbeeld

A

Origineel geneesmiddel dat samengesteld en bereid is door een fabrikant volgens een procedure, te herkennen aan ®
–> octrooistatuut van 20 jaar.

Dafalgan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bespreek andere originele specialiteiten

Voorbeeld

A

Een product dat VOOR het verstrijken van het octrooi geproduceerd wordt met de goedkeuring van de oorspronkelijke fabrikant. Meestal zelfs door dezelfde fabrikant, geen klinische studie nodig.
–> +/- zelfde kostprijs en effect

Algostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek de generische geneesmiddelen

Voorbeeld

A
  1. Farmaca die een bewezen zelfde effect hebben als het merkgeneesmiddel en zijn minstens 31% goedkoper
  2. Octrooiperiode merkproduct verstreken
  3. Samenstelling/substantie/dosering/ vorm en sterkte per eenheid = merkproduct
  4. Mogen ander uitzicht/kleur en/of smaak hebben

Cetirizine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek de kopiegeneesmiddelen

Voorbeeld

A
  1. Farmaca die op de markt komt na het vervallen van het octrooi van merkproduct
  2. MAAR andere substantie of dosering.
  3. Prijs kan goedkoper dan merkproduct, moet niet

Fluoxetine (–> Prozac)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek de biotechnische geneesmiddelen

Voorbeeld

A

Farmaca die worden bereid door gebruik te maken van levende, biologische systemen –> gecreëerd uit proteïnen en peptiden (gebruik DNA-technologie) > geen exacte kopie mogelijk

Groeihormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek de biosimulars

Voorbeeld

A

Farmacon met hetzelfde effect als eerder geregistreerd biotechnisch referentiegeneesmiddel MAAR niet dezelfde samenstelling.

Omnitrope

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Er worden verschillende namen gegeven aan 1 geneesmiddel, som ze op.

A
  1. Chemische naam
  2. Soort- of stofnaam
    = generieke of generische naam)
  3. Merk- of handelsnaam
  4. Combinatie farmaca
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bespreek de chemische naam.

Voorbeeld

A

De naam is gebaseerd op de moleculaire structuur van de actieve stof –> gebruik in labo-omstandigheden

Para-aceto-aminofenol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bespreek de soort/stofnaam of de generische naam.

Voorbeeld

A
  1. Afleiding van de chemische naam, maar eenvoudiger
  2. Officieel vastgelegd, internationaal aanvaard en gebruikt door organisaties als WHO
  3. Geschreven met kleine letter

paracetamol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bespreek de merknaam/handelsnaam.

Voorbeeld

A
  1. De naam waaronder het geregistreerd is en verkocht wordt.
  2. Gekozen door farmaceutisch bedrijf (kan verschillen van land tot land)
  3. Geschreven met een hoofdletter + ®

Dafalgan ® of Perdolan ®

17
Q

Bespreek de combinatie farmaca

A

Farmaca bestaat uit meerdere chemische stoffen > merknaam gebruiken