2.1 en 2.2 Oorsprong + Ontwikkeling Flashcards

1
Q

Welke elementen spelen een rol bij de ontdekking van farmaca?

A
  1. De toevalsontdekking
  2. Screening van groot aantal stoffen
  3. De doelgerichte ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn voorbeelden van de toevalsontdekking?

A
  1. Orale anticoagulantia
  2. Antibioticum Penicilline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werden orale anticoagulantia ontdekt?

A

Broeiproces van klaver in voeder koeien > °chemische veranderingen klaver > koeiensterfte door ernstige bloedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie ontdekte toevallig het antibioticum penicilline?

Wanneer?

Waaruit?

A

Fleming

1928

Uit de schimmel Penicillium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fleming

Tot wat leidde zijn ontdekking?

A

Systematisch onderzoek naar de invloed van schimmels, bacteriën, gisten op pathogene bacteriën > variëteit in antibiotica (slootwater & grondwater)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De oorsprong van toevalsontdekking kan liggen bij?

A
  1. Plantaardige oorsprong
  2. Micro-organismen
  3. Dierlijke oorsprong
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef 2 voorbeelden plantaardige oorsprong farmacon

A
  • Morfine uit opium bevattende zaden van de slaapbol
  • Cocaine uit cocablad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef een voorbeeld oorsprong farmacon: micro-organisme

A
  • Meeste AB (70%) & enkele antikankerstoffen uit schimmels & bacteriën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef 2 voorbeelden dierlijke oorsprong farmacon

A
  • Insuline van varkens
  • Prostaglandine uit prostaatvocht mannelijk dier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Screening groot aantal stoffen

Wat wordt er verstaan onder trial and error?

A

Wanneer de ontwikkeling van geneesmiddelen gebeurt via het testen van moleculen op therapeutische effecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe heet de moderne aanpak bij het ontwerpen van farmaca?

A

Drug design

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt drug design in, volgens Targeted therapie?

A

Vertrekken van een gekende structuur vd receptor of eiwit waarop het farmacon moet aangrijpen > ° doelgerichte of targeted therapie = ontwikkelen voor specifieke aandoeningen > minder neveneffecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt drug design in, volgens me-too geneesmiddelen?

A

Kleine wijzigingen aanbrengen aan de chemische structuur van een gekende werkzame stof > ° nieuw middel met een verwante structuur & licht gewijzigde farmacokinetische of -dynamische werking .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef een andere naam voor me-too geneesmiddelen

A
  1. Opvolggeneesmiddelen
  2. Dezelfde klasse met gelijkaardige indicaties, werking en bijwerkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef 2 voorbeelden van me-too geneesmiddelen

A
  • Esomeprazol & omeprazol (maagzuursecretie-inhibitor)
  • Escitalopram & citalopram (antidepressivum)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zijn nevenwerkingen interessant?

Voorbeeld

A

Soms zijn nevenwerkingen interessanter dan oorspronkelijke functie van het geneesmiddel.

Sulfonamiden (AB) werken bloedsuikerspiegelverlagend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Geef de wettelijke procedure bij ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel

A
  1. Een ontwikkelingsproces
  2. Een administratief proces
  3. Een commercieel proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarvoor dient deze wettelijke procedure?

A

Om de werkzaamheid en de veiligheid geneesmiddel te kunnen aantonen vooraleer het op de markt is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat omvat het ontwikkelingsproces?

A
  • Een grondig kwalitatief onderzoek (10-12jaar)
    > effecten
    > bijwerkingen
    > toxiciteit
  • Eerst getest in het labo, dan op dieren, dan op gezonde en tenslotte op zieke mensen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat houdt het administratieve proces in?

A
  1. De registratieprocedure > onder controle van de geneesmiddelencommissie (doet eigenlijke registratie)
  2. Prijsbepaling + Terugbetaling

1 + 2 duurt ongeveer 0,5 tot 1 jaar

  1. Registratie onder de merknaam en op de markt brengen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat houdt het commercieel proces in?

A
  1. Markttoetreding
  2. Commercialisering verkoop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

De ontwikkelingsfase bestaat uit?

A
  1. Preklinische studies (4 jaar)
    –> geïsoleerde cellen (in vitro) daarna
    –> op dieren (in vivo)
  2. Klinisch onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke doelen behoren tot de preklinische studie?

A
  1. Testen van het werkingsmechanisme
    –> synthese van de stoffen met een gunstige farmacologische werking (biologische werking van verschillende stoffen testen)
  2. Testen van de toxiciteit
    –> giftigheid en veiligheid van de stof nagaan (acute, subacute & chronische toxiciteit & teratogeniciteit, mutageniciteit & carcinogeniciteit)
24
Q

Wat wordt bedoeld met acute toxiciteit?

A

De effecten manifesteren zich snel en na éénmalige toediening, door een te hoge toegediende hoeveelheid.

25
Q

Wat wordt bedoeld met subacute toxiciteit?

A

Wanneer herhaaldelijk wordt toegediend en bij te lange toediening schade kan toegebracht worden.

26
Q

Wat wordt bedoeld met chronische toxiciteit?

A

Wanneer er herhaaldelijk in contact gekomen wordt met een stof die sneller opgenomen wordt dan uitgescheiden.

27
Q

Leg het begrip teratogeniciteit uit.

A

De eigenschap van een stof die bij aanraking met een zwangere moeder afwijkingen bij de foetus kan teweeg brengen.

28
Q

Leg het begrip mutageniciteit uit.

A

Stoffen die in de celkern het DNA gaan veranderen, mutaties doorvoeren > erfelijke veranderingen.

29
Q

Leg het begrip carcinogeniciteit uit.

A

Carcinogenen zijn kankerverwekkende stoffen. Hoe meer contact met deze stoffen, hoe meer kans op kanker.

30
Q

Wanneer gaat men over naar de klinische onderzoeksfase?

A

Wanneer de voordelen opwegen tegenover de risico’s.
–> veel stoffen halen deze fase niet

31
Q

Het klinisch onderzoek wordt terug opgesplitst in 4 fasen, som ze op

A
  1. FASE I onderzoek
  2. FASE II onderzoek
  3. FASE III onderzoek
  4. Farmacovigilantie
32
Q

Leg FASE I wat ruimer uit.

A
  1. Is het farmaca veilig?
  2. Testgeneesmiddel toedienen aan kleine groep gezonde vrijwilligers (10-100)
  3. Dosisescalatie-studie: lage en veilige dosis en daarna progressief hogere dosissen > geen direct gezondheidsvoordeel voor proefpersonen
33
Q

Wat is het doel van Fase I?

A

DOEL: farmacokinetiek, toxiciteit en verdraagbaarheid onderzoeken.

34
Q

Leg FASE II wat ruimer uit.

Periode?

A
  1. Werkt het farmaca en wat is de optimale dosering?
  2. Aan kleine groep toediening nieuwe medicatie

Ongeveer 2 jaar

35
Q

Wat is het doel van Fase II?

A

DOEL: de werkzaamheid en optimale dosering vaststellen om daarna te starten met grootschalige klinische studie + oplijsting bijwerkingen

36
Q

Leg FASE III ruimer uit.

Periode?

A
  1. Werkt het farmaca beter/even goed/minder dan al bestaande middelen of placebo?
  2. Onderzoek bij grote groep –> risico-batenverhouding bevestigen.
  3. Vergelijking werking met bestaande geneesmiddelen en placebo’s
  4. Geneesmiddel kan geregistreerd worden

Ongeveer 3,5 jaar

37
Q

Wat is het doel van Fase III?

A

DOEL: de werkzaamheid en equivalentie of superioriteit aantonen.

38
Q

Leg de farmacovigilantie ruimer uit.

A
  1. Wat zijn nieuwe of zeldzame bijwerkingen op lange termijn effecten?
  2. Post-marketing surveillance of geneesmiddelenbewaking
    = het bewaken van de veiligheid en effectiviteit na de registratie van het geneesmiddel + de veiligheid bij combinatie van verschillende geneesmiddelen + bijwerkingen blijven noteren
  3. Tijdens de commerciële fase van de ontwikkeling
39
Q

Van wie is toestemming nodig om een geneesmiddel te kunnen registreren?

A
  1. Europees Agentschap voor Geneesmiddelen (verkoop in heel Europa)
    OF
  2. Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten = FAGG
40
Q

Wat is de geregistreerde merknaam?

Welk symbool? Wat wil het zeggen?

A

Wanneer het GM geregistreerd is en zo op de markt wordt gebracht, het tekentje ® is voorzien.

Registrated Trademark = beschermd handelsmerk

41
Q

Waar kan men alle geregistreerde geneesmiddelen terug vinden?

A

Online via www.bcfi.be
–> Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium

42
Q

Wat is het doel van dit repertorium?

A

Het rationele gebruik van geneesmiddelen bevorderen.

43
Q

Wat verstaan we onder rationeel gebruik van een geneesmiddel?

A
  1. Geneesmiddelen aanwenden waarvoor gevalideerde studies bestaan
  2. Adequaat gebruik van geneesmiddelen (indicaties, contra-indicaties, posologie, interacties)
  3. Rekening houdend met de kostprijs
44
Q

Wat betekent “op evidentie gebaseerde farmacotherapie”?

A

Dit houdt in dat men zich bewust is vd risico-batenverhouding van een geneesmiddel

45
Q

Geef een voorbeeld van een geneesmiddel dat tijdens de commerciële fase uit de handel genomen is.

A

Ximelagatran (Exanta) : oraal antistollingspreparaat > °acute hepatitis bij inname van meer dan 35 dagen

46
Q

Met wat wordt er rekening gehouden bij het voorschrijven van GM?

A

Bij het voorschrijven van GM rekening houden met:
- Werkzaamheid
- Veiligheid
- Geschiktheid voor de individuele patiënt
- Kostprijs

47
Q

Waarvoor staat de afkorting BCFI?

A

Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie
–> info verstrekken aan gezondheidswerkers, over geneesmiddelen

48
Q

Welke bijwerkingen worden gerapporteerd?

A
  1. Verdachte bijwerkingen die niet in bijsluiter staan (lagere frequentie of minder ernstig)
  2. Verdachte bijwerkingen bij recent gecommercialiseerde geneesmiddelen
  3. Ernstige verdachte bijwerkingen.
  4. Verdachte bijwerkingen bij kinderen
49
Q

Wat kunnen ernstige verdachte bijwerkingen zijn?

A
  1. Levensbedreigende nevenwerkingen
  2. Bijwerkingen die tot hospitalisatie leiden of verlengen
  3. Nevenwerkingen die leiden tot blijvende invaliditeit of congenitale afwijkingen
50
Q

Waar moet je bijwerkingen melden?

A

Spontaan meldingssysteem van het FAGG

51
Q

Wat is een patent?

Synoniem?

A

Een wettelijke bescherming van een farmacon waardoor deze het alleenrecht heeft om zijn product te ontwikkelen en verkopen.

Octrooi

52
Q

Wat is een generisch geneesmiddel?

A

Het is een geneesmiddel dat goedkoper is dan het referentiegeneesmiddel/origineel (RG) geneesmiddel.

53
Q

Hoe komt het dat een generisch geneesmiddel goedkoper is?

A

Er is geen investering meer in jarenlang onderzoek & studies.

54
Q

Wat verstaan we onder het begrip “generisch”?
Waarop slaat dit bij een geneesmiddel?

A
  1. Eigen aan de soort –> verwijzing naar het actieve bestanddeel in het geneesmiddel
  2. Dezelfde therapeutische:
    - waarde
    - samenstelling
    - substantie
    - dosering
    - vorm
    - sterkte
    per eenheid als merkproducten
  3. Uitzicht, smaak & kleur mogen/kunnen verschillen door niet-actieve bestanddelen die anders mogen zijn
55
Q

Wat zijn de voorwaarden om als generisch geneesmiddel (GG) goedgekeurd te worden in het RIZIV?

A
  1. Actief bestanddeel is minstens 10 jaar in minimum 1 lidstaat van de EU toegelaten
  2. Het octrooi/patent van het referentiegeneesmiddel is vervallen
  3. Het GG is bio-equivalent = GG moet dezelfde therapeutische waarde hebben als RG
56
Q

Wat betekent bio-equivalent?

A

Dezelfde werkzame stof in dezelfde sterkte, met dezelfde toedieningswijze bij dezelfde dosis moet een gelijke concentratie in het lichaam geven > snelheid & mate opname & verspreiding actieve stof is gelijk aan RG