2.2 De invloed van de boekdrukkunst op de Middelnederlandse literatuur Flashcards

1
Q

Waarvoor was de rederijkersliteratuur vooral bedoeld? en wat was het gevolg daarvan?

A

De rederijkersliteratuur was vooral bestemd voor opvoering en voordracht en daarom waren een minder leesteksten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurde er na de uitvinding van de BDK?

A

De lezers van literatuur groeiden en er was eigenlijk een evolutie die op gang kwam na 1500.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar was het belangrijkste centrum van de BDK in de LL?

A

Antwerpen

  • was het belangrijkste drukkercentrum in LL
  • na 1500 waren er 66 drukkerijen en de helft van de boekenproductie in de LL kwam van daar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is incunabel en postincunabel?

A

INCUNABEL
- voor 1500
POSTINCUNABEL
- na 1500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vel drukwerk gebeurde in andere talen dan het Nederlands bijvoorbeeld in Latijn en Frans. Hoeveel procent was Nederlands in incunabelperiode? Wie was de belangrijkste drukker in die periode

A
  • 25%

- Gerard Leeu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie waren de belangrijkste drukkers in de postincunabelperiode?

A
  1. Jan van Doesborch
  2. Willem Vorsterman
  3. Thomas van der Noot (BXL)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat moeten we steeds in het achterhoofd houden als het om gedrukte teksten gaat?

A

Dat slechts 11% van het gedrukte werk literair was (liedboeken, rederijkersteksten, prozaromans)
Al de rest was ofwel religieuze literatuur ofwel artesliteratuur ofwel juridische geschriften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly