2.1.4 Toneel Flashcards

1
Q

Welke soorten toneel worden in dit hoofdstuk allemaal besproken? Geef een inhoudstafel en per deeltje een voorbeeld.

A

TONEEL

  1. BLISCAPEN VAN MARIA
    a) Eerste Bliscap
    b) Sevenste Bliscap
  2. ANDER GEESTELIJK TONEEL
    a) Heiligenlevens
    - Het spel van Sanct Jooris
    - Tspel van Sinte Trudo

b) Mirakelspelen
- Spel van den Heilighen Sacramente vander Nyeuwervaert
- Tspel van Maria Hoedeken

  1. TYPISCHE GENRES REDERIJKERSTONEEL
    a) Spelen van zinne
    - Religieuze spelen van zinne
    (Elckerlijc)
  • Maatschappelijke spelen van zinne
    (Cornelis Everaert: Tspel vanden Crijck, Tspel van d’ongehelycke munte, Spel van den nyeuwen priestere)
  • Amoureuze spelen van zinne
    (Colijn van Rijssele: Den spiegel der minnen)

b) esbattementen
- Esbattement van Hanneken Leckertant
- Esbattement van den Appelboom

c) factie
d) tafelspel

e) dramatische monoloog
- Cluchte van eenen dronckaert (Cornelis Crul)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit blijkt dat er in de LL in de middeleeuwen veel toneel werd gespeeld?

A

Dat blijkt vooral uit heel wat archiefstukken, vooral rekeningen. Maar er zijn maar weinig toneelteksten overgeleverd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke zijn de enige Nederlandstalige teksten van voor 1400 die zijn overgeleverd en waar vinden wie die terug?

A

Dat zijn de abele spelen die genoteerd staan in het handschrift-Van Hulthem en die dateren uit de 14de eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is er vooral bepaald gebleven uit de periode tot ongeveer 1550?

A
  1. Typische genres van het rederijkerstoneel (zie later)
  2. vooral geestelijke spelen
  3. Abele spelen (zie hierboven)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe weten we dat er waarschijnlijk een veel grotere diversiteit was in het toneel? Geef voorbeelden.

A

We vinden vermeldingen daarvan terug in archiefstukken. Zo zijn er vermeldingen van:

  1. Floris ende Blancefloer
  2. Van den Wijghe van Roncevale (toneelspel dat aansluit bij 13de-eeuwse ridderepiek)
  3. Ook de abele spelen werden in de 15de eeuw nog opgevoerd
    - Van den wijnter ende somer
    - Lanceloet
    - Lanceloet van Denemerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat staat er in het merendeel van de rekeningen vermeld?

A

Het merendeel van wat in de rekeningen vermeld staat, moeten we tot geestelijk toneel rekenen. Binnen dat genre behoren de stukken die zijn overgeleverd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

GEESTELIJK TONEEL
1. Bliscapen van Maria

Wat waren de Bliscapen van Maria?

A

De Bliscapen Maria was een cyclus van 7 spelen die vanaf 1448 werd opgevoerd aansluitend op de Onze-Lieve-Vrouweommegang in Brussel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

GEESTELIJK TONEEL
1. Bliscapen van Maria

Naar wat verwijst Bliscap?

A

Bliscap verwijst naar een vreugdevol moment in het leven van Maria.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

GEESTELIJK TONEEL
1. Bliscapen van Maria

Welke Bliscapen zijn overgeleverd?

A

Enkel de eerste en de zevende Bliscap zijn als tekst overgeleverd maar toch weten we welke Bliscapen de cyclus bevatte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

GEESTELIJK TONEEL
1. Bliscapen van Maria

Uit welke Bliscapen bestond de cyclus van de Bliscapen van Maria en geef een korte inhoud per bliscap.

A
  1. Eerste bliscap
    - boodschap van Gabriël aan Maria (aankondiging van de geboorte van Christus)
  2. Tweede bliscap
    - geboorte van Christus
  3. Derde bliscap
    - bezoek van Driekoningen
  4. Vierde bliscap
    - terugvinden van de twaalfjarige Jezus in de tempel
  5. Vijfde bliscap
    - de verrijzenis van Jezus
  6. Zesde bliscap
    - neerdaling van de Heilige Geest op Pinksteren
  7. Sevenste bliscap
    - de Tenhemelopneming van Maria
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

GEESTELIJK TONEEL
1. Bliscapen van Maria

Hoe werd die cyclus opgevoerd?

A

Elk jaar werd een volgende Bliscap gekozen tot de cyclus van 7 was voltooid. In 1566 (jaar van de Beeldenstorm) werd de cyclus de laatste keer afgerond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

GEESTELIJK TONEEL
1. Bliscapen van Maria

Wie was de auteur van de Eertste en de Sevenste Bliscap?

A

Waarschijnlijk zijn deze twee door dezelfde auteur geschreven. Waarschijnlijk was hij ook een rederijker. Toch verschillen beide spelen wel wat van elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    a) Eerste Bliscap

Geef de structuur van de Eerste Bliscap.

A
  1. Luik 1: Begint met de Zondeval
  2. Luik 2: Dispuut der Deugden (theologische motivering waarom Christus moest geboren worden)
  3. Luik 3: Verhaal van Maria’s geboorte

(over haar jeugd en huwelijk met Jozef en het eindigt met de aankondiging van geboorte van Jezus aan Maria en dan dus dat Maria de meest geschikte vrouw is om moeder van Jezus te worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    a) Eerste Bliscap

Wat wordt er verteld tijdens het eerste luik van de Zondeval?

A

Daar gaat het dus over Adam en Eva die een Satansproces doormaken. Ze zijn door de duivel bij God aangeklaagd en daar vindt de veroordeling tot de dood van de mensheid plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    a) Eerste Bliscap

Wat gebeurt er tijdens het tweede luik: Dispuut der deugden?

A

Daarna volgt dus een ommekeer in Gods houding. Hij wil de mensheid van de zonden verlossen. Hij moet dus mens worden om te zonden op zich te kunnen nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    a) Eerste Bliscap

In het Dispuut der deugden komen speciale personages voor. Leg uit.

A

Er treden allegorische personages op

  1. Ontfermicheid (barmhartigheid)
  2. Gherechtigheit (rechtvaardigheid)
  3. Waerheit en Vrede

(ze stellen goddelijke eigenschappen voor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    a) Eerste Bliscap

Wat gebeurt er na het Dispuut in het derde luik?

A

Daar wordt het apocriefe verhaal verteld van Maria’s geboorte, haar jeugd en haar huwelijk met Jozef. Hier moet dus blijken dat Maria dus de meest geschikte vrouw is om Gods zoon mens te laten worden.
Op het einde volgt dus de boodschap van de engel Gabriël.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    a) Eerste Bliscap

Toon aan dat er verwijzingen zitten in deze Eerste Bliscap.

A
  1. verwijzingen naar eigentijdse politiek
  2. Sommige stukken zijn geestig bedoeld (gesprek tussen Adam en Eva voor de zondeval)
  3. kritiek aan de geestelijkheid (daarom auteur geen geestelijke, maar rederijker, ook door de lyrische vormen zoals het rondeel die hij gebruikt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    b) Sevenste Bliscap

Wat is het grootste verschil met de eerste bliscap?

A

De sevenste bliscap heeft een veel eenvoudigere structuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    b) Sevenste Bliscap

Wat is de inhoud van de Sevenste Bliscap?

A
  1. De dood van Maria
  2. Maria’s begrafenis
  3. Maria’s tenhemelopneming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    b) Sevenste Bliscap

In de lijn van welk verhaal ligt de Sevenste Bliscap?

A

In de lijn van ‘Legenda Aurea’ (Gulden legende) van Jacobus de Voragine. (omvangrijke verzameling heiligenlevens met immense invloed op middeleeuwse religie en cultuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    b) Sevenste Bliscap

Van welke bronnen heeft de auteur nog gebruik gemaakt voor dit deel?

A
  1. Dat leven ons Heren Jhesu Cristi

2. Mariapreken van Bernardus van Clairvaux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    b) Sevenste Bliscap

Tot welk genre rekent met de Bliscapen?

A

Tot de mysteriespelen omdat ze dramatiseringen van het geloofsmysterie aanbieden. (onbevlekte ontvangenis, tenhemelopneming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

GEESTELIJK TONEEL

  1. Bliscapen van Maria
    b) Sevenste Bliscap

Hoe zijn de Bliscapen overgeleverd?

A

De Bliscapen zijn overgeleverd in twee handschriften die in BXL zijn ontstaan na 1450.
- worden bewaard in de Brusselse KB (allebei ongeveer 2000 verzen)

  • de Leuvense KB is in het bezit van fragment van de Eerste Bliscap uit een ander handschrift.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
2. ANDER GEESTELIJK TONEEL a) heiligenlevens Er zijn veel vermeldingen van geestelijk toneel. Over wat beschikken we nu van dat geestelijk toneel?
Er is een gering aantal overgeleverde stukken. 1. een aantal fragmentarische spelen 2. twee exemplaren van HEILIGENLEVENS 3. twee exemplaren van MIRAKELSPELEN
26
2. ANDER GEESTELIJK TONEEL a) heiligenlevens - Het spel van Sanct Jooris. Leg uit
Dat is een stuk uit de 15de eeuw. Het gaat over de heilige Joris die de koningsdochter redt van een draak nadat ze bekeerd is tot het Christendom.
27
2. ANDER GEESTELIJK TONEEL a) heiligenlevens - Tspel van Sinte Trudo. Leg uit (auteur, inhoud, gezelschap)
1. Een stuk uit 1562 2. De auteur was de Leuvense dominicaan Christiaen Fastraets 3. Het gaat over het leven van de heilige die voortdurend af te rekenen heeft met duivels. Op het einde stijgt de ziel van Sint-Trudo naar de hemel en daarvoor werd een pop of dummy gebruikt (veel in ME toneel) 4. Het is door 'De Okeleyen' (St-Truiden) in 2 opeenvolgende jaren opgevoerd en toen werd er dus al met attributen gewerkt.
28
2. ANDER GEESTELIJK TONEEL b) mirakelspelen De twee stukken die we kennen waren bedoeld voor iets?
Die waren bedoel voor devotionele broederschap.
29
2. ANDER GEESTELIJK TONEEL b) mirakelspelen Wat werd bijzonder vereerd in dergelijke devotionele broederschappen?
1. MARIADEVOTIES - 'Zeven vreugden' (bliscapen) - 'zeven smarten' (of weeën) - 'De rozenkrans) 2. HEILIG SACRAMENT - bijzonder vereerd
30
2. ANDER GEESTELIJK TONEEL b) mirakelspelen - SPEL VAN DEN HEILIGHEN SACRAMENTE VANDER NYEUERVAERT Verklaar de ontstaanscontext van dit stuk.
Het werd geschreven voor een broederschap in Breda die opgericht werd ter ere van het Sacrament van Niervaert. Niervaert was een dorp in Noord-Brabant en een landbouwer zou een bloedende hostie uit de grond hebben gespit (mirakel). Hostie werd naar Breda gebracht en dat was de aanleiding voor de wonderen daar. (Niervaert werd bijna van de kaart geveegd door de Sint-Elisabethvloed in 1421)
31
2. ANDER GEESTELIJK TONEEL b) mirakelspelen - SPEL VAN DEN HEILIGHEN SACRAMENTE VANDER NYEUERVAERT Wat is er zo speciaal aan dit stuk?
Het was een spectaculair stuk met veel duivelsscènes die voor spanning en hilariteit zorgden.
32
2. ANDER GEESTELIJK TONEEL b) mirakelspelen - SPEL VAN DEN HEILIGHEN SACRAMENTE VANDER NYEUERVAERT Wie was de auteur?
De auteur was Jan Smeken, een Brusselse rederijker die een jaarlijkse bezoldiging kreeg vanaf 1485.
33
2. ANDER GEESTELIJK TONEEL b) mirakelspelen - Tspel van Maria Hoedeken. Leg uit (wanneer, voor wie, auteur, inhoud)
1. Het is een stuk uit begin 16de eeuw. 2. Het is geschreven voor een broederschap van de Rozenkrans. 3. Werd geschreven door CORNELIS CRUL (Brugse rederijker die bekend was om zijn toneelstukken) 4. Het gaat over een monnik die een rozenkrans vlecht en hij wordt gered van een roofoverval dankzij miraculeuze verschijning van Maria.
34
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL Hoe komt het dat van die genres veel meer is overgeleverd?
1. Vanaf 1539 werden alle stukken van grote rederijkerswedstrijden gedrukt 2. Er is een grotere collectie in de 16de eeuwse manuscripten overgeleverd. Namelijk repertoirehandschriften uit archieven van rederijkerskamers. Bijvoorbeeld 'Trou moet Blijcken' (Haarlemse kamer) had een grote verzameling.
35
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL | Van welke auteurs is veel verloren gegaan?
1. Anthonis de roovere 2. Matthias de Castelein 3. Eduard de Dene bekende rederijkers
36
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL Wat was het hoofdgenre van het rederijkerstoneel? Vertel er wat meer over.
Spelen van zinne - werden soms aangeduid als moraliteit - de rederijkers waren ghesellen van retorike en moesten de gedachte of de waarheid op een welsprekende, overtuigende manier overbrengen - had meestal een argumenterend, betogend, didactisch karakter
37
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) SPELEN VAN ZINNE Wat waren de typische fenomenen in de spelen van zinne?
1. Allegorische personages 2. symbolische attributen 3. togen (illustraties in vorm van schilderijen) 4. tableaux vivants
38
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) SPELEN VAN ZINNE Op wat moesten die spelen een antwoord geven op rederijkerswedstrijden?
Er was dus altijd een QUESTIE en dat is een existentiële, religieuze kwestie zoals 'Wat is voor de mens de grootste troost?' of 'Wat zet de mens het meest aan tot kunst?'
39
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - religieuze spelen van zinne Wat was de moraal van de religieuze spelen van zinne?
Dat de bestemming van de mens niet in het aardse leven lag maar in het hiernamaals bij God. Je moest dus niet enkel genieten van het aardse leven door drinkgelag en zondig en dwaas te zijn. De dood is het moment van de waarheid, daarna is er geen bekering meer mogelijk. Je moet je voorbereiden op dat moment en een deugdzaam en devoot leven leiden.
40
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - religieuze spelen van zinne Wat stond er centraal in die spelen?
De kwetsbaarheid van de ziel in de wereld.
41
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - religieuze spelen van zinne Wat een belangrijk onderdeel?
De demonstraties wat de duivel en zijn knechten konden doen om de mens te verleiden. Ze konden zich hiertegen wapenen door te vertrouwen in God en de heiligen.
42
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - religieuze spelen van zinne Er werden stereotiepe personages voorgesteld. Hoe?
SINNEKENS - werden meestal per twee voorgesteld 1. quaet ghelove 2. verdwaesde joncheijt 3. vierighe lust - Zij waren externe krachten en de verpersoonlijking van de kenmerken van de mens - Het publiek is zelf verantwoordelijk voor wat het doet - ze zijn moralistisch-didactisch - ze verhogen het dramatische gehalte - ze beelden het innerlijk conflict van een personage uit - zelfstandige personages die ironische, cynische, moraliserende commentaar konden leveren
43
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - religieuze spelen van zinne - Elckerlyc. Geef een korte inhoud
- betekent letterlijk 'iedereen' - hoofdpersonage wordt met de dood geconfronteerd - hoofdpersonage gaat op zoek naar hulp of steun maar hij kan op niemand rekenen, de enige die hem kan helpen is Deucht maar Elckerlyc heeft die verwaarloosd en is nu dus ziek - Elckerlyc heeft goed geleefd en zich van God niks aangetrokken. Het aardse bezit betekende alles voor hem - Elckerlyc staat voor 'nouveaux riches' (rijk geworden kooplieden) - Duecht wordt op de been geholpen, door penitentie, boete en berouw - enkel vergezeld door Duecht kan Elckerlycs ziel naar de hemel gaan
44
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - religieuze spelen van zinne Hoe is Elckerlyc overgeleverd?
``` Elckerlyc is overgeleverd in 3 drukken 1. 1494-1495 2. 1501 3. 1525 En ook in een handschrift van het einde van de 16de eeuw ``` Het is ook vertaald in het Engels (Everyman) Het is ook vertaald naar het Latijn (door Christianus Yschyrius als 'Homulus')
45
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - religieuze spelen van zinne Waar is de ontstaansplaats van Elckerlyc?
Antwerpen
46
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - religieuze spelen van zinne Wie is de auteur?
Petrus Diesthemius, dat wordt toch zo gezegd door Ischyrius. Het is niet zeker en men denkt nu eerder aan iemand uit de Antwerpse rederijkerskamer 'De Violieren'.
47
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - maatschappelijke spelen van zinne Wie is een belangrijke auteur hierbij?
CORNELIS EVERAERT - bekend van spelen van zinne met maatschappelijke problematiek - behoorde tot gilde van de handboogschutters van Brugge (kreeg vergoeding voor rederijkerswerk) - bekend van auteur voor toneelspelen - schreef ook andere genres (geen spoor meer van) - legde eigenhandig een repertoire aan in een verzamelhandschrift met 35 spelen in de jaren 20 van de 16de eeuw. - Meeste stukken schreef hij in opdracht en ze waren vaak heel actueel en kritisch - in twee gevallen problematisch ervaren door stadsbestuur 1. tspel vanden crijch 2. tspel van d'onghelycke munte
48
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - maatschappelijke spelen van zinne Spel vanden crijch. Waarom werd dit problematisch ervaren door het stadsbestuur?
Het was een aanklacht tegen de hebzucht van de verschillende maatschappelijke standen en er werd scherpe kritiek gegeven op de geestelijkheid.
49
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - maatschappelijke spelen van zinne tspel van d'ongheycke munte. Waarom werd dit problematisch ervaren door het stadsbestuur?
Het was ook een aanklacht en er werd ook scherpe kritiek geleverd op de geestelijkheid. Er was een groot wantrouwen tegenover de sociale en financiële politiek van Karel V (dat was geen evidentie toen!!!)
50
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - maatschappelijke spelen van zinne - Spel van den nuyeuwen priestere. Welke middelen gebruikte Everaert om maatschappelijke kritiek te spuien?
Hij gebruikte de ZOT en de MAROT (= zotskolf). Door middel van buikspreken kon de marot vragen tellen aan de zot. Zogenaamde kritische vragen die uit het publiek komen. De zot is verontwaardigd maar toch worden zo dingen uitgesproken.
51
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - maatschappelijke spelen van zinne In welke soort tijd schreef Everaert?
Hij schreef in tijden van onrust en onzekerheid 1. achteruitgang van Brugge als havenstad 2. crisis in de stedelijke lakennijverheid 3. oorlogspolitiek van Keizer Karel
52
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - maatschappelijke spelen van zinne Was de toon van Everaert revolutionair?
Niet echt. Hij wilde de rijken vooral aansporen om te delen en de armen moesten eigenlijk maar lijdzaam en geduldig blijven.
53
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - maatschappelijke spelen van zinne Hoe blijkt dat Everaerts stukken betrokken waren op de situatie in Brugge?
1. doordat zijn taal sterk regionaal gekleurd was 2. kunstig versieren van taal (verplicht als rederijker!) --> zorgt ervoor dat zijn werk moeitlijk te vatten is en misschien was dat de bedoeling omdat de rederijkers alleen een eigen elitaire groep wilden bereiken
54
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - amoureuze spelen van zinne Net zoals bij de maatschappelijke spelen kunnen we ook de amoureuze spelen verbinden aan een naam, aan wie?
COLIJN VAN RIJSSELE/COLIJN CAILLIEU/COLIJN KEYAERT - brusselse rederijker - zijn werk was eerder atypisch voor de amoureuze zinnespelen omdat het allemaal bewerkingen waren van klassiek-mythologische verhalen (Metamorfosen van Ovidius, Heroides van Ovidius, Aeneïs van Vergilius)
55
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - amoureuze spelen van zinne In 'De Spiegel der minne' koos hij niet voor klassiek-mythologische bewerking maar voor wat dan wel?
Hij koos voor een verhaal uit de eigen tijd en uit de eigen regio. - het gaat over rijke koopmanszoon Dierick en de naaister Katrijn - allebei uit Zeeuws-Middelburg - standverschil is te groot - D. wordt ziek, K denkt dat hij haar laat ziten - D bezwijkt aan liefdespijn - K gaat ook dood - begraven in hetzelfde graf
56
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - amoureuze spelen van zinne Hoe blijkt dat de Spiegel der minne een uitgebreide tekst is?
Het is verdeeld over 6 spelen - bedoeling om opgevoerd te worden op verschillende dagen - inhoud is complex en veellagig - psychologische analyse - tegenstrijdige gevoelens in de liefde
57
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - amoureuze spelen van zinne Welk typisch fenomeen komt ook voor in de Spiegel der minne?
De Sinnekens 1. Begheerte van hoogheden 2. Vreese voor schande 3. Jalours ghepeyns Ook psychologische motiveringen vanuit astrologisch perspectief (invloed van Saturnus en Venus)
58
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - amoureuze spelen van zinne Er is wel een aanknoping bij andere amoureuze spelen. Hoe?
Er zit een waarschuwing in voor teveel gepassioneerdheid en onmatigheid in de liefde en de gevoelens van hoogmoed en jaloezie.
59
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - amoureuze spelen van zinne Wat is er anders dan in andere spelen of vernieuwend?
Dat de vrouw ook recht heeft op seksueel genot.
60
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL a) spelen van zinne - amoureuze spelen van zinne Hoe is het stuk bewaard gebleven?
Dankzij Dirk Coornhert, een Nederlands schrijvende humanist, die liet in 1561 het werk drukken naar een oud versleten exemplaar.
61
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL b) esbatement Waarvoor werd de term esbattement oorspronkelijk door de rederijkers gebruikt?
Oorspronkelijk werd de term voor élk toneelstuk gebruikt.
62
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL b) esbatement Wat betekende het later?
Esbatement stond later voor een kort toneelstuk van ongeveer 500 verzen. Het was de rederijkersversie van de middeleeuwse klucht (= clute of sotternie).
63
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL b) esbatement Wat zijn de verschillen met de sotternie?
1. grotere aandacht voor taal- klank- en rijmeffecten (grotesk realistisch) 2. hogere graad van artistieke beheersing 3. complexere intrige 4. uitgesproken hekelende bedoeling
64
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL b) esbatement Wat waren de gelijkenissen met de sotternie?
1. Lichamelijkheid - plastisch en overdreven beschreven 2. zelfde stramien - zwakke partij wreekt zich op de sterkere door een list ('sloef' wreekt zich bvb op een 'kwaad wijf')
65
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL b) esbatement Hoeveel esbattementen zijn er bewaard?
Er zijn een 75-tal esbattementen bewaard gebleven. De rederijkers achtten hun kluchten hoog.
66
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL b) esbatement Vertel iets meer over het 'esbattement van hanneken leckertant'
- auteur was Jan van den Berghe, de factor van de Antwerpse Violieren - heeft de hoofdprijs gewonnen op het Landjuweel van Diest (1541) - Hansje is een smulpaap, een dikzak en hij wordt benijd door een vriendje die alleen maar bonen te eten krijgt. Hij moet zich ziek voordoen van Hansje maar dan komt de leugen uit en krijgen ze straf.
67
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL b) esbatement Vertel iets meer over 'Esbattement van den appelboom'
- bejaard echtpaar klaagt dat voorbijgangers appels uit hun appelboom stelen - God luistert naar de klacht en houdt de appeldieven, de duivel en de dood vast - een van de weinige esbattementen waar het bovennatuurlijke niet wordt ontmaskerd maar als realiteit wordt gepresenteerd
68
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL Kleinere genres c) factie Wat is een factie?
- Een factie is een soort van revue waarin allegorische personages alle verschillende standen, deugden en ondeugden voorstellen. - Ze doen hun zegje over een maatschappelijk gegeven - wordt opgevoerd op straat (soms op een wagen, geen vast podium, diegenen die spraken leken uit het publiek te komen) - eindigt meestal met een lied en het publiek zong mee - eenvoudige structuur - zeer beknopt (max 200 verzen)
69
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL Kleinere genres d) tafelspel Wat is een tafelspel?
- wordt in intieme kring opgevoerd - op een feest/bruiloft/driekoningen/Vastenavond - voor een tafelend privé-gezelschap - korte spelen (300 verzen) OFWEl 1) discussie staat centraal OFWEL 2) allegorische/moraliserende verklaring van een geschenk= presentspel
70
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL Kleinere genres e) dramatische monoloog Wat is een dramatische monoloog?
- Daarin is een praatlustig type aan het woord (een marskramer, pochende soldaat) - al babbelend schetst hij zichzelf en de mensheid satirisch
71
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL Kleinere genres e) dramatische monoloog Geef een voorbeeld van een 'dramatische monoloog' en vertel er wat meer over.
CLUCHTE VAN EENEN DRONCKAERT - auteur: Cornelis Crul (Antwerpse dichter-koopman) - gebaseerd op Lof der zotheid van Erasmus - blik wordt 'verruimd' door de drank - bekijkt de wereld vanuit de hemel - denkt dat hij daar is omdat hij dronken is
72
3. TYPISCHE GENRES VAN HET REDERIJKERSTONEEL Kleinere genres e) dramatische monoloog Welke genres zijn verwant aan de dramatische monoloog?
1. spotsermoen - geparodieerde preek die gewijd is aan Sanctis Drincatibus (de patroonheilige van de drinkers) 2. de schijndialogen tussen de zot en de marot