2.1.3 Competitie Flashcards
Al voor het ontstaan van rederijkers loofden stadsbeesturen prijzen uit voor de beste bijdragen aan grote feesten. Waarom?
De stadsbesturen loofden prijzen uit voor de beste bijdragen aan grote feesten zoals vastenavondvieringen en andere politieke manifestaties.
De bedoeling was om zoveel mogelijk gezelschappen en of stadswijken te betrekken bij de festiviteiten.
Competitie was er op verschillende manieren. Verklaar.
- Zowel intern in de stad was er competitie.
2. Als tussen de steden onderling.
Er bestonden dicht- en toneelwedstrijden. Wanneer ontstonden die en hoe?
Al vroeg in de 15de eeuw ontstonden die wedstrijden naar voorbeeld van de schuttersfeesten.
Toen bijvoorbeeld Joos geboren werd in 1432 (de zoon van de Bourgondsiche hertog Filips de Goede) loofden de Gentenaren prijzen uit voor de beste uiteenzetting over de doop en de edelheid van het kind. (Een Mechels gezelschap won)
Voor wie werden interstedelijke wedstrijden voorbehouden?
Met de opkomst van de rederijkerij werden zulke wedstrijden voorbehouden aan kamer die ‘gedoopt’ waren. Dat wil zeggen kamers die door een hoofdkamer erkend waren.
Bij de rederijkerskamer maakte men een onderscheid bij de feesten. Welk onderscheid?
- REFREINFEESTEN
Dat waren dichtwedstrijden die in een besloten kring van de uitnodigende kamer werden uitgevoerd. - TONEELWEDSTRIJDEN
Dat was allemaal wat grootser opgezet. Deze feesten duurden soms een hele maand lang en die gingen gepaard met vele publieke vertoningen.
Die feesten moesten georganiseerd worden. Leg de organisatie uit.
- De overheid moest om toestemming gevraagd worden.
- Zo moesten alle deelnemers een vrijgeleide krijgen
- In een CHAERTE werd dag, uur en plaats van samenkomst meegegeven alsook de verschillende opdrachten en prijzen.
- BODEN werden uitgezonden om deelnemers persoonlijk uit te nodigen.
(afstanden waren geen bezwaar; bvb Amsterdamse kamer die deelnam aan een Antwerps feest en dan waren er bvb ook prijzen voor wie van het verst kwam)
Voor wat werden er allemaal prijzen uitgereikt en wat waren die prijzen dan meestal?
- Voor wie van het verst kwam
- Voor wie het mooist kwam binnengereden in de stad
- Wie de herberg het mooist versierd had
- De beste nar
…
De prijzen bestonden meestal uit zilveren schalen, kannen, bekers, beeldjes (en dus niet alleen voor literaire hoogstandjes)
Bij het binnenkomen en tijdens de ommegang in de stad moest alles zo indrukwekkend mogelijk gebeuren. Hoe deden ze dat?
Alle middelen werden ingezet bij grootste feesten. Schutters en muzikanten stapten mee in de stoet en zo werden allegorische en historische taferelen uitgebeeld.
(Bij het Landjuweel in 1561, door de Antwerpse Violieren georganiseerd, aren 1328 ruiters betrokken en 219 praalwagens! 14 rederijkerskamers namen deel!)
Wat was het Landjuweel?
Het Landjuweel was een typisch Brabants fenomeen.
- Het bestond uit een reeks wedstrijden (7).
- De winnaar was verplicht om de volgende wedstrijd te organiseren.
- De hoofdprijs was een zilveren schaal. Op het einde van de cyclus bestond de prijs dus uit 7 schalen.
De cyclus werd maar 1 keer volbracht (tussen 1515 en 1561).
In de 15de eeuw konden ook kamers uit andere gewesten deelnemen. In de 16de eeuw enkel nog Brabantse kamers.
Wat was het Haagspel?
Het haagspel was een bescheidener wedstrijd die bedoeld was voor de kleinere Brabantse kamers die niet de middelen hadden om aan het prestigieuze Landjuweel deel te nemen. De winnaar moest namelijk niet de volgende wedstrijd organiseren.