2.1.1 ontstaan en organisatie van de rederijkerij Flashcards
Hoe kan je een rederijkerskamer omschrijven?
Het is een gezelschap waarvan de leden op gezette tijden in het kader van onderlinge competitie gedichten schrijven en zich bezighouden met schrijven en opvoeren van toneel.
Wat waren rederijkerskamers?
Rederijkerskamers waren gilden. En die gilden hadden een reglement met rechten en plichten voor hun leden.
Wat is het oudste overgeleverde reglement van zo’n gilde?
Het reglement van de Gentse Fonteine (1448).
Wat waren mogelijke voorlopers van de rederijkerskamers?
- Sommige rederijkerskamers waren voortzettingen van gezelschappen waarin sociale zorg, religie en literatuur centraal stonden.
- Sommigen waren voortzettingen van wijk-en feestgezelschappen die in de 14de eeuw vieringen voor bijvoorbeeld Vastenavond organiseerden.
Aan wie of wat spiegelden de rederijkers zich?
De rederijkers hebben zich gespiegeld aan de Noord-Franse Puys (podia).
Wat waren de Noord-Franse Puys?
Dat waren gezelschappen in de stad en aan het hof waarin burgers en edellieden gedichten schreven volgens strikte regels.
Waar is de Puy-cultuur vroeg ontstaan?
Vooral in steden zoals Arras, Rijsel, Valeniennes en Douai. Zij waren het voorbeeld voor de rederijkers.
Hoe noemde men de leden van de ‘Puys’?
Men noemde ze rhétoriqueurs omdat ze zich bezighielden met de art de rhétorique, de kunst van de retorica (dat was 1 van de artes liberales).
Waarom is het niet zo verwonderlijk dat de Puys de rederijkers hebben beïnvloed?
- Noord-Frankrijk en de LL hadden eenzelfde politieke entiteit in de 15de eeuw.
- De elite in Brabant en Vlaanderen was vooral Franstalig of richtte zich op de Franse cultuur.
Hoe zien we die verwantschap tussen de Puys en de rederijkers?
- Aan de gebruikte terminologie.
- De klassieke retorica werd vergezeld door de ‘arts de seconde rhétorique’ (die in de volkstaal)
- rhetoriqueur, rederijker
- typische lyrische rederijkersgenres waren al bekend bij de Puy zoals de ballade en het refrein (in de LL worden die eveneens ingedeeld volgens wijs (kennis), amoureus (liefde) en zot (komisch)).
- namen van functies waren ook ontleend
Wat waren de verschillen tussen de Puys en de rederijkers?
- De rederijkers hadden niet enkel lyrische genres
2. De wedstrijden bij de rederijkers gingen niet enkel over refreinen
Verklaar de term ‘rederijker’.
De term rederijker is er pas laat gekomen; in de 16de eeuw. Het is een puristisch neologisme voor de aan het Frans ontleende termen retoriker < rhétoriqueur en retorisien
Waar en wanneer werd de eerste rederijkerskamer opgericht?
Dat is moeilijk na te gaan. Mogelijk was ‘Den Boeck’ in Brussel de eerste (1401). Andere vroege rederijkerskamers zijn: ‘De heilige gheest’ in Brugge (1428) en ‘De Fontein’ in Gent (1448).
In de decennia erna ontstonden in alle grote steden in de LL rederijkerskamers. In sommige steden waren er zelfs 2.
Hoe komt het dat er in bepaalde steden soms 2 rederijkerskamers waren?
Dat heeft te maken met de context waarin de verenigingen ontstonden. Sommigen kwamen voort uit gilden, broederschappen of stadswijken.
Waarheen verspreidden de rederijkerskamers zich rond 1480?
Naar het oosten, in Limburg. Daarna ook naar het Noorden.
Hoe zag de organisatie van een rederijkerskamer eruit?
- Rederijkerskamers waren gilden
a) ze hadden dus een bestuur dat om de zoveel tijd verkozen moest worden
b) ze hadden een blazoen
c) ze hadden ook een uniform - Het waren ook broederschappen
a) ze zorgden voor regelingen van liturgische evenementen
b) recreatie, maken en voorbrengen van gedichten bvb werd dus gecombineerd met devotie
Hoe zag de interne structuur van een rederijkerskamer eruit?
- leden
- waren ambachtslieden vooral uit de schilder- of kunstambacht - factor/facteur/dichter
- artistieke leiding
- schreef belangrijkste teksten
- regisseerde de spelen
- kreeg een vast jaargeld - deken en de hoofdmannen
- werden om de 2 jaar verkozen
- duidden de bode en de nar aan - bode
- organiseren van activiteiten
- verantwoordelijk voor bijeenroepen van de leden - nar
- zorgde voor de recreatie - prins
- erevoorzitter
- daar werden gedichten aan opgedragen
- vooraanstaande uit de gemeenschap
Waaruit bestonden de rechten en plichten voor leden van de rederijkerskamers?
- Rechten
- vrijgesteld van de schuttersdienst (burgermilitie, klein leger dat de wacht hield) - plichten
- bijwonen van vergaderingen
- bijwonen van oefeningen in de dichtkunst
- bijwonen van eucharistievieringen
- bijwonen van maaltijd of patroonfeest
- bijwonen van uitvaart van ander lid
- aanschaffen van een uniform
Wat met vrouwen en rederijkerskamers?
Vrouwen konden geen lid zijn van een rederijkerskamer of toch niet bij de meeste. Nochtans was Anna Bijns een groot rederijker op basis van haar werk.
Wat had elke rederijkerskamer nog?
Elke kamer had een archief waarin de eigen stukken bewaard werden om te beletten dat dingen werden overgenomen.
Waarom waren rederijkerskamers elitaire gezelschappen?
- Door hun activiteiten en hun evenementen
- Doordat er een duidelijk interesse van de Bourgondische vorsten was in de rederijkerskamers.
a) Filips de Goede (1467) was lid van ‘Den Boeck’ in Bxl
b) Filips de Schone (1506) was ook lid van ‘Den Boeck’
c) Karel de Stoute (1477) zorgde ervoor dat Anthonis De Roovere (Brugge) van een vast jaargeld werd voorzien
Hoe komt het dat de Bourgondische vorsten interesse hadden in de rederijkerij?
Rederijkers speelden een grote rol bij ‘Blijde Inkomsten’ of andere propagandistische vieringen of feesten. Zij zorgden er dan eigenlijk voor dat de bevolking meer betrokken werd bij de persoon van de vorst (in de 15de eeuw).
In de 16de eeuw kwam vooral de macht van de vorst en de grootheid van het Habsburgse rijk centraal te staan.
Doordat heel wat rederijkerskamers in de ban geraakten van de Reformatie bekoelde de interesse van Karel V in de rederijkerij en kregen ze te maken met censuur en beperkende maatregelen.
Er was een zekere hiërarchie in de rederijkerij. Leg uit.
Er was een hiërarchie tussen de rederijkerskamers onderling. De ene was al wat machtiger en vrijer dan de andere. Zo was ‘De Fonteine’ in Gent de hoofdkamer van Vlaanderen en had die jurisdictie over de andere kamers in Vlaanderen.
De Roose was de hoofdkamer in Leuven en had de kamers van Brabant en Mechelen onder zich.
Wat wilde Filips de Schone doen met de rederijkerskamers?
Hij wilde alle rederijkerskamers onderbrengen in één hoofdkamer: ‘Jezus met de Balsembloem’ (eerst in Mechelen, dan in Gent). Maar zijn opzet mislukte en de oude hiërarchie werd behouden.