2. Remedies bij tekortkoming Flashcards
Wat zijn de remedies bij een tekortkoming in de nakoming?
- Nakoming 3:296 jo 6:38
(Opeisbaar en afwingbaar) - Schadevergoeding
- Opschorting (6:52 en 6:262)
(Opeisbare vorderingen zowel se en sn, connexiteitsvereiste) - Verrekening (6:127)
- Ontbinding (6:265)
(Iedere tekortkoming en verzuim) - Vernietiging
Benoem de verweren tegen rechtsvordering van schadevergoeding. En wat is de bewijslastverdeling?
- betwiste van de grondslag (geen tekortkoming, geen toerekenbaarheid, geen verzuim, geen onrechtmatigheid)
- betwiste causaal verband: dat schade niet het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor de schuldenaar aansprakelijk is (csqn +toerekenbaarheid). De persoon die schadevergoeding vordert draagt de bewijslast.
3, meervoudige causaliteit 6:99: staat vast dat schade is temminste door één persoon is verzaakt, dan zijn alle personen aansprakelijkheid. Iedere persoon die zichzelf wil disculperen draagt de bewijslast.
4 . verjaring van vordering tot schadevergoeding 3:310: door verloop van 5 jaar of 20 jaar 3:306. bewijslast berust op degene die zich op de verjaring beroep
- vermindering hoogte van de schadevergoeding ogv eigen schuld6:101, matiging6:109, verrekening voordeel schuldeiser 6:100. Bewijslast rust op degene die zich op vermindering beroept.
Benoem de verweren tegen ontbinding. En wat is de bewijslastverdeling?
- betwisting grondslag (geen tekortkoming in de nakoming, of de tekortkoming rechtvaardigt geen ontbinding, geen verzuim)
2 schuldeisersverzuim 6:266. Bewijslast rust op degene die zich op het schuldeisersverzuim beroept.
- opschorting 6:42. Bewijslast rust op degene die zich op opschorting beroept.
- verjaring van vordering tot ontbinding 3:311: 5 jaar of 20 jaar na de tekortkoming
- tegenwerpen van bevoegdheid tot verrekening 6:129 jo 6:134 kan de werking van de ontbinding ontnemen. Degene die de verrekening inroept, moet bewijzen dat er en grond voor verrekening is.
Algemene Voorwaarden; wat is een kernbeding?
Ogv art 6:231 is een beding een algemene voorwaarde indien zij is bedoeld voor meermalig gebruik.
Een kernbedingen zijn bedingen die bestaan uit de essentialia van een overeenkomst + de prijs, zonder welke de ovk niet voldoende bepaalbaar tot stand zou kunnen komen. Deze hogen niet thuis in de algemene vw. Dus zie niet 6:231 e.v. maar 3:33-35 en 6:248 bw.
Algemene voorwaarden; verschillen 6:248 vs 6:233
6:248 en 6:233 sub a zijn nauw verwant aan elkaar en er mag tussen beide gekozen worden.
Verschillen:
6:233 ziet op de omstandigheden tot het moment van contractsluiting
rechtgevolg 6:233 is vernietiging van het beding en 6:248 is niet kunnen inroepen van het beding voor dat specifieke geval
.
zwarte en grijze lijst (6:236 en 237) zijn alleen van toepassing icm 6:233.
Let op uitzonderingen wie op 233 en 234 (terhandstelling) een beroep kunnen doen.
battle of forms - welke av telt?
De eerste verwijzing naar de av geldt tenzij de wp de toepasselijkheid va die AV uitdrukkelijk afwijst.
wanneer kan een exoneratiebeding gelding worden ingeroepen?
- is het beding in strijd met openbare orde en goede zeden ex 3:40 bw?
- is er sprake van misbruik van omstandigheden 2x 3:44 lid 4 bw?
Stel dat het beding in beginsel wel zou gelden:
- is het beding ism redelijkheid en billijkheid ex art 6:2 en 6:248 lid 2 BW? denk aan positie en verhouding van partijen, wederzijds kenbare belangen, de aard en ernst van de schade en de zwaarte van de schuld en de strekking van het beding. rechter toets deze derogerehnde werking r&b ambtshalve.
Stel dat het beding is opgenomen in de AV:
- is het een consument? een exoneratiebeding staat in art 6:237 sub f op de grijze lijst, dus wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn.
- 6:233 sub a, indien het ogv de omstandigheden van het geval onredelijk bezwarend is.
- lex specialis? denk aan 7:463 bw - de aansprakelijkheid van een hulpverlener van het ziekenhuis kan niet worden beperkt.
verschillen verjaring, verval van recht en stuiting
verjaring (bevrijdend) laat de rechtsvordering (de afdwingbare verbintenis) teniet gaan, maar niet het vorderingsrecht. (zie o.a. art 3:306 e.v.) Dit betekent dat wanneer de schuldenaar betaald na verjaring, hij niet onverschuldigd heeft betaald. Dit recht kan worden gestuit, verlengt of en afstand van worden gedaan.
Door verval van recht gaat de rechtsvordering + het vorderingsrecht teniet. Dit recht kan niet worden gestuit, verlengt of afstand van worden gedaan.
stuiting is het afbreken van de lopende verjaringstermijn door 3:316 (daad van rechtsvervolging), 317(aanmaning) of 318 (erkenning). de originele termijn gaat opnieuw lopen, tot max 5 jaar (3:319 lid 2)
vereisten voor verrekening
6:217 lid 2 en 3
a. schuldenaar heeft een prestatie te vorderen van schuldeiser
b. die prestatie beantwoord aan zijn schuld aan die wederpartij / is gelijk aan elkaar
c. schuldenaar is bevoegd om zijn schuld te betalen
d. en de schuldenaar is ook bevoegd om betaling af te dwingen (niet het geval indien de vordering niet opeisbaar is, voorwaardelijk is, de wp zich kan beroepen op een opschortingsrecht, een natuurlijke verbintenis betreft (bjijv. na verjaring)).
NB. door verrekening gaan beide verbintenissen teniet tot beloop van de verrekening. 6:129 lid 1. en de bevoegdheid tot verrekening eindigt niet door verjaring van de rechtsvordering.
wanneer en hoe kan nakoming van een verbintenis worden gevorderd?
Er kan nakoming van een verbintenis worden gevorderd als sprake is van helemaal niet
presteren, niet tijdig presteren of ondeugdelijk presteren (tenzij bevoegd wordt
opgeschort). Van iedere verplichting kan in beginsel in rechte nakoming worden gevorderd. 3:296 BW.
Als geen tijdstip voor nakoming is overeengekomen, kan nakoming direct gevorderd
worden (6:38 BW). Als wel een tijdstip voor nakoming is overeengekomen, wordt vermoed
dat nakoming vóór dat tijdstip niet kan worden gevorderd (6:39 BW).
Nakoming kan worden gevorderd via de rechter of via een verklaring aan de wederpartij.
De verbintenis kan door een derde worden nagekomen, tenzij de inhoud of strekking van
de verbintenis zich daartegen verzet (6:30 BW).
wat zijn de regels van ingebrekestelling en verzuim?
Voorwaarden voor verzuim (6:81 BW)
Er zijn vijf cumulatieve voorwaarden voordat de schuldenaar in verzuim verkeert:
(a) er is een opeisbare verbintenis; en
(b) de schuldenaar presteert niet of ondeugdelijk; en
(c) de prestatie is niet blijvend onmogelijk (er is dus sprake van vertraging in de
nakoming); en
(d) vertraging kan aan de schuldenaar worden toegerekend; en
(e) er is voldaan aan de vereisten van 6:82 BW (ingebrekestelling) of 6:83 BW (geen
ingebrekestelling nodig).
In 6:82 BW worden drie vereisten genoemd waar de inhoud van een geldige
ingebrekestelling aan moet voldoen.
welke remedies heeft een teleurgestelde schuldeiser en wanneer heeft wat de voorkeur?
De volgende remedies staan de teleurgestelde schuldeiser ter beschikking:
- nakoming;
- schadevergoeding;
- opschorting Geregeld in 6:52 BW en voor wederkerige overeenkomsten in 6:262 BW.;
- verrekening op grond van 6:127 BW;
- ontbinding;
- vernietiging.
wanneer en hoe kan ontbinding van een overeenkomst plaatsvinden en wat zijn de rechtsgevolgen?
geheel of gedeeltelijk ontbinden (artikel 6:265).
Volgens art. 6:265 lid 1 geeft iedere tekortkoming van een schuldenaar de wederpartij de bevoegdheid om te ontbinden, hiervoor de tekortkoming niet toerekenbaar te zijn aan de schuldenaar, zoals dat wel het geval is bij de toekenning van hoeft schadevergoeding.
lid 2 bepaalt echter dat indien nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is de
debiteur eerst in verzuim moet zijn voordat de bevoegdheid tot ontbinding ontstaat.
Verzuim is algemeen geregeld in art. 6:81 e.v.
Twee manieren van ontbinding:
(a) Schriftelijke of langs elektronische weg uitgebrachte verklaring (6:267 lid 1);
(b) Declaratoire uitspraak van de rechter.
Ontbinding geeft recht op vergoeding van het positief contractsbelang, inhoudende dat de
schuldeiser in een vermogenssituatie dient te komen als ware het contract geheel correct
nagekomen (6:277 BW). voor schadeplichtigheid ex art. 6:277 gelden
geen andere vereisten dan voor art. 6:74.
Wanneer zijn de algemene voorwaarden van toepassing en wanneer zijn deze vernietigbaar?
Op grond van artikel 6:231 lid 1 sub a is sprake van algemene voorwaarden indien sprake
is van:
Een of meer bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden
opgenomen (bestemmingscriterium).
Indien sprake is van een
kernbeding mist de algemene voorwaardenregeling toepassing. Dan geldt art. 6:232 BW
dus niet, maar wel art. 3:33-35. Bovendien geldt er geen informatieplicht en geen toets aan
art. 6:233a BW (wel aan art. 6:248: redelijkheid en billijkheid).
Toepasselijkheid van algemene voorwaarden is afhankelijk van aanbod en aanvaarding
ervan (art. 3:33 - 35 en 6:217 BW).
Men kan zich echter door vernietiging bevrijden van haar gebondenheid aan algemene
voorwaarden. Artikel 6:233 BW bepaalt dat een beding in algemene voorwaarden
vernietigbaar is, indien:
- gelet op de aard en overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de
voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen
en de overige omstandigheden van het geval, het beding onredelijk bezwarend is
voor de wederpartij; of
- de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om
van de algemene voorwaarden kennis te nemen.
wanneer is er aanleiding om een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid te doen?
een geldende regel in een overeenkomst is ogv Artikel 6:248 lid 2
voor fat specifieke geval niet van toepassing indien dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
een geldende regel buiten een overeenkomst is ogv 6:2
geldt dezelfde toets niet van toepassing.
Je mag er dus geen beroep op doen.