0. Examenvragen 15 juni 2018 Flashcards

1
Q

is deze stelling juist of onjui?

Een partijgetuige is gerechtigd het verhoor van alle getuigen bij
te wonen, ook als hij zelf nog niet is gehoord.

A

juist

Een partijgetuige is gerechtigd het verhoor van alle getuigen bij
te wonen, ook als hij zelf nog niet is gehoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

is deze stelling over de exhibitieplicht juist?

Een vordering tot nakoming van de exhibitieplicht kan hetzij in
een lopend geding hetzij in een afzonderlijk geding worden ingesteld.

A

juist.

Een vordering tot nakoming van de exhibitieplicht kan hetzij in
een lopend geding hetzij in een afzonderlijk geding worden ingesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe moet een procedure anno nu worden ingeleid in een regio die niet
meedoet aan de KEI- pilot?

A

door middel van een dagvaarding tot verschijning voor de tot

kennisneming bevoegde kantonrechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tijdens een procedure verzoekt eiser de rechter om een voorlopig
deskundigenbericht.

Mag de rechter dit verzoek afwijzen?

A

Ja, als de rechter van oordeel is dat eiser zijn bevoegdheid om
een voorlopig deskundigenbericht te vragen misbruikt dan mag de rechter dit verzoek afwijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een stichting die optreedt voor gedupeerden van de ‘aardgasbevingen’ in Groningen
probeert met de NAM tot een regeling te komen. Partijen zijn het over de feiten in de
kwestie volledig eens, maar verschillen fundamenteel van inzicht over een belangrijke
rechtsvraag. Beide partijen willen zo snel mogelijk definitieve duidelijkheid over hun
rechtsverhouding.

Wat kunnen partijen doen?

A

hun geschil voorleggen aan het gerechtshof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Huiskens is in 2017 door haar voormalig zakenpartner Bakker gedagvaard. Door
persoonlijke omstandigheden en omdat de zaak volgens Huiskens nergens op slaat,
heeft zij niet op de dagvaarding gereageerd. Op 20 februari 2018 wordt aan Huiskens
in persoon een vonnis, gedateerd 13 februari 2018, betekend. Huiskens blijkt
veroordeeld te zijn tot betaling van een hoofdsom van €1.250 en tot betaling van
proceskosten en kosten van betekening, in totaal zijnde €759,30.

Kan Huiskens tegen het vonnis opkomen?

A

Huiskens kan binnen vier weken na de betekening van het

vonnis in verzet komen tegen dat vonnis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is de voorzieningenrechter in kort geding gebonden aan de regels van het bewijsrecht
van afdeling 1.2.9 Rv?

A

De wettelijke regels over de stelplicht, bewijsmiddelen en

bewijswaardering gelden niet in kort geding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De bank is alleen bereid tot
hypothecaire financiering als een derde zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar
verbindt. Mark Bakker wendt zich daarom tot zijn ouders, Kees en zijn echtgenote
Marlies Bakker, om hulp. Marlies Bakker heeft haar bedenkingen. Zij mengt zich liever
niet in de financiële zaken tussen haar zoon en de bank. Kees Bakker is wel bereid zich
als borg of hoofdelijk medeschuldenaar te verbinden. Mark Bakker en Kees Bakker
gaan daarom samen verder in gesprek met de bank.
Wiens medewerking heeft de bank nodig om de door haar gewenste constructie te
kunnen waarborgen?

A

de medewerking van Marlies Bakker en Kees Bakker 1:88 bw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Jeff Stapel koopt de woning van Inge Ter Huurne. Kort na de overdracht merkt Stapel
dat op een plafond vochtige plekken zitten. Uit nader onderzoek blijkt dat
douchewater via ondeugdelijke kitnaden heeft kunnen weglekken. Het plafond moet
hierdoor worden vervangen. De schade wordt door een onafhankelijk expert begroot op €4.000. Stapel vordert vergoeding van deze schade.
Heeft Stapel recht op schadevergoeding als hij aan zijn onderzoeksplicht heeft
voldaan?

Heeft Stapel recht op schadevergoeding als hij aan zijn onderzoeksplicht heeft
voldaan?

A

Nee, het recht op schadevergoeding ontstaat pas nadat Ter

Huurne in verzuim verkeert. Zij moet de kans krijgen de gebreken te herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Knoops BV schakelt Kraal BV in voor het verrichten van werkzaamheden. Bij de
uitvoering van die werkzaamheden maakt Kraal een fout en de schade bedraagt ruim
€100.000. Kraal beroept zich jegens Knoops op een bepaling in de overeenkomst die
iedere aansprakelijkheid beperkt tot een bedrag van €5.000. Partijen treffen elkaar
voor de rechtbank.

Hoe kan Knoops meer dan 5000 verhalen?

A

Knoops kan ook buiten opzet of bewuste roekeloosheid als de
omstandigheden hier aanleiding toe geven een geslaagd beroep doen op de
derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een schuldeiser kan zijn vordering niet op de schuldenaar Celtic BV verhalen en hij wil
de bestuurder van Celtic tot schadevergoeding aanspreken.
Welk wetsartikel kan de schuldeiser inroepen?

A

6:162 bw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welk geval kan een gedraging die naar algemene omschrijving onrechtmatig zou zijn niet aan de dader worden toegerekend?

Maak een keuze:
a. wanneer de onrechtmatige daad is begaan door een dader die jonger is dan
veertien jaar

b. wanneer de dader een bevoegd gegeven ambtelijk bevel van een
politieagente opvolgt

c. wanneer de onrechtmatige daad is begaan onder invloed van een geestelijke
of lichamelijke tekortkoming

A

wanneer de onrechtmatige daad is begaan door een dader die
jonger is dan veertien jaar kan een gedraging die naar algemene omschrijving onrechtmatig zou zijn
niet aan de dader worden toegerekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De Universiteit Utrecht sluit in januari 2014 een overeenkomst met een
softwareleverancier. De leverancier gaat software leveren en implementeren die het mogelijk maakt voor studenten om thuis online het lesmateriaal in te zien. In juni 2017 blijkt de software niet te werken via de systemen die studenten gebruiken om in te loggen. De Universiteit Utrecht wenst de overeenkomst te vernietigen wegens
dwaling. De softwareleverancier beroept zich op verjaring van de vordering tot
vernietiging.

Wanneer eindigt de verjaringstermijn?

A

drie jaar nadat de Universiteit Utrecht daadwerkelijk bekend is
geworden met de feiten waarop het beroep op dwaling is gegrond - vanwege vernietiging 3:52 BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Snijder geeft Beerens te kennen dat hij op de hoogte is van het feit dat Beerens een
ernstig delict heeft gepleegd. Snijder gebruikt deze kennis en stelt de politie te
informeren als Beerens niet een door Snijder gewenste koopovereenkomst tekent.
Beerens sluit hierop de koopovereenkomst. Als Beerens een week later toch wordt
opgepakt, ziet hij zich niet langer genoodzaakt tot nakoming van de overeenkomst en
wil hij overgaan tot vernietiging van de overeenkomst.

Wat moet Beerens stellen en bewijzen?

A

Beerens moet bewijzen dat sprake was van bedreiging en dat hij
de overeenkomst niet of onder andere voorwaarden zou hebben gesloten wanneer
van die bedreiging geen sprake was geweest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Jan Wielens vat een mededeling van Piet van der Toren op als een aanbod tot verkoop
van bedrijfsinventaris en hij aanvaardt dit. Van der Toren stelt dat hij helemaal geen
aanbod heeft gedaan. Wielens beroept zich in rechte op vertrouwensbescherming en vordert nakoming.

Wie van beide partijen moet zijn stelling in een procedure bewijzen?

A

Wielens moet bewijzen dat hij erop mocht vertrouwen dat Van

der Toren hem een aanbod deed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zweers werkt als schilder bij De Kwast BV. Op enig moment werkt hij samen met zijn
baas aan een woonhuis. Tijdens het schilderen van de dakgoot staat Zweers, anders
dan wettelijk voorgeschreven, op een ladder in plaats van op een steiger. Zweers komt
ten val en raakt voor het leven invalide. Tijdens onderzoek in het ziekenhuis blijkt dat Zweers een zeer hoog alcoholpromillage in zijn bloed had. Zweers spreekt De Kwast aan voor de door hem geleden schade.

wie moet wat stellen en bewijzen?

A

Zweers moet aannemelijk maken dat hij bij de uitoefening van
zijn werkzaamheden van de ladder is gevallen. De Kwast moet stellen en bewijzen dat
de schade van Zweers in belangrijke mate het gevolg is van diens alcoholgebruik.

17
Q

De Haan heeft een vordering op Rinkes van € 3.500 die Rinkes ergens in week 18 of 19 van 2017 zou moeten voldoen. Omdat betaling uitblijft, stuurt De Haan Rinkes op 15 mei 2017, begin week 20, een schriftelijke aanmaning waarbij Rinkes tot en met 22 mei 2017 heeft om te betalen, bij gebreke waarvan hij in verzuim is. Op 17 mei 2017 laat Rinkes De Haan weten niet te kunnen betalen.

Vanaf wanneer loopt de wettelijke rente over de vordering?

A

vanaf 17 mei 2017 loopt de wettelijke rente over de vordering.

verzuim is ingetreden door melding Rinkes.

18
Q

Door een medische fout van de oogarts wordt Jansen te laat behandeld voor een
netvliesontsteking. Jansen wordt aan één oog blind. Hij spreekt de oogarts aan tot
schadevergoeding en stelt dat hij bij tijdige behandeling waarschijnlijk wel het zicht aan
dat oog had behouden. De oogarts verweert zich en stelt dat Jansen ook bij eerdere
behandeling aan dat oog blind zou kunnen zijn geworden.
Aan de hand van welk leerstuk moet dit geschilpunt worden beslecht?

Maak een keuze:
aan de hand van de proportionele causaliteit
aan de hand van de kansschade
aan de hand van de omkering van de bewijslast en het bewijsrisico

A

aan de hand van de kansschade

19
Q

Wat is een verplichting van de curator in een faillissement van een ondernemer?

Maak een keuze:
De curator is verplicht de bestuurders van een failliete vennootschap
aansprakelijk te stellen als hiertoe aanleiding bestaat.

De curator is verplicht de oorzaken van
het faillissement te onderzoeken.

De curator is verplicht de onderneming voorlopig voort te zetten.

A

De curator is verplicht de oorzaken van het faillissement te

onderzoeken.

20
Q

Welk verweer kan een schuldenaar waarschijnlijk succesvol voeren tegen een
faillissementsaanvraag?

A

De schuldeiser die de faillissementsaanvraag heeft gedaan,
verkeert in schuldeisersverzuim.

Dat de vordering van de schuldeiser die de faillissementsaanvraag heeft
gedaan nog niet opeisbaar. is, is niet relevant als verweer.

21
Q

Wanneer Gerda Vrooyink besluit te verhuizen, komt zij met haar kleinzoon Michael
Vrooyink overeen dat hij, voorlopig voor de duur van twee jaar, kosteloos in de woning van Gerda mag verblijven. Gerda verlangt alleen dat een student die al geruime tijd een kamer huurt ongestoord mag blijven huren zolang hij wenst en dat verder geen
anderen dan Michael daar wonen. Michael en Gerda houden hun overeenkomst verder zo eenvoudig mogelijk. Mede om de positie van Michael veilig te stellen en duidelijkheid
te creëren voor andere familieleden besluiten Gerda en Michael wel om hun
overeenkomst te effectueren door middel van het vestigen van een beperkt recht.

Welk recht is in de gegeven situatie het meest geschikt?

A

een recht van gebruik en bewoning. art. 3:226 BW = een bijzondere vorm van vruchtgebruik.

22
Q

De eiercrisis van augustus 2017 heeft ook vennootschap onder firma
Pluimveehouderij Last zwaar getroffen. Ondanks hulp van de overheid en
welwillendheid van de bank, weet Last enkele maanden later niet hoe zij verschillende
financiële problemen tegelijk het hoofd kan bieden. De twee vennoten van Last
beraden zich daarom op enige vorm van insolventie voor de vennootschap.

  1. Welke insolventieprocedures zijn mogelijk voor Pluimveehouderij Last? welke niet?
  2. Bij welke insolventieprocedure verliest de daaraan onderworpen persoon
    de beschikkingsbevoegdheid over zijn vermogen?
A

zowel faillissement als surseance. geen schuldsanering

bij schuldsanering en faillissement verliest een rechtspersoon de beschikkingsbevoegdheid over zijn vermogen. Let wel, een np blijft wel handelingsbevoegd over het vermogen dat buiten het faillissement blijft.

bij surseance blijft de persoon beschikkingsbevoegd.

23
Q

Co Albert is in kort geding in eerste aanleg uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld om zijn hond niet vóór 6 uur ’s ochtends in zijn tuin te laten onder last van een dwangsom. Albert gaat in hoger beroep tegen het vonnis en vordert tevens de schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis.

Wanneer kan hij op z’n vroegst de tenuitvoerlegging schorsen?

A

Albert mag zijn hond weer voor 6 uur ’s ochtends in zijn tuin laten als het hof de tenuitvoerlegging van het vonnis schorst.

De tenuitvoerlegging van het vonnis kan het hof ook eerder schorsen dan bij de einduitspraak.

24
Q

Bekkers, Duk en Fluim zijn alle drie schuldeiser van Schuijling. Bekkers heeft een vordering van €2.000, Duk een vordering van €3.000 en Fluim een door pandrecht
gezekerde vordering van €1.000 op Schuijling. Fluim gaat over tot executie van het verpande goed van Schuijling ter waarde van €3.000 en Bekkers en Duk leggen beslag.

Hoeveel krijgt Duk?

A

Duk krijgt €1.200

Eerst parate executie: 3000 -1000 = 2000

Dan paritas creditorum. Duk heeft 3/5 en Schuiling 2/2 van 2000 euro = 1200 voor duk.

25
Q

OPEN VRAAG

Pieters is professioneel belegger en handelaar in vastgoed. Hij belegt en handelt
voornamelijk in woningen. Willemsen is een kennis van Pieters en heeft een fraaie
woning in eigendom die hij goed verhuurt. Omdat Willemsen een ander pand wil
aankopen om daar appartementen in te maken, biedt hij de verhuurde woning aan
Pieters te koop aan. Pieters bekijkt de woning en de huurcontracten en gaat op het
voorstel in. Hij betaalt €430.000 voor de verhuurde woning. Na een half jaar blijkt dat
de huurders niet erg solvabel zijn en dat Willemsen al eerder aanmerkelijke problemen
had ondervonden bij het innen van de huur. Als Pieters dit had geweten, had hij
€150.000 minder voor de woning geboden.
Pieters wil van de koop af of ten minste de ‘te veel betaalde’ €150.000 terug. Inmiddels
gaat het financieel niet echt goed met Willemsen, nu de ontwikkeling van de
appartementen tegenvalt door kostbare aanvullende milieu- en
brandveiligheidsvoorschriften.

Stel dat u voldoende bewijs hebt om een geslaagd beroep op dwaling te kunnen doen
namens Pieters. Schets beargumenteerd welke gevolgen dit voor Pieters heeft en
welke juridische stappen u hem adviseert, mede gezien de financiële problemen van
Willemsen. Vermeld de relevante wetsartikelen

A

Volgens de casus wil Pieters van de koop af of in elk geval € 150.000 terug omdat hij
heeft gedwaald en daardoor teveel heeft betaald. Het antwoord moet dan de
volgende elementen bevatten.

a. Als P beroep doet op dwaling (art. 6:228 BW), vernietigt hij de koopovereenkomst op
grond van dit wilsgebrek (art. 3:49 BW). P kan de overeenkomst alleen via een
rechterlijke uitspraak vernietigen, omdat de koop betrekking heeft op een
registergoed en deze rechtshandeling heeft geleid tot de inschrijving in de openbare
register. Zie art. 3:50 lid 2 BW. Als P dit met succes doet, dan heeft dat deze gevolgen.
- De koopovereenkomst is met terugwerkende kracht nietig (art. 3:53 BW) en P heeft
de koopprijs onverschuldigd aan Willemsen betaald. P heeft een vordering op W tot
betaling van € 450.000. 3 punten
- De titel voor de overdracht (de verplichting voor W om de woning aan P over te
dragen) is komen te vervallen en de overdracht is daardoor van meet af aan nietig op
grond van het causale stelsel (art. 3:84 BW). W is ondanks de levering van de woning
aan P altijd eigenaar van de woning gebleven en hij kan deze revindiceren. 4 punten.

b. Er is echter een probleem voor P. W verkeert in financiële problemen. P loopt
daardoor het risico dat hij door de vernietiging de woning aan W kwijtraakt maar hij zijn vordering tot betaling van € 450.000 niet van W voldaan krijgt. Dit geldt zeker als W failliet gaat. Daarom is het beter een alternatieve oplossing te bedenken om in elk geval het betalingsrisico voor P te beperken.

  • P kan ervoor kiezen de koopovereenkomst niet te vernietigen maar
    buitengerechtelijk te ontbinden wegens wanprestatie (art. 6:265 jo 267 BW). De
    gekochte woning had immers niet de eigenschappen die P op grond van de
    koopovereenkomst mocht verwachten zodat aannemelijk is dat W is tekortgeschoten
    in de nakoming van zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst. Ontbinding van de
    koopovereenkomst heeft geen terugwerkende kracht (art. 6:279 BW). De rechtsgrond voor de over en weer verrichte prestaties blijft in stand en er ontstaan voor beide partijen ongedaanmakingsverbintenissen (art. 6:271 BW). Dit betekent dat P recht
    heeft op terugbetaling van de koopprijs en dat hij gehouden is de woning in eigendom over te dragen aan W. Vervolgens kan P de nakoming van zich beroepen op een opschortingsrecht: hij schort de nakoming van zijn verplichting tot overdracht van de woning op totdat W de koopsom heeft terugbetaald (art. 6:52 e.v. jo 290 e.v. BW). Als W niet betaalt, kan P zijn vordering bovendien verhalen op de woning met voorrang boven allen tegen wie het opschortingsrecht kan worden ingeroepen. P loopt dan wel het risico dat de woning weinig opbrengt, zodat hij maar een deel van zijn vordering kan
    verhalen.

of

  • P kan ook proberen de overeenkomst partieel te ontbinden. Zie art. 6:270 BW.
    Daarmee zou P het ertoe kunnen leiden dat hij wordt bevrijd van de contractuele
    verplichting tot betaling van € 150.000 en dat hij dus een vordering tot
    ongedaanmaking op W krijgt voor dit bedrag. P houdt dan de woning en hij moet dan proberen te bewerkstelligen dat W dit bedrag aan hem betaalt of hij moet verhaal zoeken op het vermogen van W. Hij loopt in elk geval een betalingsrisico van € 150.000.

N.B. Art. 3:53 lid 2 BW is niet van toepassing. Niet gezegd kan worden dat de gevolgen van de rechtshandeling bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt. W zit in financiële problemen. En dat is iets anders.

N.B. Een beroep op vernietiging en het leggen van beslag om verhaal van de vordering
van € 450.000 veilig te stellen levert geen punten op omdat P dan het volle
betalingsrisico loopt, nu W in financiële problemen zit. Beslag schept immers geen voorrang. Bovendien vervalt beslag in geval van faillissement van W.

N.B. Art. 3:54 BW kan niet worden ingeroepen, omdat die bepaling enkele ziet op misbruik van omstandigheden in de zin van art. 3:44 lid 4 BW.

26
Q

OPEN VRAAG

Pieters is professioneel belegger en handelaar in vastgoed. Hij belegt en handelt
voornamelijk in woningen. Willemsen is een kennis van Pieters en heeft een fraaie
woning in eigendom die hij goed verhuurt. Omdat Willemsen een ander pand wil
aankopen om daar appartementen in te maken, biedt hij de verhuurde woning aan
Pieters te koop aan. Pieters bekijkt de woning en de huurcontracten en gaat op het
voorstel in. Hij betaalt €430.000 voor de verhuurde woning. Na een half jaar blijkt dat
de huurders niet erg solvabel zijn en dat Willemsen al eerder aanmerkelijke problemen
had ondervonden bij het innen van de huur. Als Pieters dit had geweten, had hij
€150.000 minder voor de woning geboden.
Pieters wil van de koop af of ten minste de ‘te veel betaalde’ €150.000 terug. Inmiddels
gaat het financieel niet echt goed met Willemsen, nu de ontwikkeling van de
appartementen tegenvalt door kostbare aanvullende milieu- en
brandveiligheidsvoorschriften.

Stel, dat er onvoldoende feiten zijn om een beroep op dwaling mogelijk te maken. Pietersen wil de eigendom van de woning behouden en wenst slechts vergoeding van de geleden schade in de vorm van de te hoge koopprijs. Hij vindt dat hij niet heeft gekregen wat hij op grond van de verstrekte informatie mocht verwachten.

Stel het volledige petitum van de dagvaarding tegen Willemsen op, dat wil zeggen zowel hoofdvordering(en) als nevenvordering(en).

A

MITSDIEN
Het de rechtbank, sector civiel, behage bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij
voorraad:
(2 punten voor goede vorm)

1: de overeenkomst tot stand gekomen tussen partijen gedeeltelijk te ontbinden (art.
6: 265 BW) /

1: te verklaren voor recht dat gedaagde gehouden is tot schadevergoeding op grond
van art. 6:74 BW (2 punten voor grondslag)

2: gedaagde te veroordelen eiser te betalen een bedrag van €150.000 te
vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf [datum
ontbinding/nakoming], althans vanaf de datum van de onderhavige dagvaarding tot de
dag der algehele voldoening
(2 punten voor schadevordering, 2 punten voor vordering rente)

3: gedaagde te veroordelen in de kosten van de procedure /

3: gedaagde te veroordelen tot betalen aan eiser van de proces- en nakosten van dit
geding
(2 punten)

[2 punten voor vorm; 4 punten voor hoofdvordering (grondslag en schadevergoeding);
4 punten voor nevenvorderingen wett. rente en proceskosten (elk 2 punten)]

27
Q

OPEN VRAAG

Willemsen is een kennis van Pieters en heeft een fraaie
woning in eigendom die hij goed verhuurt. Omdat Willemsen een ander pand wil
aankopen om daar appartementen in te maken, biedt hij de verhuurde woning aan
Pieters te koop aan. Pieters bekijkt de woning en de huurcontracten en gaat op het voorstel in. Hij betaalt €430.000 voor de verhuurde woning.

Stel dat bij het passeren van de notariële leveringsakte
door de notaris een vormfout wordt gemaakt, waarvan vaststaat dat die meebrengt dat de akte nietig is. De akte is overigens wel in de openbare registers ingeschreven.
Enige tijd na het verlijden van de akte en de inschrijving daarvan wordt Willemsen failliet
verklaard. De curator in het faillissement ontdekt echter dat door de fout de levering
formeel niet heeft plaatsgevonden Hij spreekt Pieters daarop aan en wijst hem erop
dat overdracht van eigendom nooit heeft plaatsgevonden. De curator verlangt
ontruiming van de onroerende zaak die volgens hem als uitwinbaar actief in de boedel
valt. Pietersen wil niet het financiële gelag betalen en meldt zich bij u.
Ervan uitgaande dat de eigendomsoverdracht inderdaad niet heeft plaatsgevonden,
geef aan wat Pietersen ten opzichte van de curator moet doen.

A

Door een fout van de notaris is de notariële akte van levering nietig. De overdracht van W aan P heeft dan niet plaatsgevonden (art. 3:84 jo 89 BW). W is eigenaar gebleven en gaat failliet. De woning valt dan in de boedel. De curator kan de woning revindiceren. 2 punten

  • P heeft de koopprijs verschuldigd betaald. Van onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW) is geen sprake. Wel kan P zich op het standpunt stellen dat W jegens hem wanprestatie heeft gepleegd. P kan de overeenkomst ontbinden en ongedaanmaking van de betaling vorderen (art. 6:271 BW). Die vordering is echter een concurrente vordering (art. 37a Faillissementswet (Fw) die in beginsel bij de curator ter verificatie moet worden ingediend. 2 punten
  • P heeft de woning nog in zijn macht. Hij kan zich daarom beroepen op zijn
    retentierecht (art. 3:290 e.v. jo 6:52 e.v. BW). Dit retentierecht geldt ook in
    faillissement van W. Zie art 60 Fw. P kan afgifte van de woning aan de curator
    opschorten totdat de curator zijn vordering betaalt. Indien de curator niet betaalt, kan P zijn vordering tot ongedaanmaking van de betaling van de koopprijs verhalen op de woning met voorrang boven allen tegen wie het retentierecht kan worden ingeroepen
    (art. 3:292 jo 291 BW). Dit geeft P een sterke positie. Maar de curator kan de woning toch opeisen, maar P behoudt daarop zijn voorrang. Maximaal 6 punten
28
Q

OPEN VRAAG

Willemsen wil appartementen verbouwen. Op 5 april 2018 wordt om 10:13 uur
ten behoeve van de geldverstrekker, de Belgische Bank, een hypotheekakte verleden.
Door een storing in het computersysteem van de notaris wordt de akte pas
ingeschreven op 5 april om 16:49 uur. Op 5 april laat Pieters echter conservatoir beslag
op de onroerende zaak leggen. Het beslag wordt ingeschreven in de openbare
registers om 15:43 uur. Op 6 april 2018 gaat Willemsen over tot splitsing van het pand
in appartementsrechten en vervreemdt hij reeds een appartementsrecht aan het
jonge echtpaar Houweling. Hij maakt hiervoor gebruik van de diensten van een
bevriende notaris, die verzuimt een deugdelijke titelrecherche uit te voeren.

Geef aan of Pieters zijn beslag kan tegenwerpen aan Belgische Bank. Vermeld de relevante wetsartikelen.

A

Het conservatoire beslag op onroerende zaken is geregeld in art. 725-727 Rv (2
punten).

Art. 726 Rv verklaart de bepalingen van het executoriale beslag van overeenkomstige
toepassing (2 punten).
De blokkerende werking van art. 505 lid 2 Rv stelt als hoofdregel dat het beslag kan
worden tegengeworpen aan de hypotheekhouder, Belgische Bank (3 punten).

De uitzondering van art. 505 lid 3 Rv doet zich hier voor. De hypotheekakte is op de
dag van de inschrijving van het beslag verleden op een tijdstip dat ligt voor het tijdstip waarop het beslag in de openbare registers is ingeschreven. Hierdoor is het beslag niet
tegenwerpbaar aan Belgische Bank (3 punten).

[puntverdeling voor kandidaten: 4 punten voor wijze van beslag; 4 punten voor positie
BB, 2 punten voor conclusies]

29
Q

OPEN VRAAG

De familie Moors is op vakantie op familievakantiepark Nooitgerust. De mooiste
attractie voor de kinderen is een grote kartbaan. De elfjarige zoon van het gezin, Karel, verlaat echter met de kart de baan en rijdt door het park. Tijdens zijn ongeoorloofde avontuur rijdt hij Truus Adams aan. Dit leidt tot een gecompliceerde breuk in de enkel
van Truus en betekent het voortijdige einde van de vakantie voor haar en haar familie.

Adams moet voor de verzorging een eigen risico van haar zorgverzekering betalen van €500. Daarnaast moet Adams zo’n drie maanden in het gips: een vlucht naar Canada, waar zij en haar man hun geëmigreerde zoon zouden gaan bezoeken, moet worden
omgeboekt van ‘Economy class’ naar de veel duurdere ‘Business class’ voor de
noodzakelijke beenruimte. Tot slot staat haar gezin er op dat later dat jaar, voor de
afgebroken vakantie, alsnog een vergelijkbare vakantie wordt genoten. De kosten
daarvan bedragen €1.000.
Beargumenteer of Karel dan wel zijn ouders gehouden zijn alle door Adams gestelde
onderdelen van de schade te vergoeden. Vermeld hierbij relevante wetsartikelen.

A

Vooropgesteld dient te worden dat Karel elf jaar oud is, wat toerekening van een
onrechtmatige daad aan hem belet. Karel is daarom zelf niet aansprakelijk o.g.v. O.D., hoewel in beginsel aan de (overige) eisen voor aansprakelijkheid is voldaan (6:162 en
6:164).

Ex art. 6:169 BW zijn de ouders wel aansprakelijk zijn voor de door Karel door
onrechtmatig handelen aan een derde toegebrachte schade. Er is sprake is van een risicoaansprakelijkheid (3 punten).

Ex art. 6:95 e.v. BW zijn vader en moeder Moors gehouden tot vergoeding van de door Adams geleden schade. Feitelijk is sprake van vermogensschade.

Wel dient daarbij art. 6:98 BW te worden betrokken, aldus of de schade in een zodanig verband staat met de
schadeveroorzakende gebeurtenis, dat zij aan de schuldenaar redelijkerwijs, mede
gezien de aard van de aansprakelijkheid en van de schade, als een gevolg van deze
gebeurtenis kan worden toegerekend (3 punten).

De door Adams te betalen eigen bijdrage komt, als vermogensschade, voor
vergoeding in aanmerking. Het causaal verband lijkt in casu een gegeven.

De ‘nieuwe’ vakantie, met name indien en voor zover ter vervanging van de afgebroken vakantie, lijkt eveneens voor vergoeding in aanmerking te komen. Ook hier heeft te gelden dat het causale verband aannemelijk lijkt (2 punten).

De ‘omboeking’ van ‘Economy class’ naar ‘Business class’ is lastiger: verdedigbaar is
dat het causaal verband hier ontbreekt, zeker voor zover het betreft de omboeking
van ‘Economy class’ naar ‘Business class’ voor de partner van Adams (2 punten).

[3 punten voor grondslag aansprakelijkheid; 3 punten voor toerekening naar
redelijkheid; 4 punten voor concrete uitwerking/beoordeling schadeposten]

NB: Het gaat hier met name om de vraag of stagiair zich realiseert dat het causale
verband hier roet in het eten zou kunnen gooien. Punten zijn daarom voor de structuur en consistentie van het antwoord, niet zozeer voor het uiteindelijke oordeel over de
vergoedbaarheid van de schadepost.

30
Q

OPEN VRAAG

De familie Moors is op vakantie op familievakantiepark Nooitgerust. De mooiste
attractie voor de kinderen is een grote kartbaan. De elfjarige zoon van het gezin, Karel, verlaat echter met de kart de baan en rijdt door het park. Tijdens zijn ongeoorloofde avontuur rijdt hij Truus Adams aan. Dit leidt tot een gecompliceerde breuk in de enkel
van Truus en betekent het voortijdige einde van de vakantie voor haar en haar familie.

Adams moet voor de verzorging een eigen risico van haar zorgverzekering betalen van €500. Daarnaast moet Adams zo’n drie maanden in het gips: een vlucht naar Canada, waar zij en haar man hun geëmigreerde zoon zouden gaan bezoeken, moet worden omgeboekt van ‘Economy class’ naar de veel duurdere ‘Business class’ voor de noodzakelijke beenruimte. Tot slot staat haar gezin er op dat later dat jaar, voor de
afgebroken vakantie, alsnog een vergelijkbare vakantie wordt genoten. De kosten daarvan bedragen €1.000.

De vordering van Adams wordt in eerste aanleg volledig toegewezen. Het echtpaar
Moors kan zich daarmee geenszins verenigen, omdat het echtpaar van oordeel is dat
het vakantiepark aansprakelijk is voor de door Adams geleden schade. Het echtpaar
Moors gaat daarom in hoger beroep en neemt direct bij de hoger beroep dagvaarding
de grieven. Adams neemt bij eerste gelegenheid direct de memorie van antwoord.
Kort daarop bedenkt Adams zich dat zij, naast de reeds door de rechtbank
toegewezen posten, feitelijk nog meer schade heeft geleden: door de gebroken enkel moesten de artsen indertijd haar peperdure spijkerbroek van het merk
Dolce&Gabbana ad €400 kapot knippen. Deze schade wenst zij ook vergoed te zien.
Haar advocaat neemt daartoe omgaand een nadere akte, waarbij de eis aldus wordt vermeerderd met genoemd bedrag.

Geef aan of deze akte door het hof zal worden geaccepteerd en vermeld daarbij de relevante wetsartikelen.

A

Art. 130 Rv bepaalt dat de eiser in eerste aanleg bevoegd is zijn eis of de gronden
daarvan te veranderen of te vermeerderen. Op grond van art. 353 Rv gelden de
bepalingen voor eerste aanleg ook in hoger beroep, voor zover uit de titel van hoger beroep of een andere wettelijke regeling niet anders voortvloeit. In hoger beroep geldt de twee-conclusie-regel op grond waarvan beide partijen één gelegenheid krijgen om hun grieven tegen het vonnis in eerste aanleg aan te voeren en hun eigen omissies in eerste aanleg te herstellen.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de
twee-conclusie-regel meebrengt dat de aan de oorspronkelijke eiser toekomende
bevoegdheid tot verandering en vermeerdering van eis in hoger beroep beperkt is in die zin dat hij zijn eis slechts kan veranderen/vermeerderen niet later dan in zijn memorie van grieven of van antwoord. 4 punten

  • Op deze in beginsel strakke regel kunnen onder omstandigheden drie
    uitzonderingen worden aanvaard. Deze uitzonderingen zijn als volgt:

a. De wederpartij heeft ondubbelzinnig erin toegestemd dat de nieuwe grief alsnog in
de rechtsstrijd in hoger beroep wordt betrokken of dat de eisverandering of -
vermeerdering plaatsvindt.

b. De aard van het geschil brengt mee dat in een later stadium nog een grief kan
worden aangevoerd of zodanige verandering of vermeerdering van eis kan
plaatsvinden.

c. Met de eiswijziging/vermeerdering wordt aanpassing beoogd aan eerst na dat
tijdstip voorgevallen of gebleken feiten en omstandigheden en de nieuwe grief of de
eisverandering of -vermeerdering ertoe strekt te voorkomen dat het geschil aan de
hand van inmiddels achterhaalde of onjuist gebleken (juridische of feitelijke) gegevens
zou moeten worden beslist, of dat - indien dan nog mogelijk - een nieuwe procedure
zou moeten worden aangespannen om het geschil alsnog aan de hand van de juiste
en volledige gegevens te kunnen doen beslissen; onverkort blijft dan gelden dat
toelating van de nieuwe grief of de eisverandering of -vermeerdering niet in strijd mag komen met de eisen van een goede procesorde.

Geen van de genoemde uitzonderingen gelden in het onderhavige geval, zodat de
nieuwe vordering van Adams niet zal worden toegelaten.

31
Q

OPEN VRAAG

Gerrit Schukkink koopt op 1 januari 2014 een nieuwe keuken bij Peters BV voor
€20.000. De nieuwe keuken bevat vier inbouwapparaten van het merk Miele. Bij
aflevering van de keuken blijkt de combinatieoven niet naar behoren te functioneren. Ook vertoont één keukenkastje verkleuring. Schukkink is niet tevreden en klaagt bij Peters. Deze reageert niet op de klachten van Schukkink. Schukkink heeft 5% van de
koopprijs nog niet betaald.

Schukkink heeft Peters in gebreke gesteld, maar Peters weigert na te komen.
Schukkink komt voor advies bij u.

Noem vier remedies die Schukkink ten dienste staan en beargumenteer welke twee remedies in casu het meest geschikt zijn en welke remedie het minst geschikt is.

Let op: ingeval u meer dan vier remedies noemt, worden alleen de eerste vier gegeven
remedies nagekeken.

A

Het gaat in deze kwestie om een gemengde overeenkomst in de zin van art. 6:215 BW:
koop van de keuken en aanneming van werk vanwege de plaatsing ervan.
Verdedigbaar is dat de koop een consumentenkoop is in de art. 7:5 BW. Zie bijv. Hof
Leeuwarden 21 februari 2012, NJF 2012/213. Op grond van art. 7:5 lid 4 BW gelden
dan de regels van consumentenkoop boven die van aanneming van werk. Het
oplossen van de casus volgens de algemene regels van het verbintenissenrecht wordt
ook goed bevonden.
Verdedigbaar zijn de volgende vier remedies.
1. Opschorten van betaling van het restant van de koopprijs van 5%: art. 6:262/263 jo
52 e.v. BW.
2. Nakoming vorderen met dwangsom: art. 7:21 lid 1 BW resp. 3:296 BW jo art. 611a
Rv.
3. Geheel of gedeeltelijk ontbinden van de koop-/aannemingsovereenkomst of
vermindering van de koopprijs: art. 7:22 BW resp. 6:265 en 270 BW.
4. Vervangende schadevergoeding vorderen wegens wanprestatie: art. 7:24 BW resp.
6:74 jo 87 BW.
Voor elke remedie 1 punt. In totaal dus maximaal 4 punten

De twee geschiktste opties zijn de volgende.

I. Opschorten van betaling en gedeeltelijk ontbinden van de overeenkomst. Dit kan bij
een buitengerechtelijke verklaring (art. 6:267 BW). S hoeft hiervoor dis niet naar de
rechter. De opschorting zorgt ervoor dat S bevoegd niet betaalt. Hij pleegt dan dus
geen wanprestatie. Vervolgens kan hij ontbinden (en een eventuele procedure
daarover voeren). S wordt bij ontbinding bevrijdt van zijn verplichting tot betaling van
een bedrag ter waarde van de combi-oven en het keukenkastje. Dit kan gelijk zijn aan
de 5% restant koopsom. S kan bij een andere leverancier/aannemer beide onderdelen
bestellen en deze laten plaatsen. S lijdt dan geen schade. Als de combi-oven en het
keukenkastje en plaatsing ervan meer kosten dan 5%, heeft S een vordering op P met
bijbehorend betalingsrisico. Wil hij die incasseren, zal hij zeer waarschijnlijk een
procedure tegen P moeten starten.

of

II. Opschorten en vervangende schadevergoeding vorderen. S kan dit
buitengerechtelijk doen. Hij kan de vervangende schadevergoeding verrekenen met het openstaande restant van 5%, waarvan S de betaling heeft opgeschort. Als de combi-oven en het keukenkastje en plaatsing ervan meer kosten dan 5%, heeft S een vordering op P met bijbehorend betalingsrisico. Wil hij die incasseren, zal hij zeer waarschijnlijk een procedure tegen P moeten starten.
Voor elk van beide geschikte remedies 2 punten, dus maximaal 4 punten. Let erop, er
wordt maar een maal 4 punten gegeven, hetzij voor I. hetzij voor II.

De minst geschikte opties zijn algehele ontbinding, omdat de keuken er dan helemaal uit moet en S weer helemaal opnieuw moet beginnen. Hij moet ook maar zien dat hij zijn geld van P terugkrijgt (95% van de koop-/aanneemsom). Dat kan een behoorlijk betalingsrisico zijn. Ook nakoming vorderen is niet geschikt omdat P al tevergeefs tot nakoming is aangesproken. S moet dan zeker een procedure tegen P starten. Dat kost tijd en geld. 2 punten.

32
Q

OPEN VRAAG

Gerrit Schukkink koopt op 1 januari 2014 een nieuwe keuken bij Peters bv voor
€20.000. De nieuwe keuken bevat vier inbouwapparaten van het merk Miele. Bij
aflevering van de keuken blijkt de combinatieoven niet naar behoren te functioneren.
Ook vertoont één keukenkastje verkleuring. Schukkink is niet tevreden en klaagt bij Peters. Deze reageert niet op de klachten van Schukkink. Schukkink heeft 5% van de koopprijs nog niet betaald.

De woning van Schukkink bevindt zich samen met een andere woning in een oude boerderij. De voorzijde van de boerderij is eigendom van Schukkink. In de
achterwoning woont de familie Donkers. Stel, anders dan hiervoor, dat Peters de
keuken per abuis inbouwt in de woning van de familie Donkers. Donkers had de woning net gekocht en was nog op zoek naar een keuken.

Stel dat vast komt te staan dat het een vergissing van Peters BV was. Beargumenteer of de familie Donkers door Peters met succes kan worden aangesproken tot betaling van de keuken en zo ja, op welke grond. Vermeld eventuele relevante wetsartikelen..

A

Er bestaat geen overeenkomst tussen partijen dus er kan geen betaling worden
gevorderd op grond van een overeenkomst. Mogelijk kan de familie Donkers worden
aangesproken op grond van ongerechtvaardigde verrijking, art. 6:212 BW. (4 punten)

De familie Donkers heeft zonder enige tegenprestatie geprofiteerd van de inbouw van
een nieuwe keuken. Peters is verarmd tot het bedrag van zijn onbetaald gebleven
vordering. ( 3 punten). Donkers is ten koste van Peters ongerechtvaardigd verrijkt en
omdat hij ook een nieuwe keuken wilde, is het niet onredelijk hem hiervoor in ieder
geval een deel van de afgesproken som te laten betalen (rekening houdend met
smaak en waardeverhogende werking van een nieuwe keuken in de woning).
(3 punten)