1C2 week 8 HC 2 & 3 Behandeling diabetes Flashcards

1
Q

Wat zijn de doelen van diabetes behandeling?

A
  • Normaliseren bloedsuikerspiegel en behandelen symptomen
  • Voorkomen chronische complicaties
  • Voorkomen hypo- en hyperglycemieën
  • Optimaliseren quality of life
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke mogelijkheden zijn er voor diabetes behandeling?

A

Dieet, lichamelijke activiteit, tabletten en injecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk dieet is goed bij diabetes?

A

Zoals de gehele populatie:

  • Weinig suiker
  • Langzaam resorbeerbare koolhydraten (lage GI)
  • Veel voedingsvezels
  • Weinig (verzadigd) vet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk type diabetes is het best met dieet en beweging te controleren?

A

Type 2: hogere insuline gevoeligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke medicatie is er voor de behandeling van diabetes?

A
  • Metformin
  • Sulfonylureas
  • GLP-1 agonist
  • Insuline injectie
  • DPP-4 remmers
  • SGLT2 remmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van metformin?

A
  • Remt glucose productie vd lever
  • Alleen bij type 2
  • Bijwerking: lactaat acidose en diarree
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van sulfonylureas?

A
  • Stimuleren pancreas tot insuline productie door depolarisatie van B-cellen
  • Alleen bij type 2
  • Bijwerking: hypoglycemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doen DPP-4 remmers?

A

Zorgen dat GLP-1 langer actief is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van SGLT2 remmers?

A
  • Stimuleren glucose verlies in urine
  • Bij type 2
  • Bijwerking: UWI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van insuline injecties?

A
  • Remt glucose productie lever en stimuleert glucose opname
  • Subcutaan: kortwerkend in buik, langwerkend in been
  • Hexameer -> dimeer -> monomeer -> bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer wordt insuline sneller opgenomen?

A

In de buik, in een warme omgeving en intramusculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een mogelijk gevolg van vaak op dezelfde plek insuline spuiten?

A

Lipohypertrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe groot is de dag tot dag variatie in insuline gevoeligheid?

A

25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe snel werkt insuline?

A
  • Start na 30 min
  • Piek na 2-4 uur
  • Weg na 5-8 uur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer geef je welk soort insuline?

A
  • Bolus injectie voor maaltijd: kortwerkend (lispro, aspart, glulisine)
  • Basaal insuline: langwerkend (NPH, insuline glargine, insuline detemir)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke medicatie kan het best gegeven worden bij hartproblemen?

A

GLP-1 agonist of SGLT2 remmer

17
Q

Welke medicatie kan het best gegeven worden bij hartproblemen?

A

GLP-1 agonist of SGLT2 remmer

18
Q

Met welk medicijn wordt de behandeling vaak gestart?

A

Metformin

19
Q

Wat zijn incretinen?

A

Factoren die worden afgegeven door de darm na ingestie, die insuline respons van de B-cellen van de pancreas stimuleren

20
Q

Welke incretinen zijn er?

A

Glucagon like peptide 1 (GLP-1) en glucose dependent insulinotropie peptide (GIP)

21
Q

Waar worden de verschillende incretinen afgegeven?

A
  • GLP-1: door L cellen in terminale ileum en caecum

- GIP: door K cellen in proximale darm/jejunum

22
Q

Hoe snel werkt DPP-4?

A

50 % GLP-1 afbraak in 1 min, 50% GIP afbraak in 7 min

23
Q

Wat doet GLP-1?

A
  • Stimuleert insuline afgifte en gevoeligheid
  • Remt glucagon secretie en maaglediging
  • Verminderd voedselinname
  • Remt apoptose eilandjes van Langerhands
  • Verminderd gewicht (zolang medicatie wordt gebruikt)
24
Q

Wat zijn de incretine waarden bij T2DM?

A

GIP normaal, GLP-1 verlaagd

25
Q

Wat zijn nadelen van GLP-1?

A
  • Eiwit, dus denaturatie

- Korte halfwaardetijd

26
Q

Wat is exenatide?

A

Een GLP-1 analoog

  • Halfwaardetijd 10 uur
  • 1x per week spuiten
  • Komt uit glia monster
27
Q

Wat zijn bijwerkingen van GLP-1?

A

Overgeven, misselijkheid, diarree, buikpijn