16. Treatment of psychological disorders (STUVIA) Flashcards

1
Q

Wat doen we met mensen met ernstige psychische stoornissen? Een korte historie

A

Mensen met een ernstige psychische stoornis werden vroeger gezien als bondgenoten van de duivel.
Van de 18e
tot in de 20e
eeuw werden mentaal ernstig zieke mensen opgenomen in het ziekenhuis,
vaak onder inadequate omstandigheden.
Deïnstitutionalisatie: Het doorbreken van het traditionele model van geestelijke gezondheidszorg.
In plaats van het isoleren van patiënten door hen op te sluiten in grote
institutionele gebouwen is het de bedoeling dat ze zoveel mogelijk deel uit
blijven maken van de gemeenschap terwijl ze behandeld worden.
Deïnstitutionalisatie begon in Amerika in de jaren 50 door de grote
mislukking van grote mentale instituten en het schijnbare succes van
antipsychotische medicijnen. Ook werden er in die tijd meer psychologen
getraind om WO2 veteranen met hun mentale problemen te helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een positieve ontwikkeling: Assertive Community Treatment

A

ACT programma’s: Deze programma’s zijn erop gericht om mentaal ernstig zieke mensen te
helpen terwijl ze onderdeel uitmaken van de maatschappij en bieden
uitgebreide, goed geïntegreerde multidisciplinaire zorg. Elke patiënt krijgt
een multidisciplinair team toegewezen dat altijd bereikbaar is in geval van nood. De patiënten krijgen regelmatig bezoek om te kijken welke zorg er
nodig is. Door deze programma’s is er minder noodzaak om de patiënten op
te nemen in het ziekenhuis en leiden ze een tevredener leven. Het zijn dure
programma’s, maar op de lange termijn zijn ze goedkoper doordat ze
ziekenhuisopnames voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De belangrijkste categorieën van professionals in de mentale gezondheidszorg

A
  • Psychiaters (mogen als enigen medicijnen voorschrijven)
  • Klinische psychologen
  • Counseling psychologen
  • Counselors mentale gezondheid
  • Psychiatrische maatschappelijk werkers
  • Psychiatrische verpleegkundigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar gaan mensen met veel voorkomende psychische stoornissen naartoe voor behandeling

A

Een enquete onder mensen met een psychische stoornis in de V.S. wees uit dat 22% van die
mensen het afgelopen jaar hulp kreeg van een professional in de mentale gezondheidszorg, 59%
werd niet behandeld en de meeste anderen zagen kort een medische dokter of verpleegster.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Biologische behandelingen

A

Mensen met een psychische stoornis kunnen psychotherapie of een biologische behandeling krijgen,
of een combinatie van beiden. Biologische behandelingen proberen de stoornis te verlichten door
het direct veranderen van lichaamsprocessen.

Drie types biologische behandelingen van meest naar minst gebruikt:
1. Medicijnen
2. Elektroconvulsieve schoktherapie
3. Psychochirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Medicijnen (farmacotherapie)

A
  1. Antipsychotische
  2. Medicijnen tegen angst
  3. Antidepressiva
  4. Placebo effecten
  5. Andere biologische behandelingen
  6. Elektroconvulsieve therapie
  7. Psychochirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Antipsychotische medicijnen

A

Antipsychotische medicijnen worden gebruikt om schizofrenie en andere stoornissen met
psychotische symptomen (wanen en hallucinaties) te behandelen. De medicijnen behandelen de
psychotische symptomen, maar genezen mensen niet. Thorazine was het eerste antipsychotische
medicijn.

Er zijn twee soorten antipsychotische medicijnen:
1. Typische medicijnen
Werden het eerst ontwikkeld, waarvan haloperidol het meest gebruikt wordt.
2. Atypische medicijnen
Werden later ontwikkeld, o.a. olanzapine en risperidone.

Beide medicijnen verlagen de effectiviteit van de neurotransmitter dopamine en de atypische
medicijnen beïnvloeden ook receptoren voor andere neurotransmitters, zoals serotonine.
Er is op dit moment geen bewijs dat de atypische medicijnen beter zijn dan de goedkopere typische
medicijnen. De medicijnen hebben vervelende en schadelijke bijwerkingen.
Tardieve dyskinesie: Een ernstige en vaak onomkeerbare motorische verstoring, die kan ontstaan
na het jarenlang innemen van antipsychotische medicijnen. Dit uit zich in
onvrijwillige trekkende bewegingen van de tong, in het gezicht en soms in
andere spieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Medicijnen tegen angst

A

Medicijnen tegen angst, in een chemische klasse genaamd benzodiazepines (o.a. Librium, Valium en
Xanax), worden voornamelijk gebruikt bij gegeneraliseerde angststoornis en paniekstoornis. De
medicijnen hebben een kalmerende werking, omdat ze de activiteit van de neurotransmitter GABA
verhogen. Omdat GABA de belangrijkste inhiberende neurotransmitter in de hersenen is worden
neuronen overal in de hersenen minder exciterend. De medicijnen zijn echter verslavend, hebben
mogelijk schadelijke bijwerkingen en onprettige ontwenningsverschijnselen. Ook wordt er getwijfeld
aan de effectiviteit van de medicijnen. Vanwege de nauwe relatie tussen angst en depressie kunnen
angststoornissen mogelijk effectiever worden behandeld met antidepressiva.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Antidepressiva

A

Twee soorten antidepressiva:
1. Tricyclische antidepressiva
- De meest gebruikte antidepressiva vanaf de jaren 60 tot halverwege de jaren 80.
- Bijvoorbeeld imipramine (verkoopnaam Tofranil) en amitriptyline (Elavil).
- Blokkeren de normale heropname van serotonine en noradrenaline in het presynaptische
neuron nadat de moleculen zijn afgegeven aan de synaps, dit verlengt de actie van de
neurotransmitter moleculen in het postsynaptische neuron (figuur 16.1 blz. 631).

  1. Selective serotonin reuptake inhibitors (SSRI’s)
    - De meest gebruikte antidepressiva sinds halverwege de jaren 80.
    - Bijvoorbeeld fluoxetine (Prozac), citalopram (Celexa) en sertraline (Zoloft).
    - Blokkeren de heropname van serotonine in het presynaptische neuron, maar niet de
    heropname van andere monoamine neurotransmitters.
    - SSRI’s zijn net zo effectief als tricyclische antidepressiva, maar hebben mildere bijwerkingen.
    - SSRI’s worden ook gebruikt om angststoornissen te behandelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Placebo effecten

A

Als medicijnen worden getest op effectiviteit bij het behandelen van stoornissen wordt er getest
onder drie omstandigheden:
1. Geen behandeling
2. Placebo
3. Medicijnen
Zulke onderzoeken laten drie categorieën effecten zien:
1. Spontane remissie effect
Elke verbetering bij degenen, die geen behandeling krijgen.
Ongeveer 25% van de verbeteringen is het gevolg van spontane remissie.
2. Placebo effect
Elke verbetering bij degenen, die de placebo krijgen, en die verder gaat dan de verbetering
van degenen, die geen behandeling krijgen.
Ongeveer 50% van de verbeteringen is het gevolg van het placebo effect.
3. Medicijnen effect
Elke verbetering bij degenen, die medicijnen krijgen, en die verder gaat dan de verbetering
van degenen, die de placebo krijgen.
Ongeveer 25% van de verbeteringen is het gevolg van chemische effecten van de medicijnen
Hoop, door het gevoel van behandeld te worden, is waarschijnlijk het belangrijkste ingrediënt in elke
behandeling van depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Andere biologische behandelingen

A

Het verhoogde gebruik van medicijnen en het feit dat psychotherapie beter begrepen en
geaccepteerd wordt hebben ertoe geleid dat andere biologische behandelingen bijna niet meer
worden gebruikt. Elektroconvulsieve therapie en psychochirurgie (zelden) worden nog wel gebruikt
en onderzoekers zijn de methoden diepe hersenstimulatie en transcraniele magnetische stimulatie
aan het verkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Elektroconvulsieve therapie

A

Elektroconvulsieve therapie: Deze methode wordt gebruikt bij ernstige depressie als medicijnen en
psychotherapie niet helpen. Tijdens ECT gaat er elektrische stroom door de
schedel naar de hersenen, dit wekt toevallen (abnormale ontlading van
neuronen) op. Bij ongeveer 50-80% van de mensen met ernstige depressie
treedt remissie op na de behandeling. Het is niet helemaal duidelijk wat de
remissie veroorzaakt, maar het zou kunnen komen door:
 Het vrijkomen van alle soorten neurotransmitters gevolgd door langdurige
veranderingen in neurotransmitter productie en gevoeligheid van
postsynaptische receptoren.
 De schokken stimuleren groei van nieuwe neuronen in de hersenen.
De meest frequente bijwerking van ECT is geheugen verlies, zowel retrograde
amnesia (niet kunnen herinneren van gebeurtenissen vlak voor de
behandeling) als anterograde amnesia (niet kunnen vormen van nieuwe
herinneringen na de behandeling). Dit geheugenverlies neemt enkele
maanden na de behandeling weer af en kan worden beperkt als alleen de
rechter hemisfeer behandeld wordt. De behandeling is verder relatief veilig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Psychochirurgie, diepe hersenstimulatie en transcraniele magnetische stimulatie

A

Psychochirurgie: Het chirurgisch snijden in de hersenen of het veroorzaken van
beschadigingen om een psychische stoornis te verlichten.
Prefrontale lobotomie: Een vroeger veel voorkomende operatie waarbij de voorste delen van de
frontale kwabben chirurgisch worden gescheiden van de rest van de
hersenen. Omdat de prefrontale kwabben een cruciaal deel zijn van het
hersencircuit voor uitvoerende functies maakt een lobotomie mensen op een andere manier dan door hun stoornis onbekwaam; ze zijn niet meer in staat
om te plannen en daarnaar te handelen en hebben constante zorg nodig.
Vandaag de dag wordt psychochirurgie gebruikt om kleine gerichte beschadigingen te maken in het
cingulum of een van de neurale paden naar de basale ganglia bij mensen met een obsessievecompulsieve stoornis. Obsessieve-compulsieve stoornissen worden geassocieerd met abnormale
activiteit in het neurale circuit dat betrokken is bij het omzetten van bewuste gedachten naar acties.
Bij ongeveer 50% van de mensen zorgt de behandeling ervoor dat de obsessieve-compulsieve
symptomen verminderen of verdwijnen, maar het kan ook schadelijke bijwerkingen hebben.
Diepe hersenstimulatie: Gebruikt elektrische stroom om activiteit in de hersenen te verstoren i.p.v.
weefsel te vernietigen. Dit gebeurt d.m.v. een zeer dunne geïmplanteerde
elektrode, die permanent in de hersenen blijft zitten. De techniek wordt o.a.
gebruikt bij onbehandelbare gevallen van obsessieve-compulsieve
stoornissen. Het is een alternatief voor psychochirurgie, omdat de effecten
vergelijkbaar zijn en de behandeling minder bijwerkingen heeft.
TMS: Stuurt een puls elektrische stroom door een spoel, die vlak boven iemand’s
hoofd gehouden wordt. Dit veroorzaakt elektrische stroom in neuronen
direct onder de spoel. Als er gefocust wordt op de prefrontale cortex kan een
verandering in de activiteit van neuronen depressie verminderen als de
behandeling dagelijks wordt herhaald gedurende 2-4 weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Psychotherapie

A

Een op theorie gebaseerde systematische procedure uitgevoerd door een
getrainde therapeut om mensen te helpen met het overwinnen van of het
omgaan met hun mentale problemen op een psychologische manier i.p.v. op
een fysiologische manier. Psychotherapie heeft als doel het verbeteren van
stemmingen, denken en gedrag d.m.v. praten, reflectie, leren en oefening. Er
zijn meer dan 400 soorten psychotherapie (figuur 16.2 blz. 636).
Eclectisch / integratief: Psychotherapeuten, die zich niet identificeren met een bepaalde school van
gedachten, maar die methoden van verschillende scholen gebruiken.
1. Psychodynamische benadering
2. Humanistische benadering
3. Gedragsmatige benadering
4. Cognitieve benadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Psychoanalyse vs psychodynamische therapie:

A
  • Psychoanalyse
    Freud gebruikte de term voor zijn persoonlijkheidstheorie en voor zijn therapiemethoden. Nu wordt de term gebruikt voor therapieën, die het dichtst bij de ideeën van Freud staan.
  • Psychodynamische therapie
    Psychoanalyse en andere therapieën, die losser zijn gebaseerd op Freud’s ideeën.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onbewuste conflicten vaak uit de kindertijd liggen ten grondslag aan psychische stoornissen

A

Het meest centrale idee van alle psychodynamische theorieën is dat mentale problemen het gevolg
zijn van onopgeloste mentale conflicten, die op zichzelf het gevolg zijn van het hebben van
tegenstrijdige motieven en opvattingen.
Psychodynamisch: De term refereert naar de krachtige en over het algemeen onbewuste
invloeden, die tegenstrijdige motieven en opvattingen kunnen hebben op
iemand’s bewuste emoties, gedachten en gedrag.
Volgens Freud ontstaan deze conflicten in de eerste 5 of 6 levensjaren en hebben ze vooral te maken
met seksuele en agressieve drives. De meeste psychodynamische therapeuten hebben echter de
opvatting dat de conflicten op ieder moment in iemand’s leven kunnen ontstaan en te maken
kunnen hebben met alle drives, die voor de persoon belangrijk zijn. Over het algemeen vinden
psychodynamische therapeuten dat hun aanpak sterk gelinkt is aan ontwikkelingspsychologie.

17
Q

Waarneembare spraak en gedrag geven aanwijzingen voor onbewuste conflicten

A

Volgens psychodynamische therapeuten zijn de DSM-5 symptomen van een stoornis slechts de
oppervlakkige manifestaties van een stoornis; de stoornis zelf ligt begraven in de persoon’s
onbewuste geest en moet eerst naar boven worden gehaald voordat er behandeld kan worden.
De psychodynamische therapeut moet het onbewuste conflict identificeren aan de hand van:
- Dromen
- Vrije associaties
- Fouten
- Slips of the tongue
Het doel is om de patiënt bewust te maken van zijn of haar tegenstrijdige opvattingen en wensen om
er vervolgens mee om te kunnen gaan.
Latente inhoud: De onderliggende onbewuste betekenis van een droom (Freud).
Manifeste inhoud: De bewust ervaren en herinnerde droom (Freud).
Freudiaanse symbolen: Freud zocht met name naar seksuele thema’s in dromen en vond dat
langwerpige voorwerpen het mannelijke geslachtsorgaan representeerden
en voorwerpen met openingen het vrouwelijke geslachtsorgaan.

18
Q

De rol van weerstand en overdracht in het therapeutische proces

A

Weerstand: Patiënten reageren vaak met weerstand als de therapeut de patiënt bewust
wil maken van onbewuste herinneringen of wensen. Weerstand geeft aan dat
de therapeut op het juiste spoor zit.

Overdracht: Het verschijnsel dat de patiënt onbewuste gevoelens over een belangrijk
persoon in zijn of haar leven bewust ervaart als gevoelens ten opzichte van
de therapeut. Dit helpt de patiënt om zich bewust te worden van deze sterke
emoties.

19
Q

De relatie tussen inzicht en genezen

A

Eenmaal bewust kan de patiënt tegenstrijdige opvattingen en wensen direct ervaren en ernaar
handelen of zijn onrealistische opvattingen en wensen aanpassen naar gezondere en gepastere
opvattingen en wensen. Tegelijkertijd zal de patiënt meer energie hebben voor andere activiteiten
door het verdwijnen van de afweermechanismen, die het onbewuste materiaal onderdrukten.

20
Q

De principes van humanistische therapie

A

De humanistische beweging ontstond halverwege de 20e
eeuw en kwam deels voort uit
existentialistische filosofie (het idee dat mensen hun eigen betekenis in het leven creëren). Bij
humanistische therapie ligt de controle bij de client i.p.v. bij de therapeut, zoals bij
psychodynamische therapie. Het doel van humanistische therapie is om mensen bewust te maken
van hun eigen verlangens en de controle over hun leven terug te nemen. Het accepteren van
eigen gevoelens en verlangens is een voorwaarde voor zelfactualisatie. Cliënten kunnen hun
gevoelens ontkennen en vervormen, omdat ze het gevoel hebben dat deze worden afgekeurd door
anderen, die ze waarderen.
Twee fundamentele ideeën m.b.t. humanistische therapie:
1. Mensen zijn in staat om adaptieve keuzes te maken als het gaat om hun gedrag, keuzes die
overleven en welzijn bevorderen
2. Om zich goed en gemotiveerd te voelen en vooruit te kunnen in het leven willen mensen
acceptatie en goedkeuring van anderen
Actualizing potential: Het innerlijke potentieel voor positieve groei.
Carl Rogers: De primaire grondlegger van humanistische psychotherapie. Rogers noemde
zijn therapeutische aanpak client-centered therapy, omdat er gefocust wordt
op de capaciteiten en inzichten van de client i.p.v. op die van de therapeut.
Person-centered therapy: Tegenwoordig noemen therapeuten Roger’s aanpak zo, vanwege de relatie
tussen twee unieke personen; de client en de therapeut.
De basisprincipes van person-centered therapy hebben te maken met de client-therapeut relatie:
1. De client de leiding laten nemen
2. Zorgvuldig en empatisch luisteren
3. Onvoorwaardelijke oprechte positieve waardering
Emotionally-focused therapy: Korte therapie (8-20 sessies) met elementen uit client-centered therapy, die
het belang van emoties benadrukt met name emoties m.b.t. hechting.

21
Q

Gedragstherapie

A

Gedragstherapie is gebaseerd op het onderzoek naar basis leerprocessen
door o.a. Pavlov, Watson en Skinner. Het doel van gedragstherapie is het
laten uitdoven van niet adaptieve reacties en het conditioneren van
gezondere reacties door blootstelling aan nieuwe omstandigheden.

22
Q

Contingency management

A

Alle therapieprogramma’s, die de relatie tussen acties en beloningen
wijzigen. De programma’s zijn gebaseerd op de principes van operante
conditionering. Ze veranderen gedrag door de relatie tussen gedrag en
beloningen te veranderen. Als dit plaatsvindt in een gezin wordt het parent
management training genoemd. Contingency management is ook het
belangrijkste hulpmiddel in applied behavior analysis (als gedragsanalyse
wordt toegepast om probleemgedrag te veranderen als onderdeel van een
leer- of behandelproces). Contingency management wordt ook met succes
gebruikt in drugsrehabilitatieprogramma’s.

23
Q

Exposure-therapie bij ongewenste angsten (systematische desensitisatie)

A

Angst is een reflexieve reactie, die door klassieke conditionering getriggerd kan worden door
verschillende niet gevaarlijke en gevaarlijke prikkels. De angst reflex (ongeconditioneerd en
geconditioneerd) neemt geleidelijk af en verdwijnt uiteindelijk als de triggerende prikkel vaak of
gedurende een langere periode verschijnt zonder dat de persoon iets overkomt.
Ongeconditioneerde prikkel vs geconditioneerde prikkel:
1. Ongeconditioneerde prikkel voor angst (ongeleerd)
Lokt de reactie uit ondanks dat de persoon geen eerdere ervaringen heeft met de prikkel.
Afname van de reactie wordt gewenning (habituation) genoemd.
2. Geconditioneerde prikkel voor angst (geleerd)
Lokt de reactie uit, omdat de prikkel eerder samenging met een angstige gebeurtenis.
Afname van de reactie wordt extinctie genoemd.
Exposure-therapie: Elke therapie voor een ongewenste angst of fobie waarbij de persoon wordt
blootgesteld aan de beangstigende prikkel met als doel gewenning of
extinctie. De therapie is gebaseerd op klassieke conditionering.
Cliënten kunnen op drie manieren worden blootgesteld aan beangstigende objecten of situaties:
1. Imaginal exposure
2. In vivo of real-life exposure
3. Virtual reality exposure

24
Q

De principes van cognitieve therapie

A

Cognitieve therapie: De therapie is gebaseerd op het idee dat psychologische nood wordt
veroorzaakt door niet adaptieve opvattingen en gedachten en pakt deze aan.
De twee bekendste pioniers van cognitieve therapie zijn Albert Ellis en Aaron Beck, die hun carrière
allebei begonnen in de jaren 50. Ellis noemde zijn cognitieve therapie rational-emotive therapy; hij
geloofde dat rationele gedachten de emoties van zijn cliënten konden verbeteren.
Cognitieve therapie is gebaseerd op drie algemene principes:
1. Identificeren en corrigeren van niet adaptieve opvattingen en denkgewoonten
Ellis gebruikte de ABC theorie van emoties (figuur 16.3 blz. 646):
A. Activerende gebeurtenis (belediging)
B. Getriggerde opvatting (iedereen moet mij aardig vinden) – therapie richt zich op B
C. Daaruit voortvloeiende emotie (ongelukkigheid)
2. Duidelijke doelen stellen en stappen om ze te bereiken
Cliënten krijgen vaak huiswerk om zich bewust te worden van hun automatische negatieve
gedachten en deze te corrigeren. Zo meet de therapeut de voortgang (figuur 16.4 blz. 647).
3. De rol van de therapeut verandert van die van leraar naar consultant
Naarmate de cliënt meer verantwoordelijkheid neemt wordt de therapeut minder directief.

25
Q

Een voorbeeld – Becks cognitieve behandeling van een depressieve jonge vrouw

A

Een vrouw herstelde van haar depressie doordat Beck haar tijdens zijn cognitieve therapie bewust
maakte van eigen negatieve gedachten en hoe die gedachten haar beïnvloedden (blz. 648,649).
Cognitieve therapie is de basis voor sommige nieuwe vormen van therapie:
- Mindfulness-based cognitive therapy
Combineert traditionele aspecten van cognitieve therapie met mindfulness; bewustwording
en acceptatie van alle gedachten en gevoelens, maar er niet op reageren.
- Dialectical behavior therapy
Combineert aspecten van cognitieve therapie met mindful awareness en training in
emotieregulatie om mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis te behandelen.

26
Q

Helpt psychotherapie en zijn sommige methoden beter dan anderen?

A

De enige manier om erachter te komen of psychotherapie werkt is het uitvoeren van gecontroleerde
experimenten waarbij groepen mensen worden vergeleken, die wel en geen therapie krijgen.
Evidence-based therapy: Therapieën waarvan bewezen is dat ze effectief zijn. In Amerika en Engeland
neigt men steeds meer naar het alleen gebruiken van deze therapieën

27
Q

Therapie-uitkomst experimenten

A

Veel gecontroleerde experimenten m.b.t. patiënten met en zonder psychotherapie hebben laten zien
dat psychotherapie helpt. Onderzoek heeft ook aangetoond dat geen enkele vorm van therapie over
het geheel effectiever is dan andere methoden. Dit zou kunnen komen doordat de verschillende
vormen van therapie in de praktijk minder van elkaar verschillen dan in theorie.

Sommige therapieën zijn echter wel beter in specifieke situaties. Exposure-therapie is bijvoorbeeld
effectiever dan andere therapieën bij het behandelen van specifieke fobieën. Over het algemeen zijn
cognitieve en gedragstherapieën effectiever bij mensen met specifieke problemen en zijn
psychodynamische en humanistische therapieën effectiever bij mensen met meerdere problemen,
meer diffuse problemen of persoonlijkheidsproblemen.
De positive resultaten van therapie-uitkomst experimenten kunnen echter te maken hebben met de
ervaring en motivatie van psychotherapeuten, die aan dergelijke experimenten meedoen. Ook zijn
onderzoekers mogelijk meer geneigd om positieve resultaten te publiceren dan negatieve resultaten.
Psychotherapie is ongeveer even effectief als het gebruik van medicijnen bij de behandeling van
depressie en gegeneraliseerde angststoornis en is effectiever bij de behandeling van paniekstoornis.

28
Q

De rol van gemeenschappelijke factoren in therapie uitkomsten

A

Drie factoren in alle psychotherapieën, die in grote mate bijdragen aan de effectiviteit:
1. Steun (acceptatie, empathie en aanmoediging)
Geeft zelfvertrouwen en heeft therapeutische waarde.
2. Hoop (o.a. vertrouwen in de therapie)
Mensen, die geloven dat ze beter worden, hebben meer kans om beter te worden.
3. Motivatie
Steun, hoop en regelmatig rapporteren van therapie ervaringen werken motiverend.