Zoönosen Flashcards
Kat in 5 woorden
Solitair, territoriaal, jager, prooi, carnivoor
Wat zijn zoönosen?
(Infectie) ziektes die overgedragen kunnen worden tussen mens en dier.
Leiden zoönosen tot bedreigende situaties?
Bij een normale werking van het afweersysteem leiden zoönosen zelden tot bedreigende situaties.
Zoönose risico bij bijten, krabben en vlooien
Wondinfecties, kattenkrabziekte, rabies, allergie.
Zoönose risico bij TBC
Zeer zeldzaam, theoretisch risico.
Over bijtwond.
Een bijtwond van een kat = steekwond. De infectie zit opgesloten in de huid.
Wat de doen bij bijtwond?
Bij een bijtwond eerst laten uitbloeden om schoon te spoelen.
Wat is KKZ?
De kattenkrabziekte. Bartonella Henselae infectie, wordt veroorzaakt door een bacterie: Bartonella henselae. Mensen kunnen besmet worden met B. henselae via een krab of een beet van een kat.
KKZ staat voor katten krabziekte, een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Bartonella henselae. Deze bacterie kan via een krab, beet, of lik van een kat worden overgedragen op mensen, vooral als de kat zelf besmet is. Meestal dragen jonge katten (jonger dan een jaar) de bacterie vaker, maar ze vertonen zelf meestal geen symptomen.
Bij mensen kan KKZ symptomen veroorzaken zoals:
• Pijnlijke of gezwollen lymfeklieren, vaak in de buurt van de plek waar de krab of beet is gebeurd. • Koorts, vermoeidheid, hoofdpijn en soms huiduitslag.
De ziekte gaat meestal vanzelf over, maar in sommige gevallen, vooral bij mensen met een zwakker immuunsysteem, kan het ernstiger zijn en is behandeling met antibiotica nodig.
Hoeveel katten hebben KKZ?
In Nederland is 22-50% van de katten positief, straatkatten drie keer zoveel.
KKZ proces
Beet/krab > papula/pustula > regionale lymfeknoopzwelling > koorts, grieperig, huidklachten, miltzwelling > 10% complicaties bij immuno-insufficientie (HIV).
KKZ behandeling
Behandeling is moeilijk, antibiotica is weinig effectief.
KKZ voorkomen
Om te voorkomen vlooien goed bestrijden.
Om kattenkrabziekte (KKZ) te voorkomen, kun je een paar maatregelen nemen om het risico op besmetting te verkleinen:
1. Vermijd ruwe spelletjes: Speel voorzichtig met je kat, vooral met jonge katten, en vermijd dat ze je krabben of bijten. Gebruik bijvoorbeeld speeltjes in plaats van je handen. 2. Krabben en beten schoonmaken: Als je wordt gekrabd of gebeten door een kat, was de wond meteen met water en zeep en gebruik een ontsmettingsmiddel. 3. Nagels knippen: Houd de nagels van je kat kort, zodat de kans op krabben kleiner wordt. 4. Vlooienbestrijding: Zorg ervoor dat je kat vlooienvrij is. Vlooien kunnen de bacterie Bartonella henselae overdragen tussen katten, waardoor ze de infectie kunnen verspreiden. 5. Jonge katten vermijden: Als je een zwak immuunsysteem hebt, is het verstandig om contact met jonge katten (onder 1 jaar) of zwerfkatten te beperken, aangezien zij meer kans hebben de bacterie bij zich te dragen. 6. Handen wassen: Was je handen na het aaien van een kat, vooral als je met meerdere katten in contact komt.
Door deze maatregelen te volgen, kun je de kans op het oplopen van KKZ verkleinen.
Uitspraak over de wilde boskat
De wilde boskat is absoluut solitair en territorium gebonden, onafhankelijk van voedselaanbod.
Gevolg van kattenbak stress
FIC, IBD, suikerziekte, NIET HD
Hoe wordt FIP overgedragen?
FIP wordt overgedragen door speeksel of faeces
FIP staat voor feline infectieuze peritonitis, een ernstige en vaak dodelijke ziekte bij katten. FIP wordt veroorzaakt door een mutatie van het feline coronavirus (FCoV), een veelvoorkomend virus bij katten dat meestal geen ernstige klachten veroorzaakt. In sommige gevallen muteert het virus echter in de kat en verandert in de agressieve vorm die FIP veroorzaakt.
FIP komt voor in twee vormen:
1. Nat FIP: Hierbij hoopt zich vocht op in de buik- of borstholte van de kat, wat ademhalingsproblemen kan veroorzaken en de buik kan doen opzwellen. 2. Droog FIP: Hierbij ontstaan er ontstekingen in organen zoals de lever, nieren of hersenen, zonder vochtophoping. Deze vorm is moeilijker te diagnosticeren.
De symptomen van FIP zijn onder andere gewichtsverlies, koorts, vermoeidheid, en vaak verlies van eetlust. FIP komt vooral voor bij jonge katten en katten die in groepen leven, zoals in asielen of fokkerijen. Helaas was FIP lange tijd ongeneeslijk, maar er zijn recente behandelingen in ontwikkeling die hoop bieden voor getroffen katten.