ZO's/ VO's week 10 Flashcards

1
Q

Is de oestrogeen receptor een prognostische of een predictieve factor?

A

Beide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door welke factoren wordt de keuze voor adjuvante therapie bepaaldbij patiënten met mammacarcinoom?

A

Op grond van kenmerken van de patiënt (leeftijd, menopauzale status). Op grond van kenmerken van de tumor (tumorgrootte, lymflierstatus, differentiatiegraad, ER- en PgR- receptor status en de aan- of afwezigheid van overexpressie van het HER2-neu eiwit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk soort onderzoek moet je doen om een vermindering van de borstkankersterftekans door bevolkingsonderzoek te kunnen bepalen?

A

Idealiter een gerandomiseerde mammografische screeningstrial. Bij een bestaand landelijk bevolkingsonderzoek is deze echter niet meer mogelijk door gebrek aan een vergelijkspopulatie (die niet voor het bevolkingsonderzoek wordt uitgenodigd).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe groot is het risico voor een vrouw tussen 50 en 75 jaar om aan borstkanker te overlijden?

A

53,2 per 100 000 (0,05%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vrouwen komen in aanmerking voor een mammareconstructie?

A

Vrouwen die een borstamputatie hebben ondergaan of zullen ondergaan in verband met borstkanker

Vrouwen die een verhoogde kans op borstkanker hebben vanwege een BRCA-gen

Vrouwen bij wie de borst misvormd is na een lumpectomie met radiotherapie (een zogenaamde borstsparende behandeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welk anatomisch vlak wordt een tissue expander of prothese geplaatst en waarom?

A

Subpectoraal.

Aangezien het klierweefsel reeds is verwijderd, is er onvoldoende bedekking van de prothese wanneer deze alleen door huid bedekt zou worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een (relatieve) contra-indicatie voor het gebruik van protheses zonder lichaamseigen weefsel?

A

Geplande of doorgemaakte radiotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem 3 voordelen van reconstructie met alleen een prothese (evt. voorafgegaan door een tissue-expander):

A
  • Geen nieuwe littekens;
  • Korte operatie (45 min enkelzijdig);
  • Sneller herstel (dan lichaamseigen weefsel);
  • Bij falen kan lichaamseigen materiaal altijd nog.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem 3 nadelen van reconstructie met alleen een prothese (evt. voorafgegaan door een tissue-expander):

A
  • Twee operaties (indien expander);
  • Lichaamsvreemd materiaal;
  • Voelt minder natuurlijk aan;
  • Grote kans op ooit heroperatie (i.v.m. lekkage of kapselcontractuur).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is geen complicatie van het gebruik van prothese bij mammareconstructie?

A

Auto-immuunziekten als gevolg van siliconenlekkage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem de Baker-classificatie

A

Baker 1: geen contractuur; zachte borst
Baker 2: Minimale contractuur; palpabel maar niet zichtbaar
Baker 3: Matige contractuur; palpabel en zichtbaar implantaat
Baker 4: Ernstige contractuur; harde en pijnlijke borsten eventueel met verplaatsing van het implantaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is geen nadeel van het gebruik van de latissimus dorsi bij mammareconstructie?

A

Fors functieverlies van de schouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke vaatsteel voorziet de gesteelde TRAM-lap van bloed?

A

Arteria en vena epigastrica superior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de belangrijkste voorwaarde om een DIEAP lap te kunnen toepassen?

A

Aanwezigheid van voldoende weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem 3 voordelen van een reconstructie met lichaamseigen weefsel middels een vrije lap

A
  • Lichaamseigen materiaal;
  • Voelt natuurlijk aan;
  • Bij slagen operatie, geen grote operaties in toekomst (wel touch-ups);
  • Bij een DIEAP, direct een buikwandcorrectie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 3 hoofdsoorten adjuvante therapie bij BrC ken je?

A
  1. Cytostatica (chemotherapie)
  2. Antihormonale therapie
  3. Anti-groeifactor (HER2 neu) therapie.
17
Q

Welke 3 soorten hormonale adjuvante therapieën zijn er?

A
  1. Anti-oestrogenen
  2. Aromataseremmers
  3. Uitschakeling van de productie van oestrogenen door de eierstokken.
18
Q

Noem drie van de klassieke prognostische factoren bij het mammacarcinoom.

A
  • Grootte van de tumor
  • Aan- of afwezigheid van tumorcellen in de okselklieren
  • Differentiatiegraad (Broom Richardson (BR) gradering)
  • Aan- of afwezigheid van metastasen op afstand
  • Leeftijd jonger of ouder dan 35 jaar
19
Q

Noem twee van de biochemische/moleculair genetische prognostische factoren bij het mammacarcinoom.

A
  • Aan- of afwezigheid van overexpressie/amplificatie van de HER-2 neu receptor
  • Componenten van het plasminogeenactivator systeem. (UPA, PAI-1)
  • Genetisch tumorprofiel
  • Aan of afwezigheid van oestrogeen en/of progesteronreceptor
20
Q

Noem de belangrijkste bijwerking die kan optreden door adjuvant therapie met trastuzumab die gebruikt wordt bij de behandeling van het mammacarcinoom

A

Pompfunctiestoornis van het hart

21
Q

Wat houdt excess incidence in?

A

De extra incidentie die is ontstaan door screening in de gescreende leeftijden

22
Q

Wat houdt deficit incidence in?

A

Als de incidentie na de screeningsleeftijden daalt tot onder de baseline incidence

23
Q

Hoe bereken de de overdiagnose?

A

Dit is het verschil tussen de excess en de deficit incidence

24
Q

Noem 3 voordelen van het landelijk borstkanker BVO

A
  1. Lagere kans op overlijden aan borstkanker
  2. Minder ingrijpende behandeling door vroegere diagnose
  3. Gezondheidswinst voor de samenleving
25
Q

Noem 5 nadelen aan het borstkanker BVO

A
  1. Overdiagnose, overbehandeling en false reassurance
  2. Fout-positieven
  3. Onprettig en pijnlijk onderzoek
  4. Stralingsrisico, dit kan borstkanker induceren
  5. Diagnostiek- en behandeling gerelateerde complicaties